Nederlander
Zelfs na extra rustdag kan Van Aert niet winnen van Van der Poel
Na een zware zaterdagcross snel even op en neer naar Zwitserland? Mathieu Van der Poel maakt het tegenwoordig allemaal niks uit. Boom en Bern: de twee crossen leverden de Nederlander afgelopen weekend evenveel zeges op. Zelfs Wout van Aert zou er ‘de moral’ bij verliezen. Mathieu op één, hij op twee: is dit de verhouding momenteel? “Ik denk het wel”, bekende de wereldkampioen.
Soms zegt een uitslag alles. Zoals gisteren in het Zwitserse Bern. Zaterdag in Boom had Van der Poel al even laten zien dat hij en niemand anders over het veldrijden regeert. Eén scherpe demarrage in de derde ronde volstond om alles en iedereen het nakijken te geven en een tweede Superprestigemanche op rij te winnen. Maar dat was nog een zege met een ‘maar’. Geen Van Aert immers in Boom. Die was dan al in Bern, lag met zijn beentjes omhoog in de plaatselijke Holiday Inn en zette alles op die ene Wereldbekercross. Een groot verschil met Van der Poel, die zich na de podiumceremonie in Boom in zeven haasten naar de luchthaven moest reppen, zich in een krappe vliegtuigzetel naar Zürich spoedde, om tot slot nog anderhalf uur in de auto naar Bern te karren. Net wat minder rustig. Van Aert gaf het in Bern ruiterlijk toe: ook hij was ervan overtuigd dat dit hem een voordeel zou opleveren. “Ja, ik had verwacht echt goed te zijn”, klonk het eerlijk. “Ik had per slot van rekening Boom overgeslagen. Mathieu niet.”
Helaas: Van der Poel op één, Van Aert op twee. Na Meulebeke, Ronse en Gieten leverde de vierde directe confrontatie tussen Van der Poel en Van Aert nog maar eens dezelfde uitslag op. De reden deze keer? Van Aert verwees niet onterecht naar een vervelend kettingincidentje in het eerste kwart van de wedstrijd. Tot dan had hij de indruk gegeven wel de evenknie te zijn van Van der Poel. “Maar in een verraderlijke bocht gleed ik even weg. En omdat ik net voordien een tandje kleiner geschakeld had, liep mijn ketting vast.” Het duurde maar héél even, wist Van Aert. “Twee, drie seconden misschien. Maar het was voldoende om de voeling met Mathieu te verliezen. En eenmaal je zijn wiel kwijt bent…” Hij maakte zijn zin niet af. Dus doen wij het maar: “… dan zie je deze Van der Poel niet meer terug.”
Van 2 naar 10 seconden
Maar was dat de enige reden? Neen. Die twee seconden werden er in een mum van tijd namelijk tien seconden. Het is het grote wapen van Van der Poel. “En het tekent de huidige waardeverhoudingen”, beaamde Van Aert. “Op dat moment kan Mathieu heel snel een halve ronde rijden.” Iets wat hijzelf níét kan en waardoor Van der Poel altijd weer net voldoende voorsprong kan nemen