“Maar tegen de zomer ben ik er weer bovenop”
De gedoodverfde nieuwe Gouden Schoen
Hans VANAKEN Vormer: “Een half jaar he.” Vanaken: (lacht) “Tegen juli ben ik erbovenop dan.”
Ruud, geef als uittredende Gouden Schoen eens drie gouden tips aan Hans.
Vormer: “De dag zelf moet je genieten. En daarna moet je weer presteren. Want dan word je op je statistieken gepakt.”
Dat zijn al twee tips. Wat is de derde?
Vanaken: “Nee leren zeggen. Dat heb ik van Timmy (Simons, nvdr.) gehoord.” Vormer: “Klopt, dat heb ik ook moeten doen. De dag erna moest ik voetballen tegen Standard. Ik had nog een paar stapjes willen nemen maar dat kon niet. Ik moest meteen naar huis. Vanaken: “Nu spelen we zondag. Ik denk wel dat ik een paar stapjes ga zetten. Op café. Een discotheek hoeft niet. Dat is niet mijn stijl.”
Heeft Club iets gepland?
Kirsten Willem, hoofd communicatie: “We hebben niks gepland, hij moet hem eerst winnen.” Vanaken: “Het maakt me allemaal niet uit, echt niet. Ik hou sowieso niet van te veel aandacht.” Vormer: “Maar die ga je wel krijgen.”
Ruud, bestaat de vloek van de Gouden Schoen?
Vormer: “Dat zeggen jullie toch?”
Is het dan alleen journalistentaal?
Vanaken: “Het probleem is gewoon dat je veel feller bekeken wordt.”
Vormer: “Zoals ik al zei, de statistieken blijven je achtervolgen.” Vanaken: “Als je een zeven krijgt in de krant dan krijg je voor dezelfde match de week erna een zes of een vijf. Tenzij je er twee scoort en een assist geeft. Ze verwachten dat je dat in elke wedstrijd doet.”
Toen jij de Gouden Schoen won, Ruud, had je ook in elke match een doelpunt en een assist.
Vormer: “Is zo.”
Vanaken: “Bij mij is dat nu ook zo, maar het kan na Nieuwjaar anders zijn. Ik heb vaak gehad dat mijn statistieken voor Nieuwjaar niet zo hoog waren en dat het erna veel beter begon te lopen. Daarom speel je niet anders of minder goed.”
De Gouden Schoen bekroont niet de speler met de beste statistieken maar de beste speler.
(beiden knikken heftig) Vanaken: “Als verdedigers en doelmannen een fantastisch jaar draaien kunnen ze hem ook verdienen. En dan kan je niet zeggen: hij heeft maar twee goals gemaakt.”
Vormer: “Brandon nvdr.) bijvoorbeeld. fantastisch.”
(Mechele, Die speelt
Ruud, hoe bepalend is Hans voor het spel van Club Brugge en jullie titeljacht?
Vormer: “Ik was van meet af aan fan van Hans. Ik kende hem niet, hij kwam van Lokeren. Maar toen ik hem zag ballen, dacht ik meteen: ‘dat is een hele goeie’. Hij heeft me nooit teleurgesteld. Aan de bal is hij altijd zo relaxed. Dat kunnen er maar weinig hoor, van zijn mannetje wegdraaien. Dan ben je een grote in mijn ogen.”
Hij heeft een atypische carrière gehad. Zat ooit bij de jeugd van PSV en is terug naar Lommel gegaan.
Vormer: “Zo zie je hoe het kan gaan. Hans’ mentaliteit is gewoon top. Hij wil altijd winnen. Uiteindelijk kom je altijd bovendrijven.” Vanaken: “Ik ben bij PSV vertrokken toen ik veertien was. Ik had in de voorbereiding het gevoel dat ik niet veel meer ging spelen en maakte de beslissing om terug te keren naar Lommel en weer plezier te hebben in voetbal. Op dat moment was dat het belangrijkste. Vandaar ben ik doorgegroeid.
Is dat je geheim? Dat je voor het plezier van het voetbal hebt gekozen in de jeugd?
Vanaken: “Dat denk ik wel. En ik denk dat ik daarom ook nog altijd plezier heb in het voetbal. Had ik toen geen plezier gehad, was ik al gestopt. Ik moet me ergens goed voelen.”
Jan Boskamp zei onlangs dat je nog tien jaar bij Club Brugge blijft.
Vanaken: “Als dat zo zou zijn, zou ik ook gewoon…”
Vormer: (onderbreekt) “Maar daar is toch niets mis mee? Soms lees ik van Hans dat hij dit moet doen of dat moet doen.” Vanaken: “Soms maken ze ervan dat ik een gebrek aan ambitie toon en dat is een verkeerde verwoording.”
Vormer: “Je weet niet hoe het loopt. Je kan ook ambitie hebben binnen Club Brugge.” Vanaken: “Ik heb ook wel ambitie om hogerop te geraken. Maar ik heb geen zin te schreeuwen: ‘ik wil weg’, als er niks is. Ik zou zelf niets forceren of managers laten zoeken naar een ploeg. Ik zou alleen maar een club willen die zelf naar me toe is gestapt omdat ze me hebben gescout. En in een gesprek met de trainer of de technisch directeur laten voelen dat ze me willen.”
Ruud, ga jij proberen Hans een transfer uit het hoofd te praten als het zo ver is?
Vormer: “We moeten nog een paar keer kampioen worden, hé. Daar hebben we Hansie voor nodig. Nee, als er een mooie club komt uit Duitsland of zo, en het voelt goed aan, moet hij dat lekker doen. Want hij kan het niveau aan.”
Axel Witsel noemde Hans een aanwinst voor de Rode Duivels.
Vanaken: Die mannen spelen allemaal in het buitenland. Toen ik er de eerste keer naartoe ging wist ik niet eens of ze mij wel kenden.” Vormer: “Komaan, ze kenden jou wel hoor.”
Vanaken: “Sommigen ken ik van de nationale jeugdploegen maar ik weet niet of bijvoorbeeld Kompany het Belgisch voetbal volgt.”
Ruud, is Hans soms niet wat vals bescheiden? Of is hij echt zo bescheiden?
Vormer: “Hij is wel een beetje bescheiden. Maar je moet hem niet veranderen. Hij moet gewoon doordoen zoals hij bezig is. Hij kan nu makkelijk mee in Duitsland of zo. Hoe oud ben je nu Hans?
Vanaken: “26. Dat begint te tellen hé.” (lacht)