Diepenbeekse ‘zwarte lijn’ velt meeste vogels in Limburg
Natuurpunt vraagt maatregelen om vogelsterfte tegen te gaan
DIEPENBEEK - De hoogspanningsleiding tussen het Albertkanaal en de Boudewijnlaan in Diepenbeek kost jaarlijks het leven aan honderden vogels. Dat blijkt uit een onderzoek van Natuurpunt in opdracht van Elia, de beheerder van het hoogspanningsnet. Het 4.785 meter lange traject krijgt daarmee de bedenkelijke eer de dodelijkste hoogspanningsleiding van Limburg te zijn. Vooral meeuwen, duiven en spreeuwen vinden er de dood. Natuurpunt vraagt om deze ‘zwarte lijn’ van bakens te voorzien.
Liefst 5.614 kilometer aan bovengrondse hoogspanningsleidingen telt België. Voor vogels is dat netwerk vaak een levensgevaarlijke hindernis. “Vooral de dunne aardingskabels bovenaan elke leiding vormen een obstakel. Ze vliegen er tijdens het schemerduister en bij slechte weersomstandigheden tegen te pletter. Het is dus niet dat de vogels door elektrocutie omkomen. Daarvoor zouden ze twee lijnen tegelijk moeten aanraken. Hoe dan ook is het probleem: naar schatting vallen in België jaarlijks minstens 170.000 ‘draadslachtoffers’, goed voor 466 per dag”, telt Dominique Verbelen van Natuurpunt.
Elia gaf aan Natuurpunt en aan de Waalse tegenhanger Natagora de opdracht om alle gevaarlijke lijnen in kaart te brengen. Uit hun studie bleek dat 3,4 procent van het Belgische hoogspanningsnet een hoog risico vormt voor vogels. Medewerkers van Natuurpunt en Natagora bezochten de risicolijnen en stelden een rangschikking op van de meest gevaarlijke leidingen in België. Lijnen in Kallo, Schoten en Ertvelde topten de lijst. In hun zog volgde het traject van 4.785 meter tussen het Albertkanaal en de Boudewijnlaan in Diepenbeek. “Daar is het is erg gevaarlijk voor watervogels die in de buurt van het kanaal vliegen en vogels die verblijven in natuurgebied De Maten. Vooral meeuwen kruisen de zwarte lijn van Diepenbeek bij schemerduister, wanneer ze van de slaapplaats aan de sluis van het Albertkanaal in Genk naar de foerageergebieden in de omgeving vliegen”, verduidelijkt Verbelen.
Onderschatting
In februari en maart van dit jaar wandelden medewerkers van Natuurpunt dagelijks het 2 kilometer lange traject af van de Diepenbeekse hoogspanningslijn, op zoek naar slachtoffers. In 59 dagen stootten ze op 24 getroffen vogels. Het ging om houtduiven (7), spreeuwen (3), zwarte kraaien (3), stadsduiven (2), een bergeend (1), een houtsnip (1), een kauw (1), een kokmeeuw (1), een slobeend (1) en een vink (1). “De cijfers liggen nog hoger. Aaseters zoals vossen, everzwijnen of buizerds kunnen de dode en gewonde vogels snel verwijderen. Bovendien vallen meerdere getroffen vogels op onbereikbare plaatsen zoals in hoge bomen en struiken.” Natuurpunt vraagt nu aan Elia om maatregelen te nemen. “Oplossingen om het aanvliegen te verkleinen bestaan. Het is mogelijk om de hoogspanningsleidingen te voorzien van bakens. Dit kunnen witte of rode bollen zijn die de zichtbaarheid van de hoogspanningsleiding verhogen. Ook vogelkrullen werken goed. Dit zijn spiralen die aan de leidingen kunnen worden bevestigd. Ze zijn al goed ingeburgerd in Frankrijk en Spanje en zijn door Elia al met succes aangebracht op een hoogspanningslijn in Oudenaarde. Hopelijk binnenkort ook in Diepenbeek”, besluit Verbelen.