“Dankbaar dat ik wat terug kan geven”
Paul Kumpen leidt ons met trots rond in het nieuwe gebouw van Kumpen-Willemen in de Paalsteenstraat in Hasselt. “In amper zeven maanden tijd hebben wij dit gerealiseerd. Daar zijn wij behoorlijk trots op.” Met de nadruk op het woord ‘wij’. Nochtans heeft de familie Kumpen geen aandelen meer in het bouwbedrijf. “Maar ik blijf ermee verbonden, het is en blijft ons kind.” Ja, Paul Kumpen zal ook in het nieuwe gebouw een kantoor hebben.
-
In 1945, net na de Tweede Wereldoorlog, begon Constant Kumpen (vader van Paul en Robert) met de productie van draineerbuizen in Wijer. Een paar jaar later startte Constant samen met zijn broer Emiel (vader van Jan) een handel in bouwmaterialen. Omdat er na de oorlog veel opruimingswerken moesten uitgevoerd worden, specialiseerden de beide broers zich ook snel in wegenbouw. Dat was de feitelijke geboorte van het bedrijf Kumpen.
Met Paul Kumpen doet de tweede generatie in 1973 zijn intrede in het familiebedrijf. Paul is dan amper 24 jaar. De dag nadien overlijdt zijn vader Constant. Het hele bedrijf rust plots voor een groot stuk op de frêle schouders van de jonge Paul. De bouw verkeert op dat moment ook nog eens in een diepe crisis. “We hebben het toen moeilijk gehad, héél moeilijk”, bekent Paul Kumpen. Die gebeurtenis zou later een belangrijke rode draad blijken te zijn.
Op een gegeven moment stonden jullie met drie aan het hoofd van de bouwgroep: uzelf, uw broer Robert en uw neef Jan. Drie hanen op één mesthoop?
“Oh, maar wij hadden de zaken goed verdeeld hoor. Ik leidde de aanneming en K-Boringen, de specialist in ondergrondse tunnelboringen. Broer Robert stond aan het hoofd van buizenproducent Keramo (later verkocht aan Wienerberger) en neef Jan leidde de projectontwikkelingen. Bovendien heb ik mij van bij de aanvang door goede mensen laten omringen. Mensen die in bepaalde zaken veel beter waren dan ikzelf. Ik gaf hen veel vertrouwen en veel verantwoordelijkheid. Ik wilde meteen af van de toen traditionele verhouding tussen patron en arbeiders, in de richting van de ondernemer en zijn medewerkers. Ik kan maar twee dingen geven: middelen (weliswaar beperkt) en vertrouwen. Ik wilde te allen prijzen vermijden dat het bedrijf opnieuw onthoofd zou raken als er iets met mij zou gebeuren.”
Daarom ook dat u Johan Ceyssens, één van de eerste niet-familiale CEO’s ooit, binnengehaald hebt?
“Precies! Dat gaf tegelijk ook de gelegenheid om andere uitdagingen aan te gaan, zoals Voka. En om diezelfde reden was de successie binnen onze familie al geregeld toen ik 47 jaar was. Onze vier kinderen kunnen nu zelf een stuk ondernemen. Ik kan nu met een gerust hart wegvallen of weggaan.”
U staat nochtans bekend als een gezondheidsfreak?
“Ik let erop dat ik voldoende beweeg, dat ik gezond eet en voldoende rust, dat klopt inderdaad. Zelfs als het laat dreigt te worden bij Voka, zorg ik ervoor dat ik op tijd in mijn bed beland. En fietsen, dat is belangrijk om de stress van mij af te gooien. In de tijd van mijn vader zaliger was dat nog anders. Roken en drinken, dat was toen doodnormaal.”
Wat vond u het moeilijkste als ondernemer en bedrijfsleider?
“Afscheid nemen van iemand. Of het nu omwille van ziekte, pensionering of ontslag is. Ik heb het daar altijd vreselijk moeilijk mee. Je raakt daarmee iemand in het diepste van zijn bestaan, dat besef ik maar al te goed.”
U staat bekend als een familieman. Knaagt het niet dat u het bouwbedrijf Kumpen niet binnen de familie heeft kunnen houden?
“Ja zeker. Ook al is het in twee stappen gegaan, dat blijft even pijnlijk. De baby, waar je 45 jaar van je leven voor gewerkt hebt, laten gaan, dat is niet simpel. Het is alsof je kind uit het huis vertrekt, naar één of ander ver land. Maar we hadden geen opvolging. Dan moet je realistisch zijn. De overdracht aan Willemen was de meest logische oplossing. Het was wel een belangrijke voorwaarde dat de overnemer ook een familiebedrijf was, met vergelijkbare normen en waarden, en hetzelfde respect voor de mensen. Wij wilden dat iedereen zich hier thuis blijft voelen. Bovendien is Willemen nu een van de grootste wegenbouwers van het land, met veel aandacht voor innovatie. Als je af en toe een koers wilt winnen, rijd je best vooraan in het peloton.”
Heeft u spijt van sommige beslissingen als ondernemer?
(denkt na) “Van ons avontuur in Libië. Ik was hier nog maar pas aan de slag en ons bedrijf nam – weliswaar beperkt – deel aan een snelwegenproject in Libië. Maar dat liep niet goed af en we moesten het concordaat aanvragen. We hebben dat gelukkig proper kunnen afhandelen, iedereen kunnen betalen en onze bedrijfseigendommen kunnen terugkopen. Moeilijke periode, maar véél uit geleerd!”
U bent pas uitgewuifd als voorzitter van het Vlaamse Voka-netwerk.
“Awel, ik kijk ook met tevredenheid terug op het werk dat we daar verzet hebben. De acht regionale Kamers van Koophandel én de grote rivaal Vlaams Economisch Verbond (VEV) tot één geheel smeden, dat was niet evident. Maar het is ons gelukt. Voka telt nu maar liefst 18.000 leden. Ik ben blij dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen aan het ondersteunen van het ondernemerschap. Tussen haakjes, wij proberen eenzelfde soort organisatie in het Franstalige landsgedeelte op poten te zetten tussen de Kamers en het Union Wallonne des Entreprises (UWE). Die gaat dan ‘Woka’ heten of zo (lacht).”
Humor is duidelijk belangrijk voor u.
“Ik amuseer mij graag in een groep, er moet af en toe eens goed gelachen worden. Ik kan ook niet goed alleen zijn. Humor is een van de simpele dingen die mij bewegen. Ik ben niet de man van de grote theorieën of filosofieën. Ook bij Voka zijn we altijd vertrokken van facts & figures. We zeggen niet alleen waar het niet goed gaat in de maatschappij, maar stellen ook oplossingen voor. Een dergelijke benadering levert veel respect op, ook in de politieke middens.”
Met welk gevoel kijkt u terug op uw carrière?
“Met veel dankbaarheid. Ik heb de kans gekregen om veel te realiseren en heb ook de kans gekregen om iets terug te geven. Mijn vader was van nul begonnen, mijn grootouders waren eenvoudige boerenmensen. Dat vergeet je niet hé.”
Volgend jaar wordt u 70?
“Dat is maar een getal. Ik hoop nog lang fysiek en mentaal fit te kunnen blijven.”
U krijgt deze Lifetime Achievement Award uit dank voor alles wat u in en voor Limburg teweeg heeft gebracht.
(Paul Kumpen krijgt het even moeilijk.) “Dat hebben er nog niet veel zo gezegd.”