Vlaamse provincietoets
West-Vlaanderen wordt jaarlijks voor 314 miljoen euro aan Vlaamse middelen
ondergefinancierd. Voor Limburg is dat 184 miljoen euro. Vlaams-Brabant is met 245 miljoen euro surplus de middelenkampioen. Dat blijkt uit de Limburgtoets die sp.a-voorzitter en UHasselt-gastprofessor John Crombez op alle Vlaamse provincies heeft
toegepast.
Toen deze krant in februari 2015 uitpakte met de Limburgtoets veroorzaakte dit heel wat controverse, en leidde dit tot scherpe debatten in het Vlaams Parlement. Om die toets vorm te geven had econoom en UHasselt-professor Lode Vereeck bij 24 ministers uit de federale en Vlaamse regering de overheidsactiviteiten opgevraagd die niet in de ministeries en centrale diensten in Brussel gebeuren, maar gedecentraliseerd op het terrein: investeringskredieten, toelagen en personeelskosten. Die resultaten zette hij af tegenover de meest voor de hand liggende parameters zoals bevolking, doelgroepen, oppervlakte en toegevoegde
Met een jaarlijkse onderfinanciering van 313,88 miljoen euro is het West-Vlaanderen van Vlaams regeringsleider Geert Bourgeois (N-VA) en zijn viceminister-president Hilde Crevits (CD&V) het kneusje van de Vlaamse klas.
Het beleidsdomein is de grootste schuldige. Meer bepaald de KULAK (KUL-campus in Kortrijk) en de hogescholen krijgen in verhouding met het aantal 18-24-jarigen voor 192 miljoen euro te weinig werkingsmiddelen. Ook in het beleidsdomein (sociale huisvesting en woonleningen) wordt de provincie voor 115 miljoen euro ondergefinancierd. In verhouding tot het bevolkingsaantal komt er te weinig uit het
(70 miljoen euro) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en de steunprogramma’s van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (53 miljoen euro).
Gemeentefonds
Het enige beleidsdomein waar West-Vlaanderen opvallend meer krijgt dan waar het recht op heeft, is
(+86 miljoen euro). Goed 85 procent van dit bedrag komt uit de investeringstoelage voor ziekenhuizen van het Vlaams Instituut voor Personen met een Handicap (VIPA).
Ouderenzorg
Onderwijs
Wonen
Steden- en
Welzijn en
waarde. Volgens de toets had Limburg jaarlijks recht op 2,74 miljard euro aan federale en Vlaamse middelen, maar kreeg het slechts 2,41 miljard euro. “Limburg loopt elk jaar 326 miljoen euro mis omdat politiek Brussel niet geeft waar de provincie recht op heeft. Dat is 12 procent of 381 euro per Limburger”, concludeerde Vereeck, die toen Open VldSenator was. “Vooral ons spoor, hoger onderwijs en de cultuursector krijgen veel te weinig.”
Als gevolg van het ziekteverlof van Vereeck neemt sp.a-voorzitter John Crombez al enkele maanden diens lessen openbare en publieke financien aan de UHasselt over. Het is vanuit die functie dat Crombez de Limburgtoets mee heeft uitgebreid en gefinaliseerd naar de vier andere Vlaamse provincies.
Let wel: door het wegvallen van het NMBS-investeringsplan - dat verklaarde het grootste deel van de scheeftrekking van de federale uitgaven - heeft Crombez deze provinciale toets enkel toegepast op de Vlaamse middelen. Goed om weten is dat het om de middelenverdeling uit de periode 2012-2015 gaat. Die verdeling mag anno 2019 met enkele punten en komma’s zijn aangepast, toch geeft ze op macro-economisch niveau nog altijd een juist beeld over de verdeling van de middelen. Wat zijn de resultaten? Waar er verliezers zijn, zijn er ook winnaars. OostVlaanderen behoort tot deze laatste categorie want die provincie krijgt jaarlijks 171,89 miljoen euro meer dan waar ze recht op heeft.
Onderwijs:
De gulste gever is het beleidsdomein terwijl de personeelskosten en investeringskredieten lager uitvallen dan waar het bevolkingsaandeel (0-24 jaar) recht op geeft, maakt de post ‘werkingsmiddelen voor hogescholen en universiteiten’ veel goed. Daar zit Oost-Vlaanderen met een overfinanciering van 141 miljoen euro. Ook het speelt de provincie in positieve zin parten. Vooral dankzij Gent krijgt Oost-Vlaanderen jaarlijks 64 miljoen euro meer uit het fonds dan waar het volgens zijn bevolkingsaantal recht op heeft. Tenslotte zorgen ook de Vlaamse woonleningen voor een surplus van 47 miljoen euro.
Steden- en Gemeentefonds
In hoofdzakelijk twee beleidsdomeinen krijgt OostVlaanderen opmerkelijk minder dan waar het recht op heeft. In de vloeit er jaarlijks 68 miljoen euro te weinig naar de provincie. Daarnaast kampen de met een onderfinanciering van bijna 14 miljoen euro op jaarbasis.
VIPA-investeringsbetoelagingen
VDAB-kantoren