Bourgeois: “Geen geld voor volledig behoud kolenwasserij”
In de loop van de komende weken neemt Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) een definitieve beslissing over de gedeeltelijke opheffing van de bescherming van kolenwasserij 1 en 3 in Beringen Mijn. In de commissie Onroerend Erfgoed stelde Bourgeois, naar aanleiding van een vraag van Vlaams parlementslid Bert Moyaers uit Herk-de-Stad, dat het niet evident is om die gebouwen te herbestemmen. “Er zijn geen middelen voor en be-Mine kan dat ook niet aan”, klinkt het.
Vlaams parlementslid Bert Moyaers (sp.a) uit Herk-de-Stad heeft in de commissie Onroerend Erfgoed gepleit voor het behoud van de kolenwasserij in zijn geheel en dus geen gedeeltelijke sloop. “Als er vandaag geen centen zijn om de kolenwasserijen volledig te renoveren, laat ons dan nu kiezen voor een beperkte investering om de gebouwen van verder verval te behoeden, zodat de volgende generatie tenminste nog de kans krijgt om een grondige renovatie en herbestemming te realiseren”, stelt Moyaers. Zoals bekend zijn acht Limburgse organisaties die werken rond het mijnverleden in Limburg in beroep gegaan tegen de sloopvergunning die is afgeleverd voor kolenwasserij 1 van de mijnsite in Beringen, omdat het ge- bouw nog beschermd is. Die sloopvergunning werd afgeleverd door de provincie Limburg. Het stadsbestuur van Beringen gaf eerder een negatief advies, maar ging niet in hoger beroep tegen de sloopvergunning, omdat er een intentieverklaring ondertekend is met be-mine om tot eind dit jaar op zoek te gaan naar een invulling en dus voorlopig niet te slopen. Ondertussen werkt Vlaanderen, op initiatief van be-Mine, aan een gedeeltelijke opheffing van die bescherming die de sloop moet mogelijk maken in de toekomst. De Vlaamse Commissie voor Onroerend Erfgoed (VCOE) heeft op 26 september een ongunstig advies uitgebracht voor de gedeeltelijke opheffing van de bescherming van kolenwasserij 1 en 3, omdat de gebouwen in hun geheel zeer beeldbepalend zijn voor de Beringse mijnsite. De Vlaamse regering kan zelf enkel toelating verlenen voor de gedeeltelijke sloop als deze de erfgoedwaarde niet wezenlijk aantast. Volgens de VCOE wordt aan die voorwaarde niet voldaan. “Ik moet nog een beslissing nemen”, reageerde Bourgeois op de bekommernis van Moyaers. “Maar in de voorliggende plannen wordt er wel degelijk voor gezorgd dat de geschiedenis van de kolenwasserij integraal wordt bewaard en afleesbaar is en dat er een haalbaar businessplan is. Ik kan het privébedrijf be-Mine moeilijk gaan verwijten dat ze niet nog eens enkele tientallen miljoenen euro op tafel leggen voor iets waar ze niets mee kunnen aanvangen. In elke mijnsite, behalve Zwartberg, is er enorm geïnvesteerd in de bewaring van dat erfgoed.” Moyaers reageert verontwaardigd: “De minister-president probeert de sloopvergunning te rechtvaardigen door te verwijzen naar de grote investeringen die in alle Limburgse mijnsites zijn gebeurd, en bijkomende investeringen in de kolenwasserijen als onverantwoord te bestempelen. Maar dat de sloop de enige ‘spijtige’ oplossing zou zijn, en dat de site er toch een parking voor in de plaats krijgt, getuigt voor mij alleen maar van kortzichtigheid.”
Laat ons dan nu kiezen voor een beperkte investering om de gebouwen van verder verval te behoeden
Bert Moyaers (sp.a) Vlaams parlementslid