“490 euro? Dan blijf ik maar Istvan”
DIEPENBEEK - “Ach, ik ga nu al 63 jaar officieel door het leven als Istvan. Ik zal dat nog wel even kunnen volhouden”, lacht Diepenbekenaar Stefan Dezsö (63). De nieuwe wet had hem naar het gemeentehuis geloodst om eindelijk zijn roepnaam wettelijk te maken. “Maar in Diepenbeek bleek het niet meer gratis. Er komt sowieso ook veel meer bij kijken dan je denkt.”
Istvan staat officieel op zijn identiteitskaart, maar wijd en zijd kennen ze hem als Stefan. “Eigenlijk is het dezelfde naam maar dan in het Hongaars. Toen ik 16 maanden was, zijn mijn ouders uit Hongarije gevlucht”, beschrijft Stefan Dezsö, gepensioneerd personeelschef bij Defensie. Opgegroeid is hij hier, met de Nederlandse versie van zijn geboortenaam. “Alleen op officiële documenten staat altijd Istvan. Of als ik vrijwilligerswerk ga doen, dan vullen ze mijn wettelijke naam in op het naamplaatje. Je ziet die mensen kijken, ze draaien hun tong bijna dubbel om het uit te spreken.”
Stefan/Istvan had er al vaker aan gedacht om zijn naam officieel te laten veranderen. “Maar via Justitie was dat omslachtig. Toen ik las dat het via de gemeente gratis kon, ben ik meteen naar het gemeentehuis getrokken. Maar nu kost het 490 euro. En daar stopt het niet: je moet betalen voor een nieuwe identiteitskaart, een nieuw rijbewijs, de verzekering moet aangepast,... Ik ga het er maar bij laten. Mijn kinderen sakkeren trouwens vooral op onze achternaam: ze krijgen die umlaut er moeilijk bij getikt. Hun voornamen hebben we gemakkelijk gehouden: Hilde en Filip (lacht).”