“Ouders verhuizen zelfs naar Limburg voor onze school”
Diepenbeekse basisschool voor hoogbegaafde kinderen ziet leerlingenaantal verviervoudigen
DIEPENBEEK - Leerlingen met een hoger IQ hebben minder zin om naar school te gaan en de leerstof interesseert hen vaak niet, zo blijkt uit grootschalig onderzoek. Maar niet zo in basisschool De Loep in Diepenbeek. De school, die gespecialiseerd is in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen, zag haar leerlingenaantal op zes jaar tijd verviervoudigen. “Onze leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong proberen we elke dag opnieuw uit te dagen. Alleen zo kan je hen gemotiveerd houden”, zegt Ann Ceyssens, directrice van De Loep.
Basisschool De Loep in Diepenbeek startte op 1 september 2012 met 63 leerlingen, en amper zes jaar later zijn er dat al 236, bijna vier keer zoveel. Die grote stijging heeft alles te maken met het unieke onderwijsaanbod van de school, waar het personeel zich gespecialiseerd heeft in hoogbegaafde leerlingen. “In principe zijn we een gewone basisschool, maar ongeveer de helft van onze leerlingen heeft een ontwikkelingsvoorsprong”, zegt directrice Ann Ceyssens. “We richten ons specifiek op die groep kinderen omdat ze in andere scholen vaak aan hun lot worden overgelaten, met slechte resultaten, demotivatie en schoolmoeheid tot gevolg.” En de onderwijsmethode van De Loep slaat aan. “Vanuit heel Limburg komen leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong naar onze school. Meer nog: er zijn zelfs ouders vanuit VlaamsBrabant en Brussel naar Limburg verhuisd zodat hun kinderen naar onze school kunnen gaan.”
Tafels
De directrice is allerminst verbaasd door de resultaten van de studie van de KU Leuven, de UGent en de UAntwerpen die aantoonde dat hoogbegaafde leerlingen minder graag naar school gaan en de leerstof vaak saai vinden. “In de meeste scholen krijgen leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong vaak extra werk, terwijl ze juist nood hebben aan ander werk. Alleen zo kan je deze kinderen gemotiveerd houden en kunnen ze zich verder ontwikkelen”, zegt Ceyssens.
De Loep werkt voor de uitbouw van haar onderwijssysteem samen met Exentra, een expertisecentrum rond hoogbegaafdheid. “Belangrijk is dat hoogbegaafde kinderen geen tijd verliezen aan dingen die ze al kunnen”, zegt Kathleen Venderickx van Exentra. “Neem bijvoorbeeld de tafels. Die krijgen hoogbegaafde leerlingen al meteen tijdens de eerste twee maanden van het eerste leerjaar aangeleerd. Daarna laten we hen onmiddellijk die tafels toepassen, zodat de kinderen uitgedaagd blijven. Soms moeten we oefeningen niet eens uitleggen en gaan we meteen over naar de toepassingen.”
Zonder subsidie
Door haar specifieke onderwijsmethode wordt basisschool De Loep amper geconfronteerd met schoolmoeheid. “We hebben wel een grote instroom van schoolmoeë, hoogbegaafde kinderen van andere scholen, maar die proberen we dan zo snel mogelijk terug op de rails te krijgen”, zegt directrice Ann Ceyssens. “Ook bij ons zijn twee op de drie hoogbegaafde leerlingen die we behandelen schoolmoe”, zegt Kathleen Venderickx van Exentra. “Maar als die leerlingen in de juiste school terechtkomen – zoals bijvoorbeeld De Loep – dan kan die schoolmoeheid al op een week tijd opgelost zijn.” Maar de scholen moeten volgens Venderickx dan wel middelen krijgen. “Scholen die investeren in hoogbegaafde leerlingen krijgen vandaag geen financiële ondersteuning van de overheid, terwijl hun leerlingen vaak veel extra zorg nodig hebben. Daarnaast zijn er nog altijd veel te veel scholen – en zeker in het secundair onderwijs – die helemaal niets voor hoogbegaafde leerlingen doen.”
We hebben een grote instroom van schoolmoeë, hoogbegaafde kinderen van andere scholen. Hen proberen we zo snel mogelijk terug op de rails te krijgen Ann CEYSSENS directrice De Loep