Vraag van DOMINIC RAYMAKERS uit Lummen
“De meeste topcoureurs zijn heel jong beginnen
karten. Jij ook?”
“Beste Dominic, als je ambities hebt in de autosport, is karting de beste leerschool. Ik heb zelf veel tijd doorgebracht op Horensbergdam, de kartbaan in Genk. Ik sleutelde voor anderen en met het geld dat ik verdiende, kon ik zelf racen. Mijn zoontje is vijf jaar oud en hij kan nu al meer in zijn kart dan ik toen ik 15 jaar was. In februari maakt hij zijn debuut in competitie. In de Bambini Cup in Italië, want daar mag je rijden in het jaar waarin je 6 wordt. In België moet je 8 zijn.”
“Je hebt twee soorten karting: indoor en outdoor. Indoor is goedkoper, omdat je geen eigen kart, vrachtwagen en team nodig hebt. Je komt aan, je huurt een kart en je kan racen. Voor een paar honderd euro neem je deel aan competities die steeds hoogstaander worden. In outdoor karting heb je meer grip en ga je veel sneller, maar het kost ook veel meer. In het begin valt dat nog mee, maar hogerop kost een internationaal programma tot 200.000 euro per jaar. Daar kan je ook in de autosport leuke dingen mee doen. Maar het is wel de ideale leerschool. Leren rijden kan je ook op een simulator, maar in de karting leer je ook sleutelen en afstellen, vechten in een peloton, werken met een team,... Je ondervindt dat crashes pijn doen en je wordt er gehard. Alle groten van de F1 zijn begonnen in de karting. Het mekka is Italië, waar de meeste grote teams en merken zitten. Maar ook België haalt een hoog niveau. Genk organiseerde deze maand nog het WK en was de thuisbasis van de Verstappens en Button. Zelfs Schumacher kwam er geregeld rijden.”