Ruud Vormer & Hans Vanaken, de oude en “Als Hans niet wint, zal hij daar erg mee inzitten”
Hans Vanaken (26) kan vanavond geschiedenis schrijven voor Club Brugge. Nog nooit ging de trofee van de Gouden Schoen drie jaar op rij naar een speler van blauw-zwart. Wij brachten de uittredende Gouden Schoen samen met de gedoodverfde nieuwe. Ruud Vormer (30): “Ik zou het heel vreemd vinden als Hans hem niet wint.” Mehdi Carcela (Standard) in de eerste stemronde en Alejandro Pozuelo (KRC Genk) in de tweede. Zij verzamelen vast en zeker een pak punten voor de 65ste editie van de Gouden Schoen. Maar Hans Vanaken scoorde in 2018 in beide jaarhelften. Werd kampioen met Club Brugge, blonk uit in de Champions League, kreeg zijn eerste selecties als Rode Duivel en wordt door vriend en vijand aangewezen als het kloppende hart van Club. En dus zit de lange zwikzwak uit Lommel als topfavoriet in het pop-uptheater van de musical ‘40-45’ in Puurs. Zijn ploegmaat en uittredende Gouden Schoen Ruud Vormer weet beter dan wie ook wat Vanaken de volgende dagen en weken te wachten staat.
Hoe goed bevriend zijn jullie?
Ruud Vormer: “Wel goed. Hij is closer met Jelle Vossen, maar we kunnen opschieten.”
Hans Vanaken (grijnst): “Jij komt na Jelle, toch?”
Kennen jullie de naam van elkaars huisdier?
Vanaken (tot Vormer): “Ik vind dat je dat zou mogen weten. Ik weet dat jij er binnenkort één gaat hebben.”
Vormer: “Juist. Ik ga binnenkort een hond nemen. Een vizsla (een Hongaarse jachthond, nvdr.). Maar hoe heet die hond van jou toch alweer?”
Vanaken: “Lou.”
Vormer: “Juist. Bij ons thuis heb ik de beslissing genomen om de vizsla te nemen.”
Vanaken: “Echt?”
Vormer: “Ja hoor. Ik ga hem ook alleen opvoeden. Daarvoor ga ik op cursus. (doet na) Kom, kom, kom.”
Vanaken: “Dat had ik beter ook gedaan.”
Opvoeden zit wel in jou, hè Ruud.
Vormer: “Dat klopt, ik probeer het ook met Hans.”
Wat in deze groep opvalt, is dat er weinig kliekjes zijn.
Vormer: “Klopt. De Hollanders zitten niet apart.” Vanaken: “Ik denk niet dat er jongens zijn met wie ik niet overweg kan. Er zijn er wel tegen wie ik veel minder zeg dan anderen, maar het is niet zo dat er iemand buiten de groep staat.”
Vormer: “We hebben heel veel lieve jongens. Dat is misschien ook niet altijd goed. Je moet ook altijd een paar boefjes hebben. Misschien is Dennis een boefje op zijn manier. Maar ook hij is niet venijnig. Wij hebben gewoon lieverdjes. Op het veld moet je af en toe iets anders hebben.”
Vanaken: “Ik vind niet dat er te weinig venijn op het veld staat. Voor de topmatchen slagen we erin ons zo op te fokken dat we net iets meer kunnen. Bij Preud’homme deden we dat met de hulp van een mental coach. Maar je kan dat ook bij jezelf opwekken.” Vormer: “Je móét dat ook bij jezelf kunnen opwekken.”
Jullie zijn kapitein en vicekapitein. Proberen jullie de anderen mee te trekken?
Vormer: “Dat is nu eenmaal onze taak. De jongens verwachten dat ook van ons. Het zou een beetje raar zijn als wij niks zeggen.” Vanaken: “Ruud is meer een natuurlijke leider dan ik. Ik coach wel meer dan vroeger.”
Vormer: “Hans is daarin gegroeid. Een paar jaar geleden zei hij heel weinig. Maar nu hoor je hem ook altijd in de wedstrijd.” Vanaken: “Dat komt ook omdat wij spelers zijn die het sneller zien en beter begrijpen. Voor andere spelers is soms herhaling nodig om het te snappen. Op training zullen we sneller onze ploegmaats aanspreken. De coach verwacht dat van ons.”
Als je wint, moet je de dag zelf genieten. En daarna moet je weer presteren. Want dan word je op je statistieken gepakt
Ruud VORMER
Ruud, jij hebt al gezegd dat Hans de Gouden Schoen verdient. Zou je een reden kunnen bedenken waarom hij hem niet zou krijgen?
Vormer: “Ik zou het heel vreemd vinden als hij hem niet wint. Maar je weet het nooit. Misschien gaat Pozuelo ermee aan de haal.” Vanaken: “Ik denk dat het tussen Pozuelo en mij gaat. Maar Malinovskyi zie ik ook als een valabele kandidaat. Zijn statistieken zijn heel goed en het voetbal dat hij brengt, is fantastisch. Hij heeft een geweldige trap. Hij schiet er vier per match in de tribune, maar eentje zit er wel in.”
Op wiens voetbalkwaliteiten zijn jullie het meest jaloers in de Belgische competitie?
Beiden: “Wij zijn niet jaloers.” Vanaken: “Je hebt natuurlijk wel types naar wie je liever kijkt, zoals Pozuelo, Malinovskyi en ook Carcela. Spelers waar ik van hou en van geniet.”
Heeft Carcela zijn kansen verkeken in de tweede jaarhelft van 2018?
Vanaken: “Als hij zijn niveau van de play-offs had aangehouden, zou hij zeker tot de kanshebbers hebben behoord. Ik denk dat hij heel veel punten zal verzamelen in de eerste ronde, maar in de tweede ronde niet meer.”
Hoe teleurgesteld zou je zijn als je de Schoen niet krijgt? Lorenzo Staelens is ooit woedend uit het Casino van Knokke vertrokken.
Vormer: (vrolijk) “Dat doet Hans ook als hij hem niet wint.” Vanaken: “Het zou jammer zijn omdat dit misschien mijn beste jaar ooit zal zijn. Nu zit ik aan 21 goals en 21 assists. Ik ben ooit derde geworden met tien of elf goals en twaalf assists. Dan schiet ik daar nu ver boven uit. Ik zou het spijtig vinden als ik hem niet win, maar ik zou er geen weken of dagen van wakker liggen. Dan ga ik gewoon naar huis en denk ik klaar.”
Vormer: “Hans is daar heel makkelijk in. Maar toch denk ik, als hij hem nu niet wint zal hij er erg mee zitten. Dat is normaal he.” Vanaken: “Dat weet ik niet.”