Pech en ontgoocheling in het Limburgse kamp
Van der Poel en zijn landgenoten schitteren met vier titels en acht medailles
Mathieu van der Poel zette na zijn offday op de Koppenberg orde op zaken door in Rosmalen zijn Europese titel te verlengen. Het werd daar trouwens een Hollands feestje met acht Nederlandse medailles, waaronder vier gouden. De Belgen pakten voor het eerst sinds 2012 geen enkele titel en moesten tevreden zijn met drie keer zilver en twee keer brons.
Viva Hollandia, het supporterslied van schlagerzanger Wolter Kroes, knalde heel de dag door de boxen langs het parcours in Rosmalen. Terecht, want Oranje was de grote slokop op dit EK, met de zege van Mathieu van der Poel als kers op de taart. Hij liet zich in het begin enigszins verrassen door Wout van Aert die er als een speer vandoorging. Tim Merlier liet een gaatje en de Nederlander moest meteen in de achtervolging. Eerst met de hulp van Lars van der Haar, daarna reed hij in zijn eentje naar de drievoudige wereldkampioen.
Om dan op het einde van de tweede ronde weg te snellen en stelselmatig zijn voorsprong uit te bouwen. “Ik wou het gat zo snel mogelijk dichtrijden”, aldus Van der Poel. “En toen dat gebeurde, heb ik doorgezet. Ik wou niet wachten, het is altijd beter om alleen voorop te rijden als je kan, want er kan altijd iets gebeuren. En neen, er was geen twijfel na donderdag. Zo’n offday is me al vaak overkomen. Na Ruddervoorde heb ik misschien iets te hard getraind en te weinig gerust. Ik heb dat nu wel gedaan en het resultaat is er. Mijn offday op de Koppenberg had dus ook een pluspunt. (grijnst) Ik heb daar niet zo veel afgezien als de eersten.” Revanche voor zijn nederlagen op het WK wil hij het niet noemen. “Ik rij graag rond in die Europese trui en ik wou hem niet afgeven. Maar ik heb niet gepiekt naar dit EK. Ik bekijk het van cross tot cross. Ik zit nu ook nog niet met het WK in Denemarken in mijn hoofd. Van mijn drie nederlagen tegen Wout op het WK mag je eigenlijk alleen maar Valkenburg meerekenen. Op die andere
kampioenschappen speelde pech een rol. Ik ga het nu dus ook niet anders aanpakken.”
Korte lijntjes
Van der Poel stelde ook vast dat het veldrijden in Nederland leeft. “Het is super dat we al die medailles pakken en vier kampioenen hebben. De sfeer was ook super, met enorm veel toeschouwers.”
Ook de Nederlandse bondscoach Gerben de Knegt glunderde. “Wij zijn het crossland, niet België”, grijnsde hij. “Grapje. Maar bij de jeugd hebben wij het voordeel dat we landelijke trainingspunten hebben, waar heel wat coaches onder de vlag van de KNWU trainingen geven aan jonge talenten. En zo worden wij getipt. Onze lijntjes liggen korter dan in België, waar je in een team moet zitten. Ons systeem werkt. Alleen jammer dat ze later dan naar een Belgische ploeg moeten gaan, want er zijn jammer genoeg geen Nederlandse crossteams.”
Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout nuanceert de verklaring van zijn collega. “Qua scouting is er weinig verschil, hoor. Het grote probleem bij ons zijn de vrouwen. Wij moeten vechten om goede dames aan de start te krijgen terwijl dat in Nederland moeiteloos lukt. Dat is niet alleen het probleem in het veldrijden, maar ook op de weg, in het mountainbike en op de piste. Wij steken daar als federatie veel tijd, energie en geld in, maar op de een of andere manier wil het niet lukken, terwijl ze in Nederland maar blijven komen. Toppers als Sanne Cant, Jolien D’hoore en nu ook Githa Michiels moeten meisjes toch motiveren.”
Superman
Toch pakten ook de mannen geen titel. “Voor mij waren vooral de junioren belangrijk”, zegt Vanthourenhout. “Twee en drie, dat is een tijdje geleden. Ik ben zelfs teleurgesteld dat we niet wonnen, want dat hadden ze verdiend. Ik werk al van in de zomer met hetzelfde groepje en daar hebben we nu toch een mooie stap gezet. Bij de beloften geef ik wel toe dat er na Eli Iserbyt een te grote kloof is. Daar moeten we aan werken. Dat is ook een beetje het nadeel van onze Belgische crossploegen, er wordt veel verwacht van die jongens, iedere week. De Nederlanders en andere buitenlanders hebben meer ruimte om te pieken. De renners reden hier rond aan 40km/u, dan moet je een paar dagen eerder niet afzien op de Koppenberg. Eli is prof, op hem kan ik niet boos zijn omdat hij donderdag reed. Maar Thomas Pidcock kon rusten en toewerken naar dit EK. En wat de profs betreft: we stuiten gewoon op een superman als Mathieu. Neem hem weg en we bezetten het hele podium.”