Erfenissen liggen veruit het laagste in Zuid-Limburg
Helft Vlaamse erfenissen lager dan 132.000 euro
BRUSSEL - Vlamingen lieten in 2017 meer spaargeld en beleggingen na, maar minder vastgoed. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Vlaamse belastingdienst. Het verschil tussen de rijkste en armste gemeenten blijft wat erfenissen betreft groot. Vooral in Zuid-Limburg ligt het mediaan vermogen beduidend lager dan in de rest van Vlaanderen. In Heers zijn de erfenissen het laagst: daar bedroeg de gemiddelde erfenis in 2017 amper 62.000 euro.
Bijna 11,5 miljard euro. Zo groot was het belastbare vermogen dat de Vlamingen in 2017 nalieten aan familie, kinderen en andere erfgenamen. Concreet gaat het om overlijdens waarvoor een aangifte werd ingediend of die ambtshalve getaxeerd werden.
Het gaat om 5,71 miljard euro aan roerend vermogen (spaargeld, beleggingen,...) en 5,48 miljard euro aan onroerend vermogen (vastgoed). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Vlaamse belastingdienst, die sinds 2015 bevoegd is om de successierechten te innen. Die Vlaamse fiscus geeft nu voor het eerst cijfers vrij voor het jaar 2017. Opvallend is dat het roerend vermogen voor dat jaar licht gestegen is, terwijl het nagelaten onroerend vermogen lichtjes daalde. Het eerste is volgens de Vlaamse belastingdienst wellicht mede te danken aan de goede prestatie van de aandelenmarkten in 2017.
Het tweede – de daling van het onroerend vermogen – is mogelijk een effect van de hervorming van de onroerende schenkingen. “De tarieven voor onroerende schenkingen werden medio 2015 verlaagd, wat aanleiding heeft gegeven tot een toegenomen aantal onroerende schenkingen. Dat kan als gevolg hebben dat het onroerend vermogen in de nalatenschappen daalt”, zegt Kris De Sagher, woordvoerder van de Vlaamse belastingdienst. Opvallend is dat de helft van de nalatenschappen in Vlaanderen kleiner zijn dan 132.000 euro en zo’n 70 procent onder de drempel van 216.000 euro blijft steken. Slechts 10 procent van de overleden Vlamingen liet meer dan 450.000 euro na. Gehuwden laten bijna dubbel zoveel na als gescheiden erflaters: gemiddeld zo’n 150.000 euro, tegenover 85.000 euro.
In het buitenland wordt het nagelaten belastbaar vermogen vaak stelselmatig groter naarmate de erflaters ouder worden. In Vlaanderen is dat niet zo. Dat heeft wellicht vooral te maken met de stijgende verzorgingskosten in Vlaanderen. Hoogbejaarden komen vaker in een rusthuis terecht en dat is duur. Een andere verklaring is dat vanaf die leeftijd meer Vlamingen anticiperen op de erfbelasting door actief aan successieplanning te doen, bijvoorbeeld via schenkingen.
Zuid-Limburg
Ook de grote onderlinge verschillen per gemeente zijn opvallend. Aan de bovenkant van de tabel springt vooral Sint-Genesius-Rode erbovenuit, waar op 102 erfenissen een gemiddelde nalatenschap van 335.000 euro werd geregistreerd. De cijfers van de overige rijkste Vlaamse gemeenten (Wezembeek-Oppem, Sint-MartensLatem, Kraainem, Tervuren en Overijse) liggen een stuk lager, maar zelfs daar laten ze bijna vier keer zoveel vermogen na als die van de armste gemeente: het Limburgse Heers. Daar bedroeg de gemiddelde erfenis in 2017 amper 62.000 euro. Althans voor die gemeenten waarvoor de cijfers over de nalatenschap voldoende betrouwbaar zijn. Gemeenten met minder dan 20 overlijdens per jaar worden door de Vlaamse belastingdienst steevast uit de cijfers gefilterd. Niettemin is enige nuance op zijn plaats. De effectief geïnde belastingen op die geregistreerde erfenissen liggen veel lager. Bovendien is het niet altijd zo dat de betrokken erfgenamen in de rijke Vlaamse gemeenten altijd meer krijgen. Dat hangt vanzelfsprekend af van het aantal erfgenamen en van de graad van verwantschap. Kinderen in rechte lijn worden veel minder belast dan verre familieleden.