Het Belang van Limburg

RESETTEN IN DE KEVIE

Horeca-uitbater JEAN-PIERRE JAEKEN fietst en loopt de stress van zich af

-

Wouter Torfs zingt bij een Aalsterse coverband, Fernand Huts en Marc Coucke verzamelen kunst, Noël Essers rijdt door de woestijn en Jos Vaessen gaat kijken naar KRC Genk. Ondernemer­s zoeken op tijd en stond verstrooii­ng buiten hun bedrijf, ook zij die in de horeca hun boterham verdienen. “Een mentaal en fysiek belastende sector”, zegt Jean-Pierre Jaeken, de 59-jarige zaakvoerde­r en eigenaar van sterrenres­taurant Altermezzo in Riksingen. Om lichaam en geest fit te houden, fietst of loopt hij elke dag. “In de gastronomi­e kan je de knop nooit afzetten, maar door te sporten kan je wel resetten.”

Donderdag, marktdag. Onder de toren van de Tongerse Onze-Lieve-Vrouwebasi­liek en aan de voet van het standbeeld van Ambiorix gonst het van de drukte. “Madammeke, vijf kilo appelsiene­n voor de prijs van vier. Goed voor de portemonne­e en de lijn!” prijst een standhoude­r zijn waar aan met het theatrale talent van een afgestudee­rde van Studio Herman Teirlinck. Voordelig kopen is voor veel bezoekers ongetwijfe­ld dé reden om aan de kramen in het voormalige Atuatuca Tungrorum prijsbewus­t te kijken en vergelijke­n, maar de voortzetti­ng in de naburige tavernes doet vermoeden dat ook sociaal contact niet onbelangri­jk is.

“Als het markt is, moet je hier altijd zoeken naar een tafeltje”, zegt Jean-Pierre Jaeken in eetcafé Intermezzo, de zaak waarvan hij mede-eigenaar is. Een paar kilometer verder runt hij ook Altermezzo, het restaurant dat hij in 2010 opende. Zeven jaar later werd het bekroond met een Michelinst­er. Sindsdien gaat het hard voor de Tongenaar en zijn team. Wie er tijdens het weekend wil tafelen, belt best niet de avond voordien. “Ik had nooit durven voorspelle­n dat het zo’n vaart zou lopen. Ik had mijn handen vol met Intermezzo, maar op een dag zag ik dat het vroegere schoolgebo­uw van Riksingen leegstond. Ik werd verliefd op het pand, vooral toen ik merkte welke mogelijkhe­den er waren. Ik had ideeën om er een brasserie in het betere segment van te maken, om er bistronomi­e te brengen. Omdat de chef het na een tijd niet meer zag zitten om elke dag van Dilsen naar Tongeren te rijden, werd souschef Jo Grootaers zijn vervanger. Hij was nog maar twintig, maar toonde zoveel talent, dat we de lat hoger legden en voluit de kaart van de gastronomi­e trokken.” Ook voor Jean-Pierre Jaeken en zijn vrouw Gerda veranderde er heel wat. “Het managen van een sterrenzaa­k vraagt het engagement van een topsporter. Je bent er zeven op zeven van ’s morgens tot ‘s nachts mee bezig. Telefoons beantwoord­en, overleggen met de chef en de sommelier, de cijfers in de gaten houden, reageren op opmerkinge­n van lastige klanten … Dat laatste wordt steeds meer een probleem. Ik heb alle begrip voor mensen met een allergie, maar ik heb vaak de indruk dat ze een excuus verzinnen omdat ze iets niet lusten. Als ze niet tevreden zijn, gooien ze het op TripAdviso­r. Dat is een machtig wapen geworden.” “Om dat allemaal mentaal en fysiek aan te kunnen, ga ik minstens één keer per dag lopen of fietsen. Ik vind het zalig om in natuurgebi­ed De Kevie de benen los te gooien. Ik geniet er niet alleen op het moment zelf van, maar ook nadien. Het is fenomenaal hoeveel werk je kan verzetten als je getraind bent. Het kost me geen moeite om in de zaak tien uur op de been te zijn. Vergis je niet, in het zomerseizo­en geraakt de stappentel­ler makkelijk op vijftien à twintig kilometer. Een paar honderd keer van de keuken naar het terras en terug, dat tikt aan.”

Lanzarote

De bijna 60-jarige Tongenaar liep jarenlang marathons en heeft ook enkele volledige triatlons (de marathon, 180 kilometer fietsen en 3,8 kilometer zwemmen) op zijn palmares.

“Al zeg ik het zelf, in mijn jonge jaren was ik een vrij getalentee­rde voetballer, maar ik had te weinig karakter. Als ik er wat meer voor had gedaan, was ik verder geraakt dan SK Tongeren. Dat realiseerd­e ik me helaas pas achteraf. Als compensati­e voor die mislukte voetbalcar­rière begon ik maniakaal te lopen. Ik nam twee keer deel aan de Iron Man van Lanzarote en liep een tiental marathons in binnen- en buitenland. Nu ben ik daar voorzichti­ger mee geworden. Op mijn leeftijd moet je oppassen voor spier- en gewrichtsb­lessures, maar ik blijf fanatiek sporten. Als je ooit je pijngrens hebt verlegd, gaat alles veel makkelijke­r. Mijn verstand zegt dat driekwart van mijn leven voorbij is, maar dankzij het lopen en fietsen voel ik dat niet zo aan.” Fietsen doet hij iedere zaterdag met de mannen van Sluizen. “Dat is een groep fanatieke fietsvrien­den uit heel Tongeren, maar we verzamelen iedere zaterdag in café Maryton in Sluizen en rijden zo’n 120 kilometer met het drielanden­punt in Vaals als bestemming. We stoppen daar om een koffie te drinken en keren dan terug. In die tocht zitten heel wat hoogtemete­rs. Als je niet getraind bent, is het onmogelijk om te volgen.”

“In de zomer rijden we ook door de Ardennen. Banneux, Aywaille, Stoumont… Ik ken ongeveer alle dorpjes in Wallonië. Op maandag en dinsdag is het restaurant gesloten en trek ik er vaak op uit met mijn sommelier Rudy Schurmans. Dat is meer op het gemak. We rijden zeventig à tachtig kilometer en praten tussendoor over van alles en nog wat. Ik fiets ook vaak op de rollen. Veel fietsliefh­ebbers doen dat niet graag, maar ik kan daarvan genieten. Ik heb me een Tacx-systeem aangeschaf­t, waarmee je bergop en bergaf kan fietsen. Als je maar een uurtje tijd hebt, is dat ideaal om de benen los te gooien.”

Het managen van een sterrenzaa­k vraagt het engagement van een topsporter In de zomer geraakt mijn stappentel­ler makkelijk op

15 à 20 kilometer We rijden zo’n 120 kilometer met het drielanden­punt in Vaals als bestemming

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium