“In Alken kan niet wat in Asse kan”
ALKEN/ASSE - Voor Carlo Genné (50) van Alukraanservice, moest de aankoop van een kraanwagen in het Brusselse de groei van zijn zaak vooruit helpen. Het werd een calvarietocht, met ritjes tussen de keuringsstations van Alken en Asse.
Voor Carlo lijkt de Nissan Cabstar van een collega uit het Brusselse, een ideale aanvulling voor zijn wagenpark. De wagen staat al sinds 2004 ingeschreven als kraanwagen en dus bolt Genné vol vertrouwen met zijn nieuwe voertuig naar de autokeuring in Alken.
Daar duikt een administratief probleem op. Het voertuig staat er geregistreerd als vrachtwagen. “Bizar want in Brussel is dat sinds 2004 als kraanwagen het geval”, zucht Carlo Genné. “In Asse zijn er ook nooit problemen over gemaakt.”
Maar in Alken denkt een controleur daar dus anders over. “Daar volgt een hele discussie op, met soms ronduit onvriendelijke bewoordingen”, zegt Carlo Genné. “Uiteindelijk krijg ik mijn voertuig er niet door de keuring en wat erger is, men weigert me mijn documenten terug te geven.” “Ik zal en moet eerst 99 euro dokken, wat ik uiteindelijk doe. Meteen bel ik naar ons bedrijf in Diepenbeek, dat ze me een halve dag moeten missen, want ik besluit naar de keuring in Asse te rijden. Daar word ik met open armen en heel wat vriendelijker dan in Alken, ontvangen.”
“En ik krijg er meteen een groene, in plaats van de in Alken uitgereikte rode kaart. Met die groene kaart mag ik drie maanden rijden. Dat is niet alles. In Asse belooft men het administratieve kluwen rond mijn vrachtwagen of kraanwagen voor mij te ontwarren. Dat moet minimaal binnen die drie maanden gebeurd zijn, is me daar verteld.” “Kan iemand me nu eens uitleggen waarom ze in Alken ronduit arrogant met hun bezoekers omgaan, terwijl dat elders binnen hetzelfde organisme duidelijk ook anders lukt? Binnen drie maanden bol ik gewoon terug naar Asse, dat weet ik nu wel zeker.” (dj)