Een succesverhaal zonder garanties

Wat is het concept van de topsportscholen

Kort samengevat: ga vol voor een topsportcarrière, maar behaal tegelijk een volwaardig diploma secundair onderwijs. Een hele uitdaging, want dezelfde leerstof als in de normale humaniora wordt verwerkt in amper 20 lesuren (in plaats van 32), zodat de vrijgekomen tijd kan worden besteed aan training. Er wordt ook rekening gehouden met buitenlandse wedstrijden, stages, enzovoort. Leerlingen verblijven ook meestal op internaat, om hun tijd zo efficiënt mogelijk te kunnen besteden. In Vlaanderen worden vijftien sporten aangeboden, verdeeld over zes scholen in Brugge, Gent, Antwerpen, Vilvoorde, Leuven en Hasselt (met een nevencollege in Genk).

Raakt iedereen er zomaar binnen?

Helemaal niet, de lat ligt enorm hoog. De norm is dat een atleet op termijn in staat moet zijn om de top 8 op een EK, WK of de Olympische Spelen te halen. In ploegsporten geldt een plaats in de nationale ploeg als norm, in sporten als tennis geldt een plaats in de top 100 op de wereldranglijst… Die blik in de

glazen bol wordt bepaald door de afzonderlijke sportfederaties – je kunt je enkel inschrijven als de federatie je voordraagt om een topsportstatuut te krijgen – en via specifieke selectiemomenten.

Is de topsportschool een garantie op succes in de sport?

Ook al niet. De voorbije twintig jaar hadden zo’n 5.000 atleten een topsportstatuut - zij die aan de topsportschool studeren en zij die op een ‘normale’ humaniora zitten, maar wel flexibel les volgen. Slechts 4 tot 5 procent raakt uiteindelijk over de lat, bekeken over alle aangeboden sporten, en schopt het dus tot topsporter. Vlaanderen doet het met dat cijfer niet slechter dan andere landen. Net door die kleine slaagkans wordt zo gehamerd op het behalen van een volwaardig diploma. Zodat topsportstudenten die afhaken, probleemloos opnieuw kunnen overstappen naar een ‘normale’ school.

Hoeveel kost het systeem eigenlijk?

De sportfederaties subsidiëren zelf het gros van de kosten. Het inschrijvingsgeld dat effectief moet worden betaald door de ouders, een fractie van het totaal, is afhankelijk van de sport en bedraagt maximaal 6.000 euro. Voor een topsportopleiding atletiek, bijvoorbeeld, betaal je 900 euro per schooljaar plus 16 euro per dag in het internaat.