Lichte daling van ochtendfiles in 2018
BRUSSEL/ANTWERPEN - De ochtendfiles op de Vlaamse snelwegen waren in 2018 minder lang dan in recordjaar 2017. Daar waar er het meest moet worden aangeschoven, zoals de Kennedytunnel en GrootBijgaarden, zijn de wachttijden echter nog toegenomen.
Eerst het goede nieuws. De ochtendspits was in 2018 minder zwaar dan het jaar voordien. Op een gemiddelde werkdag stond er op de Vlaamse snelwegen 150 kilometer file, 8 kilometer minder dan in recordjaar 2017. Volgens het Vlaams Verkeerscentrum, dat vandaag het jaarrapport publiceert, is dat vermoedelijk het gevolg van het droge weer in 2018, dat in schril contrast stond met het natte najaar in 2017. “Daardoor zijn de cijfers voor 2018 eerder een
Meer op snelwegen
De verzadiging blijft immers nog toenemen. Het autoverkeer op de Vlaamse snelwegen is vorig jaar gestegen met 0,4 procent op weekdagen en met 2,3 procent tijdens het weekend. Het vrachtverkeer op weekdagen is toegenomen met 1,2 procent. Dat is het meest zichtbaar op de plaatsen waar de meeste files staan. De absolute topper is de Kennedytunnel richting Nederland. Na de stijging in 2017 met 50 minuten per dag is daar vorig jaar nog eens 40 minuten bijgekomen. Op een gemiddelde werkdag staat daar nu al meer dan 11 uur file. Andere grote stijgers zijn de Brusselse binnenring in Groot-Bijgaarden (een half uur meer file tot 510 minuten per dag) en de E19 Brussel-Antwerpen aan de aansluiting met de Antwerpse buitenring (half uur meer tot 220 minuten per dag). “De cijfers bevestigen dat we de schuppen in de grond steken op de juiste plaatsen”, zegt Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA). “Rond Antwerpen zijn we begonnen aan een investering van 3,5 miljard euro en rond de Brusselse Ring plannen we onder meer 20 kilometer vernieuwde weginfrastructuur.”
Weyts wijst ook naar de plaatsen waar de files zijn afgenomen. “De E313 tussen Tessenderlo en Lummen bijvoorbeeld was vroeger een structureel knelpunt, maar de doorstroming is daar aanzienlijk verbeterd na de infrastructuurwerken in Lummen.”