Burn-out grijpt om zich heen
Studie ACV-Limburg waarschuwt voor “uitslaande brand” onder werknemers
HASSELT - Steeds vaker worden Limburgse werknemers geconfronteerd met verschijnselen die duiden op een burn-out, hetzij persoonlijk, hetzij in hun omgeving. Dat blijkt uit een bevraging van ACV-Limburg. “Drie procent van de ondervraagden had zelf ooit een burn-out, maar liefst 84 procent kent in zijn of haar omgeving wel iemand die er het slachtoffer van was.”
Eén op de twee Limburgse werknemers heeft na het werk vaak geen fut meer om nog iets anders te doen, zelfs niet voor vrijetijdsactiviteiten. Eén op de twee Limburgers piekert na de uren nog verder over het werk. Zes op de tien werknemers krijgen zelden of nooit een schouderklopje. En zes op de tien Limburgers hebben lichamelijke klachten door hun job. Dat zijn enkele opmerkelijke resultaten uit een onderzoek van de christelijke vakbond ACV-Limburg bij meer dan 8.000 Limburgse werknemers. “De indicatoren die wijzen op een mogelijke burnout brengen dus weinig goed nieuws”, aldus Jean Vranken, voorzitter van de vakbond.
Geen fut meer
Opvallend: de helft van de Limburgse werknemers in de leeftijdsgroep van 26 tot 39 jaar zegt geen fut meer te hebben voor vrijetijdsactiviteiten of sociale contacten na het werk. Deze vaststelling komt volgens ACV-Limburg overeen met eerder onderzoek waarin deze leeftijdscategorie extra gevoelig blijkt te zijn voor burn-outs. ACV-Limburg spreekt over “een uitslaande brand”. Steeds meer werknemers worden geconfronteerd met een burn-out of met symptomen die daarop wijzen, hetzij persoonlijk, hetzij in hun omgeving. Drie op de honderd ondervraagden hebben zelf ooit een burn-out gehad, 84 procent kent wel iemand die een burn-out heeft gehad. “Dit toont aan hoe wijdverspreid de klachten zijn”, aldus Vranken.
Preventie
Volgens de voorzitter van ACVLimburg blijkt uit de literatuur over het onderwerp dat een burnout – de fysieke, emotionele en mentale uitputting ten gevolge van langdurige overbelasting – vrijwel altijd werkgerelateerd is. Een burn-out is vaak een gevolg van weinig variatie, te hoge werkdruk, te weinig zelfstandigheid in het werk of een moeilijke relatie met collega’s of leidinggevenden. “De uitslaande brand moet dan ook aan de bron worden aangepakt: op de werkvloer.” De wetgever legt dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor de preventie van burnouts bij de werkgever, zegt Jean Vranken.
“De wetgever verplicht de werkgever om een preventiebeleid te ontwikkelen om de gezondheid en de veiligheid van de werknemers te beschermen. Daarbij moet ook aandacht besteed worden aan de psychosociale aspecten van het werk. Eens de problemen gekend zijn, moeten in overleg met het personeel de juiste preventiemaatregelen genomen worden.”
Loonverlies en kost
Uit de bevraging blijkt ook dat burn-outs een steeds belangrijker thema worden in de bedrijven. Meer dan 70 procent van de ondervraagden vindt dat de bedrijven maatregelen moeten nemen om burn-outs te voorkomen. “De bedrijven hebben daar ook alle belang bij. De gevolgen van een burn-out zijn immers aanzienlijk: werknemers die getroffen worden door een burn-out zijn gemiddeld zes tot twaalf maanden afwezig. Dat betekent voor de werknemer een aanzienlijk loonverlies, om van het psychische leed nog te zwijgen, en voor de werkgever een aanzienlijke kost.” Des te verrassender is volgens Jean Vranken dan ook dat twee op de drie Limburgers aangeven dat ze niet of niet zeker weten tot wie ze zich kunnen wenden met mogelijke burn-outklachten. “Er is dus nog veel werk.”