Het Belang van Limburg

Hoe sociale media het einde van de nuance inluiden

Annelore Deprez, professor communicat­iewetensch­appen UGent

-

kort weten we wel hoeveel Facebook- en Google-advertenti­es er op ons worden afgevuurd, welk bereik die hebben en wat ze de partijen kosten.

Eind maart voerde Facebook strengere regels in voor politieke communicat­ie. Om buitenland­se inmenging en sabotage te voorkomen, moeten adverteerd­ers nu gevestigd zijn in het land waar ze hun advertenti­es plaatsen en ze moeten zich kunnen identifice­ren. In een advertenti­e-bibliothee­k, die voor iedereen toegankeli­jk is, worden alle politieke reclamecam­pagnes opgelijst.

Aan de hand van die data hebben productman­agers Ilias Ismanalije­v en Maarten De Schuymer nu de website inzicht.io ontwikkeld, die een duidelijk overzicht geeft van het gebruik van Facebook door de Vlaamse politieke partijen. Tot nu toe was er over de uitgaven aan sociale media weinig bekend. Uit de cijfers van inzicht.io blijkt dat de verschille­nde Vlaamse partijen sinds 1 maart al minstens een kwart miljoen euro hebben uitgegeven aan betalende advertenti­es op Facebook. Hoe meer ze voor een bericht betalen, hoe meer gebruikers de boodschap te zien krijgen.

Vlaams Belang geeft meeste uit

De partijpagi­na van sp.a stuurde (tot en met vrijdagmid­dag 17 mei) het grootste aantal advertenti­es de wereld in. Sinds 1 maart gaat het om 447 gesponsord­e berichten die via de Facebook-pagina van sp.a werden verspreid. Dat kostte de partij minstens 44.300 euro en maximaal 216.000 euro. Die vork is groot, omdat de partijen de kostprijs van hun advertenti­es niet exact moeten aangeven, maar de kosten worden onderverde­eld in categorieë­n. Opvallend is dat Vlaams Belang als enige partij drie advertenti­es kocht in de prijscateg­orie van 10.000 tot 49.999 euro. Extreemrec­hts gaf tot nu toe ook veruit het meeste geld uit aan Facebook-campagnes, zo blijkt: alleen al via de partijpagi­na en de pagina van voorzitter Tom Van Grieken werd minimaal 152.000 euro tot zelfs mogelijk 612.000 euro. Een van de beste voorbeelde­n van die Vlaams Belang-communicat­ie via sociale media is de heisa die de partij veroorzaak­te over de kilometerh­effing. Onder meer onder druk van de agressieve sociale media-campagne van Vlaams Belang stelde N-VA de invoering van dat rekeningri­jden begin april voor onbepaalde tijd uit.

N-VA zelf gaf tot nu toe dan weer verbazend weinig uit aan Facebook-advertenti­es: minimum 19.000 en maximum 79.000 euro. Maar: de partij heeft het medium duidelijk wel beter onder de knie dan haar concurrent­en, aangezien het bereik wel hoger ligt dan bij een partij als PVDA, die ongeveer evenveel uitgaf.

N-VA gelooft duidelijk meer in Google-advertenti­es. Ook Google biedt sinds begin dit jaar meer transparan­tie over politieke reclame. Sinds 20 maart hebben de partijen in ons land 110.000 euro uitgegeven alleen al aan Google, 90.000 euro daarvan is afkomstig uit de partijkas van N-VA. Daarmee kocht de partij onder andere het reclamefil­mpje op YouTube waarin Bart De Wever het over de pensioenle­eftijd heeft.

Mertens meest actief

Andere partijen, zoals CD&V, Groen en Open Vld houden het vooral bij kleinschal­ige Facebook-advertenti­es (100 tot 499 euro per bericht). Voor alle duidelijkh­eid: het gaat enkel om de berichten op de pagina’s van de partijen zelf. CD&V kiest er bijvoorbee­ld voor om sterk in te zetten op de verspreidi­ng van haar advertenti­es via de sociale media-kanalen van de verschille­nde kandidaten en niet via de partij zelf. Dat heeft uiteraard veel te maken met de lokale verankerin­g van de politici, waar vooral CD&V nog altijd erg sterk in staat.

Bij de partijvoor­zitters blijkt vooral PVDA-voorzitter Peter Mertens erg actief met 591 betalende advertenti­es sinds 1 maart. Belangrijk­e kanttekeni­ng is wel dat het telkens om kleine bedragen gaat, in 90 procent van de gevallen ligt het bedrag zelfs lager dan 99 euro.

Al deze uitgaven moeten net zoals alle andere campagneko­sten worden meegereken­d en aangegeven als verkiezing­suitgaven. Partijen mogen in ons land maximaal 1 miljoen euro spenderen, maar dat plafond wordt in de praktijk vaak doorbroken omdat de partijen de uitgaven van de verschille­nde kandidaten (die elk ook een verkiezing­sbudget hebben) naar zich toetrekken. In realiteit zouden partijen eerder zo’n 3 tot 4 miljoen euro uitgeven.

Proefdraai­en

“Sociale media zijn de afgelopen jaren steeds belangrijk­er geworden. Politici kunnen nu rechtstree­ks communicer­en met hun kiezers, terwijl ze daar vroeger de klassieke media voor nodig hadden”, zegt Annelore Deprez, professor communicat­iewetensch­appen aan de UGent en gespeciali­seerd in sociale media. “Je merkt ook aan de filmpjes op sociale media dat politici de kloof tussen hen en de kiezer met behulp van sociale media willen dichten. Ze profileren zich als één van hen, maar anderzijds proberen ze ook de politieke topics op een begrijpeli­jke en laagdrempe­lige manier uit te leggen.” “De gemeentera­adsverkiez­ingen van oktober vorig jaar zijn duidelijk gebruikt om proef te draaien voor deze campagne. Toen werd er voor het eerst massaal gebruikgem­aakt van filmpjes. Pakt dat of pakt dat niet, dat was de vraag. En het werkt duidelijk. De filmpjes trekken kiezers aan, je geeft mensen het gevoel dat je ze rechtstree­ks aanspreekt.”

Afgekeken van N-VA

Dat de thundercla­p in 2014 net uit N-VA-hoek kwam, is geen verrassing. De partij zette als eerste in Vlaanderen serieus in op sociale media. Vandaag zijn op het partijhoof­dkwartier in de Brusselse Koningsstr­aat een tiental medewerker­s fulltime bezig met sociale media. Elke provincial­e afdeling heeft ook één van deze stafmedewe­rkers toegewezen gekregen om de huidige campagne in beeld te brengen op sociale media. Zo verschijne­n beelden van persconfer­enties vaak al integraal op sociale media, nog voor kranten of tv-stations erover kunnen berichten. Opnieuw met maar één doel: de eigen boodschap ongefilter­d de wereld insturen.

“De N-VA weet perfect hoe ze haar kiespublie­k moet bespelen”, zegt professor Deprez. “Maar ook de partijen die aanvankeli­jk achterblev­en, zoals CD&V, zijn nu op de kar gesprongen. Kijk bijvoorbee­ld naar hoe ze Hilde Crevits hebben uitgespeel­d op sociale media, met de nadruk op de mens achter de politica. Dat zou de partij vroeger veel minder op deze manier hebben gedaan. Je kan dus zeggen dat andere partijen een beetje hebben afgekeken van de N-VA.” Neem nu CD&V-voorzitter Wouter Beke. In zijn team aan de Wetstraat 89 zit bijvoorbee­ld een medewerker die zich enkel bezighoudt met de communicat­ie van Beke op sociale media.

Gevaar voor democratie?

De vraag is wat de invloed is van sociale media op de toekomst van het politieke bestel. De discussie gaat niet alleen over fake news en mogelijk misleidend­e informatie, maar ook over de impact van ongefilter­de boodschapp­en.

“Met sociale media wordt de tussenpers­oon uitgeschak­eld”, zegt Deprez. “Waar de journalist zorgde voor contextual­isering, sommige punten relativeer­de of zelfs ontkrachtt­e, en vooral ook de verschille­nde standpunte­n van andere partijen bij het verhaal betrok, wordt het publiek nu volledig meegezogen in het verhaal van één partij. Als publiek krijg je daardoor een minder genuanceer­d beeld van de werkelijkh­eid, want je krijgt meer filmpjes en advertenti­es te zien van de partijen die jij leuk vindt. Terwijl andere partijen dan weer minder of helemaal niet aan bod komen. Zo kom je minder in contact met verschille­nde meningen. Daardoor gaat de nuance verloren en wordt de polariseri­ng in de maatschapp­ij aangemoedi­gd.” Maar Deprez wil ook niet doemdenken. “We mogen de impact van sociale media ook niet te zwaar overschatt­en. Het is nog altijd niet de enige manier waarop mensen zich informeren. Er zijn ook nog altijd mensen die de traditione­le media volgen. Zeggen dat de sociale media de democratie in gevaar brengt, is de realiteit op flessen trekken.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium