Raf en Birgit uit Ulbeek timmeren aan Spaanse droom
In ‘Eviva España’, waarin Annemie Struyf Vlamingen opzoekt die in Spanje hun geluk zijn gaan zoeken, loopt het verhaal van Raf en Birgit uit Ulbeek als een rode draad door de reeks. “In Asturië zijn we eerder toevallig terechtgekomen,” vertellen ze.
Vorige week was te zien hoe Raf en Birgit leefden in Ulbeek, bij Wellen. Raf was zelfstandig IT-consultant voor bedrijven die drones willen bouwen. Hij zette zijn tv aan met spraaktechnologie. De twee bleken verwoede verzamelaars. Birgit had wel veertig serviezen. Een probleem, als je naar Spanje wilt verhuizen.
“Wij waren vooral op zoek naar een plek in de natuur, waar we rust konden vinden”, vertelt Raf. Daar praatte het koppel al jaren over. “Wij droomden vooral van een ecologische hobbitwoning in de natuur. Daar hadden we heel wat prospectie voor gedaan. We zijn gaan scouten in Wales, in Frankrijk, Hongarije en Portugal. De trigger om de stap te zetten, was dat Birgit, samen met een veertigtal andere werknemers, haar job bij de Vlaamse overheid verloor. Op de terugweg van Portugal zijn we in Asturië, in Noord-Spanje terechtgekomen, waar we een stuk grond hebben ontdekt op een berg in La Collecha, met een schitterend zicht op de vallei, met bossen en oude loofbomen. En beren en wolven, al hebben we die zelf nog niet gezien. Maar wat de beren betreft hoeft dat ook niet.” (lacht)
Uitstekende wifi
Aan die hobbitwoning zijn Raf en Birgit nog niet toe. “Er zijn maar heel weinig plaatsen in Europa waar je die legaal mag bouwen. Ook hier niet. We hopen dat later te mogen doen als onderdeel van een toeristisch project, waar we nu al aan werken. We zijn bijvoorbeeld een schuur aan het ombouwen tot een tweepersoonsguesthouse voor rustzoekers, met een buitensaunaatje en een vuurplek erbij. Dat wordt een gezellig, off-grid (losgekoppeld van het energienet, nvdr.) , passief huisje. Een unicum in deze streek. Ons eigen huis moeten we in steen bouwen. Dat houden we zo klein mogelijk, maar wel voorzien van eigentijdse apparatuur, want terug naar de natuur gaan betekent niet dat je ook honderd jaar moet teruggaan in de tijd. Er is hier een uitstekend wifisignaal.”
Eigen tempo
In de eerste aflevering was te zien dat het koppel zelf een weg heeft moeten aanleggen. Kostprijs: 20.000 euro. “We hebben ons huis in Ulbeek verkocht en leven voorlopig van onze spaarrekening. We proberen de investeringen te beperken, want we hebben voor een onbekend pad gekozen en dat houdt ook een risico in. Het wordt een heel lange weg, maar we zijn niet gehaast. We stellen ons geen deadlines en doen alles op ons ei
gen tempo. Dat was in België anders.”
Het weer in Asturië verschilt niet zo erg van het weer in Ulbeek. “Het is hier nu 13 graden, heerlijk zonneweer. ’s Nachts wordt het min 2. In de zomer, toen het geweldig weer was in België, was het hier druilerig. Maar normaal gezien is het weer hier beter en warmer.”
Witte azijn
In de eerste aflevering zat een oneliner van Birgit – “Ulbeek, of all
places” – waaruit sommige kijkers zouden kunnen concluderen dat ze vanuit Spanje neerkijken op hun vroegere woonplaats. “Dat was zeker niet zo! We hebben altijd graag in Ulbeek gewoond en hebben er vrienden met wie we via WhatsApp contact houden. We zijn uit België weggegaan om rust te vinden, weg uit de mallemolen. We voelen ons hier vrijer, meer op ons gemak. We leren andere mensen kennen. Tot onze verbazing komen nogal wat twintigers en dertigers in deze streek wonen. Geen Spanjaarden, wel Engelsen, Fransen en Denen. Asturië zal de komende jaren zeker meer bekend worden, ook door toerisme dat respect heeft voor de natuur, in tegenstelling met het toerisme aan de costa’s. Een andere verrassing was dat het hier een mijnstreek is. De laatste steenkolen worden hier ontgonnen, twintig jaar na Limburg is het hier ook reconversie. Als mijnwerkersdochter boeit me dat wel”, vertelt Birgit.
Is er dan niks wat ze missen op hun Spaanse berg? “Witte azijn!” lacht Birgit. “Dat vind je hier niet en het is toch belangrijk voor de ecologie. Hier zijn ook geen kringwinkels. Gelukkig maar, want anders kwamen we weer in de verleiding om tweedehandsspullen te gaan kopen. Misschien eerder zelf een kringwinkel beginnen...”