Wellens of Teuns, wie verslaat Alaphilippe?
ONGEZIEN: Belgisch WK-achttal gaat met twee Limburgse speerpunten van start
Zondag beleven we een primeur. Voor het eerst in de 85-jarige WK-geschiedenis vat ons land de regenboograce aan met twee Limburgse kopmannen. Tim Wellens (27) uit Aalst-bij-SintTruiden en Dylan Teuns (26) uit Zelk bij Halen meer bepaald. Bondscoach Kevin De Weert houdt in zijn achterhoofd rekening met verschillende scenario’s. Met als gevolg dat Tim en Dylan ongetwijfeld elk hun moment mogen kiezen in de slotronde. Dat olympisch kampioen Greg Van Avermaet simpelweg zijn zin mag doen. En dat het trio HermansBenoot-De Plus voor de verrassing mag zorgen vanuit de anticipatie. De
Belgen rijden kortom een Vierkansentornooi. Wie vanuit Hungerburg, het dorpje bovenop de monsterlijk steile Gramartboden, over de stad uitkijkt, blijft met zijn of haar ogen gluren naar dé eyecatcher van Innsbruck: de Bergiselschans. Op en rond deze door de wereldvermaarde architect Zaha Hadid ontworpen schans vindt jaarlijks, begin januari, de derde ronde van het Vierschansentornooi plaats. Wie kent niet de beelden van schansspringers, die eenmaal na hun afsprong, enkel nog uitzicht hebben op het kerkhof van Innsbruck? Wel, een kerkhof verwacht men zondagnamiddag eveneens wanneer de beklimmingen van Gnadenwald (eenmaal), Igls (zevenmaal) en Gramartboden (eenmaal) flink op de frêle rennerskuiten hebben ingehakt. Deze generatie renners kreeg nooit een zwaarder WK-parcours voor de wielen dan wat Ben Hermans’ oud-ploeggenoot bij Radioshack Thomas Rohregger voor hen heeft uitgetekend: 4.670 hoogtemeters na 258,5 kilometer. Voor de laatste loodzware omloop moeten we alweer negen jaar teruggaan naar het Zwitserse Mendrisio, toen het peloton over een afstand van 262,2 kilometers 4.655 hoogtemeters moest over- winnen. Cadel Evans won voor een meute pure klimmers en steengoede allrounders. Oudere lezers herinneren zich de regenboograces in het Colombiaanse Duitama (1995) en het Franse Sallanches (1980) allicht nog. Slechts 98 renners durfden in Duitama van start gaan, amper twintig van hen haalden de aankomst. De winnaar kwam uit Spanje en heette Abraham Olano. In Sallanches bleef de wereldtitel in eigen land. Bernard Hinault triomfeerde nadat slechts vijftien renners de finish bereikten. De kans dat zondag opnieuw een Spanjaard of Fransman zich tot wereldkampioen kroont, is niet denkbeeldig. Dat even weinig renners de Slag om Innsbruck zullen overleven, behoort eveneens tot de mogelijkheden.
Talrijke scenario’s
Wie reeds alle jus uit de benen heeft geperst zal aan de voet van de gruwelijk steile slotklim allicht rechtsaf slaan, meteen richting aankomst. Waarnemers nemen aan dat op Gramartboden de beslissing valt. Zelfs het kleinste kloofje kan voldoende zijn om dankzij de daaropvolgende technische afdaling de hand uit te steken naar de wereldtitel. Greg Van Avermaet laat het liefst alle opties open. Al houdt de olympisch kampioen er terdege rekening mee dat de wedstrijd wel eens lang op slot zou kunnen zitten omdat de slotklim zoveel angst inboezemt. Tim Wellens is geen
believer van die theorie. De Truienaar vermoedt dat het toetje op de taart net kansen biedt aan aanvallers die van een staakt-het-vuren kunnen en willen gebruikmaken. De geschiedenis zou Wellens wel eens gelijk kunnen geven. Tijdens eerdere titelraces op een Alpenparcours viel de beslissing eveneens vroeg. Denk maar aan het door Museeuw gewonnen WK in Lugano en het eerder genoemde Mendrisio. Ook toen kwam de latere wereldkampioen uit een omvangrijke kopgroep die al relatief vroeg het hazenpad koos. Het uitgedunde peloton met de topfavorieten kwam telkens te laat.
Tactiek: mondje dicht
Het is een scenario waar Ben Hermans, Tiesj Benoot en Laurens De Plus op hopen. Vrijbuiter Greg Van Avermaet evenzeer. In Rio pakte Greg het op een gelijkaardige manier aan, door voor de echte finale reeds aan te vallen en te overleven. “Al vielen toen echt wel alle puzzelstukjes netjes in elkaar”, aldus Van Avermaet. Tim Wellens, die wegkapitein Serge Pauwels in steun krijgt, en Dylan Teuns, met zijn schaduw Xandro Meurisse, mogen hun benen sparen tot de 31 kilometer lange slotronde. Welk plannetje de Limburgse kamergenoten in gedachten hebben, willen ze niet delen met de buitenwereld. Begrijpelijk. Kevin De Bruyne en Eden Hazard gooien de tactische bespreking van Roberto Martinez ook niet op straat. Dat winnen moeilijk wordt, staat vast. Daar moet je Tim en Dylan niet meer attent op maken. “Ik kan hier de tactiek van de ploeg niet verklap- pen. Maar als de tactiek het toelaat, wacht ik wel tot de slotklim. Dat is mijn sterkte, daar ben ik niet bang voor”, maakte Teuns zich donderdag na de verkenning sterk. “België behoort dit jaar niet tot de favorieten, maar die favorietenrol hadden we ook niet tijdens de Olympische Spelen in Rio en we pakten alsnog het goud met Greg Van Avermaet. Als je weinig kans maakt om te winnen wil dat niet noodzakelijk zeggen dat je niet kán winnen”, filosofeerde Wellens een dag later.
Buitenlandse concurrentie
Vooraleer de regenboogtrui van Slovaakse naar Limburgse schouders verhuist, moet er wel afgerekend worden met tal van top- en schaduwfavorieten.
Bij de topfavorieten torent één naam met kop en schouders boven de rest: Julian Alaphilippe, een type Sagan - de Fransman kan eveneens alles met een fiets - dat meerdere cols overleeft. Uit een rondvraag onder de vijftien Limburgse wielerprofs (zie hiernaast,
nvdr) blijkt dat zijn naam met stip genoteerd staat. Indien ons bronsgroen gezelschap gelijk krijgt, is Alaphillipe meteen de eerste Fransman in 21 jaar die een jaar
Als je weinig kans maakt om te winnen wil dat niet noodzakelijk zeggen dat je niet kán winnen
Tim WELLENS
lang met regenboogstrepen op een hagelwitte trui mag rondfietsen. De laatste zuiderbuur die dat kunstje flikte was Laurent Brochard, in 1997 in San Sebastian. Datzelfde San Sebastian waar Alaphilippe begin augustus nog de beste was in de jaarlijkse Clasica, een WorldTour-koers die door de renners zelf naar voren wordt geschoven als dé referentie aangaande Innsbruck. Uiteraard zal Alaphillipe zich dan wel moeten ontdoen van de 12 jaar oudere Alejandro Valverde (38). Een oude krijger met nog steeds een vlijmscherp eindschot. Eén voordeel heeft Alaphilippe wel. Donderdag geraakte de Spaanse armada niet weg uit de Madrileense luchthaven, nadat het zich bovenop de Sierra Nevada had klaargestoomd voor het WK. Valverde en co vertoeven dus nog maar van vrijdagavond op Oostenrijkse bodem. Aan Daniel Martin (32) wordt bijna geen inkt verspilt. Terecht? De taaie Ier weet nochtans als de beste hoe je loodzware eendagskoersen tot een goed eind moet brengen, getuige zijn overwinningen in Luik-Bastenaken-Luik en Lombardije. Martins oom Stephen Roche won in 1987 de wereldtitel in het Oostenrijkse Villach. Flikt zijn neefje - en kersvers vader van een tweeling - zondag een gelijkaardig kunstje?
Primus
Nog een hele rits namen van kanshebbers die we u niet willen onthouden: Uran, Henao, Woods, Yates, Kwiatkowski, Poels, Dumoulin, Kruijswijk, Fraile, Mas… Ook vraagtekens zat overigens. Cijferen kanshebbers als Bardet en Pinot zich weg voor Alaphilippe? Dat willen we eerst nog zien! Wat met de altijd lepe Italiaanse
squadra? Verlies de azzuri nooit uit het oog! Zegeviert zondag een
dark horse à la Igor Astarloa of Rui Costa? Eens om de zoveel jaar is het prijs! Nog zo’n vraag: wie gooit zich na de beklimming van de verschrikking genaamd Gramartboden met risico voor eigen leven in de diepte, op weg naar de wereldtitel? Het zou zomaar een oud-schansspringer kunnen zijn! Want de naam van de Sloveen Primoz Roglic, winnaar van Romandië, Baskenland en een rit in de Tour, hebben we nog niet vermeld. Mocht Primoz Innsbruck verlaten als primus, dan mag de buitenwereld absoluut niet van een verrassing spreken.