“BIJ DE EERSTE DRIE IS OKÉ”
Europees kampioen Victor Campenaerts vreest dat hij in tijdrit tekortkomt tegen Rohan Dennis
Zo barstensvol vertrouwen Victor Campenaerts meer dan twee weken geleden was voor de proloog in Málaga, zo voorzichtig is de dubbele Europese kampioen in zijn uitspraken over potentiële winst in de 32 kilometer lange tijdrit van vandaag. “Het wordt een match tegen Rohan Dennis, maar ik vrees net tekort te komen.” Victor, wat heb je geleerd uit de verkenning?
“Ik zag een mooi parcours, dat niet te onderschatten valt. Vooral de eerste kilometer is lastig. Tegen de zes procent aan. Het is niet technisch. Het zijn brede banen met goede macadam. Op het einde is het wind tegen. Ik heb het graag zo. In een lastig laatste deel is het tegen de wind in gemakkelijker om het verschil te maken.”
Is dit een op voorhand gewonnen match voor Rohan Dennis, die in de proloog bijna één seconde per kilometer sneller reed dan jij?
“Het is een match die ik moeilijk kan winnen. Ik zoek waar ik het verschil kan maken. Het is vooraf moeilijk in te schatten, maar ik heb toch liever zo’n parcours dan een volledig vlak traject, waarop Dennis zijn pure kracht kan ontwikkelen. Het is veel lastiger dan de Giro-tijdrit die ik reed, maar toen was ik ook niet zo goed. Gezien hoe Dennis in de proloog tekeerging? Als ik binnen de dertig seconden eindig van hem, dan heb ik goed gepresteerd. Eindig ik bij de eerste drie, dan is dat oké. Alles wat minder is, is niet goed.”
Vanwaar die voorzichtigheid? Een van je doelen voor 2018 was een WorldTourtijdrit winnen. Dit is de laatste kans…
“Dennis heeft in de Vuelta maar twee dagen aangestipt. Hij wil de twee chrono’s winnen, zoals hij eerder ook al de lange tijdrit in de Giro won. Tegelijk is hij in volle voorbereiding op het WK.”
Praat je met hem?
“Hij is niet erg communicatief. Ik heb hem de eerste dag proficiat gewenst, maar veel contact hebben we niet. Met Kenneth Vanbilsen heb ik al uren gepraat in de gruppetto. Ik doe dat ook makkelijker met Porte, we hebben eenzelfde verleden als zwemmer en triatleet. Dat schept een band. Niet dat Dennis en ik elkaar haten, hè. (schatert) De Vuelta zelf interesseert hem geen bal. Dat was in de Giro nog anders, toen hij leider werd en in het begin mee koerste.”
En dat deed jij vorige week donderdag wel al.
“Dat was ook de bedoeling. Ploegleider Mario Aerts drong erop aan om mee te koersen en mezelf te ontwikkelen als renner. Ik werd vijfde in de etappe die me het best lag. Ik ben tevreden. Anderzijds zijn die tien hechtingen na mijn val in San Javier de eerste vrijdag er nog maar van zondag uit. Als je in de beugels ligt, doet die helende wonde aan de onderarm nog wat pijn, maar ik wil dat niet als excuus inroepen.”
Wel straf dat je Rohan Dennis voor het WK meer als favoriet ziet dan Tom Dumoulin.
“De Vuelta is volgens mij de beste voorbereiding. Ik stel vast dat Dumoulin een zware Giro en Tour reed en dat hij wel goed was in de Ronde van Duitsland, maar toch. Ik heb geen contact met hem, het kan net zo goed zijn dat hij bij manier van spreken zich al die maanden voor Innsbruck voorbereidt op stage. Dumoulin is voor mij een vraagteken.”
Wat verwacht je zelf van het WK? Thomas, Froome en Roglic rijden er niet.
(lacht) “Dat ik drie plaatsen opschuif. Neen, met een klim van vier kilometer, die gemiddeld zeven procent stijgt, is de Oostenrijkse omloop niet mijn ding. Ik probeer beter te doen dan de zevende plaats van mijn vriend Yves Lampaert, in 2016. Ik rijd er alvast met een nieuw Ridley-kader, dat minder gelakt is, zodat hij tweehonderd gram lichter is. En ik mag opnieuw mijn op mijn maat gemaakt stuur gebruiken, waar in de Ronde van de Algarve zoveel om te doen was. Soit, het wordt morgen (vandaag, nvdr.) vlammen naar Torrelavega, dan op save energy de Vuelta uitrijden en volgende week zaterdag vertrekken naar Innsbruck.”