Proces tegen Catalaanse politici verdeelt Spanje
Aanklager wil zwaardere straffen tegen separatisten dan regering
MADRID - Het Spaanse Openbaar Ministerie heeft vrijdag gevangenisstraffen tot 25 jaar wegens rebellie geëist tegen Catalaanse politici die vorig jaar de onafhankelijkheid en daarmee de afscheiding van Spanje uitriepen. De staatsaanklager - die de regering vertegenwoordigt - had een dag eerder de aanklacht rebellie laten vallen om het lichter bestrafte opruiing en verduistering van overheidsgeld over te houden.
Het Spaanse Openbaar Ministerie maakte vrijdag zijn strafeisen bekend. Oriol Junqueras, vicepremier in de vorige Catalaanse regering onder leiding van de ex-premier Carles Puigdemont, moet 25 jaar naar de gevangenis voor rebellie en verduistering van overheidsgeld (bij het inrichten van het verboden onafhankelijkheidsreferendum van 1 oktober 2017). Voor de voormalige regioministers Jordi Turull, Raül Romeva, Joaquim Forn, Josep Rull en Dolors Bassa eist de aanklager zestien jaar wegens dezelfde dubbele aanklacht, voor gewezen parlementsvoorzitter Carme Forcadell en de ‘twee Jordi’s’, Sànchez en Cuixart, leiders van nationalistische organisaties, luidt de eis dan weer zeventien jaar omdat ze de ‘rebellie’ aangemoedigd en geleid hebben.
Rebellie
Volgens het Spaanse hooggerechtshof zullen de zittingen eind dit jaar van start gaan. Het proces zorgt nu al voor grote verdeeldheid in Spanje zelf. Donderdag werd bekend dat de staatsaanklager - de landsadvocaat die namens de regering burgerlijke partij is - de zware aanklacht rebellie waar maximaal 30 jaar op staat, laat vallen. De beklaagden zal in plaats daarvan alleen opruiing en verduistering ten laste worden gelegd. De lichtere aanklacht (er staan overigens nog altijd gevangenisstraffen tot twaalf jaar op) tekent de verandering sinds het aantreden van de socialistische regering onder premier Pedro Sànchez na de verkiezingsnederlaag van de conservatieve premier Mariano Rajoy en zijn Partido Popular. De nieuwe regering begon een voorzichtige dialoog met de Catalaanse separatisten maar stootte al gauw op fundamentele onverenigbaarheid: de Catalanen willen enkel praten over een weg naar de onafhankelijkheid waar ook de socialisten niet aan kunnen/willen toegeven.
Ook het ‘afzwakken’ van de aanklacht door de regering-Sànchez kreeg vrijdag forse kritiek van de oppositie. Albert Rivera, leider van de liberale Ciudadanos, beschuldigde premier Sánchez ervan de uitvoerende macht te ‘misbruiken’ om de onafhankelijke rechtsgang te sturen naar ‘vergiffenis’ voor de separatisten. De nieuwe (en zeer conservatieve) leider van de Partido Popular reageerde op Twitter dat Sànchez Spanje ‘vernedert’ in ruil voor de steun van de Catalaanse nationalisten. De regering-Sànchez heeft voor de goedkeuring van de begroting 2019 de steun nodig van twee separatistische Catalaanse partijen. Krijgt hij die niet, dan komen er nieuwe nationale verkiezingen.