In de ban van de ballen Freddy Donkers moet BK in goede banen leiden in Hasseltse snookerclub Play Ball
Neem een machtswissel met de bijhorende chaos aan de nationale bondstop. Voeg daarbij verkiezingen, die hun impact hebben op de installatie van de beoogde sportzaal in Sint-Truiden. Het gevolg: paniek en een bom onder de organisatie van het BK snooker in 2019. Ze werd onschadelijk gemaakt door Freddy Donkers, zijn team van vrijwilligers en uitbaatster Inge Jamaers van snookerclub Play Ball aan de Kuringersteenweg in Hasselt. Het BK wordt zo voor het zevende jaar na mekaar in Limburg afgewerkt.
Met de verwikkelingen en ontwikkelingen aan de top van de nationale en Vlaamse snookerfederatie gaan we de daarvoor nodige krantenbijlage niet vullen. Liever een dubbele bladzijde over de passie voor het spelletje, die zich bijna 33 jaar geleden nestelde onder de huid van de inmiddels 62jarige Freddy Donkers. Met dank aan één van de échte winters van toen.
“Ik werkte in de bouw maar het vroor zo fel dat we enkele dagen moesten thuisblijven. Samen met mijn broer en een kameraad gingen we dan maar een keertje snookeren in de Hasseltse binnenstad. Ik was meteen in de ban van het spelletje. Omdat het makkelijker parkeren was aan de Play Ball heb ik me uiteindelijk bij deze club aangesloten.”
Je liet je ook snel overhalen om clubbestuurder te worden.
Donkers: “Dat heeft amper een jaar geduurd. Intussen ben ik al meer dan dertig jaar sportleider. Meestal met korte ei, soms ook met een lange ij. Wij hebben 83 leden en maar liefst achttien competitieploegen. Als één van de drie spelers niet kan, bellen ze mij om een reserve op te roepen. (lacht) Het is soms improviseren maar een oplossing vinden we altijd.”
Er verdwenen de jongste jaren erg veel snookerzaken in Limburg, waardoor verschillende clubs werden opgedoekt of een lokaal delen. Daar profiteren jullie van?
“Tegen wil en dank. Ik zou graag enkele ploegen opofferen voor opnieuw meer clubs in Limburg. Want deze evolutie is niet goed voor onze sport. Bovendien zitten wij op maandag, dinsdag en woensdag aan een maximale bezetting van de tafels.”
Speel je zelf ook nog? Wat is je hoogste break?
“47 maar schrijf er maar bij dat daar wat geluk bij kwam kijken. Ik speel nog enkele keren per week enkele frames en vorm een competitieploeg met Romain Schots en Matt Vliegen. Omdat mijn ploegmaats zo sterk zijn, promoveren we als nummer twee van vierde naar derde afdeling. Maar in die reeksen staat amusement op de eerste plaats. Met een team van De Maxx is de band zo amicaal, dat onze wedstrijden vast worden onderbroken door een culinaire stop. (schatert) Zij serveren thuis pizza, wij hier koffie en vlaai.”
Tegelijkertijd probeer je als sportleider ook topspelers naar Play Ball te lokken.
“Zij vormen het uithangbord van een club. Ik denk dat wij zestien keer Limburgs kampioen zijn geworden in twintig seizoenen. Belgisch kampioen en ex-prof Bjorn Haneveer speelde hier bijvoorbeeld verschillende seizoenen. Maar de uitstraling van de interclub is afgenomen, daarom proberen we ons meer toe te leggen op het laten doorbreken van jonge talenten. Zo investeren we als club mee in de carrière van de 16-jarige Luikenaar Julien Leclercq. Ik geniet ervan om te zien hoe jonge talentjes zich ontwikkelen. Coach Danny Moermans haalt het beste in hen naar boven. Als je bijvoorbeeld de tienjarige Liam Tielens zijn eerste breaks ziet maken, dat zijn de mooie momenten.”
Moermans’ voormalige pupil Luca Brecel is ook aangesloten bij Play Ball.
“Daar zijn we heel blij mee. Luca speelt hier met zijn ploeg interclub, wanneer zijn agenda het toelaat. Hij is heel sympathiek en bereikbaar voor iedereen.”
Jullie organiseren ook vrij veel tornooien. Al zijn de deelnemersaantallen en prijzenpotten niet meer te vergelijken met de gouden jaren.
“Ik herinner me dat we hier in 1997 een internationaal tornooi organiseerden met een prijzenpot van 180.000 frank (4.500 euro). Daar kwamen spelers uit zes landen op af. Uitbater Willy Jamaers ging mee op zoek naar sponsors, dat was een win-winsituatie voor club en snookerzaak. Maar die tijden liggen jammer genoeg al ver achter ons. Het is veel moeilijker om ergens sponsoring los te weken. En de uitbaters hebben het veel moeilijker gekregen door het rookverbod en de witte kassa.”
Toch halen jullie het Belgisch kampioenschap naar hier. Hoe is dat gelopen?
“De snookerwereld is klein, ik had al langer horen vliegen dat er problemen waren met de organisatie. Een beetje jammer, ik vind het knap wat de voorbije vier jaar in Sint-Truiden gerealiseerd werd. Maar blijkbaar moesten de tapijten op 26 mei gebruikt worden in verschillende stemlokalen en was het te duur voor de snookerbond om in Sint-Pieter een andere vloerbekleding te voorzien. Neem daar de strubbelingen aan de bondstop bij en ik had het gevoel dat ze op zoek naar een alternatief wel eens bij ons zouden kunnen aankloppen.”
Omdat er in heel het land amper clubs met minimaal zestien snookertafels zijn.
“Inderdaad. Ik wilde de uitdaging best aangaan en ondervond dat ook uitbaatster Inge Jamaers zich achter ons project Tussen vandaag en zondag 2 juni komen in Play Ball in totaal 550 deelnemers aan de opstoot in elf verschillende categorieen. Op zondag 19 mei worden al de titels verdeeld bij de U18, masters +50 en de dames, waar Wendy Jans haar zeventiende nationale titel kan pakken. Topfavoriet bij de heren, die hun finale op de slotdag op 2 juni afwerken, is Jans’ ploegmaat en titelverdediger Kevin Van Hove.
Het BK kent twee grote afwezigen: zowel Peltenaar Tomasz Skalski als het veertienjarige toptalent Ben Mertens proberen tussen 18 en 31 mei op de Q School in Wigan één van de twaalf tickets voor de professionele tour te pakken. wilde scharen. Ook al is dat een hele onderneming.”
Moest er zoveel verbouwd worden?
“De zestien tafels moesten volledig opnieuw gefit worden. Dat gebeurt op kosten van BBSA, ex-topspeler Serge Das neemt die taak op zich. Maar dat wil ook zeggen dat er drie weken lang niet kan en mag gesnookerd worden in Play Ball. Tot en met de herenfinale zijn die tafels volledig voorbehouden voor BK-wedstrijden. Ook in de loop van de week mag er niet op getraind worden.”
Is dat moeilijk uit te leggen aan je 83 leden en de talrijke recreanten?
“Gelukkig zit het seizoen erop, het competitieverloop lijdt er niet onder. Anderzijds hebben veel spelers tijdens het WK op tv veel goesting gekregen om zelf te spelen. Maar daarvoor gaan ze nu naar andere clubs, die op die manier ook kunnen profiteren van een BK in Hasselt. Bovendien weten onze leden dat ze vanaf begin juni op toptafels met erg snelle lakens kunnen spelen. Een mooi vooruitzicht.”
Intussen zien we je hier met enkele vrijwilligers boren, zagen en vijlen. De hele zaal wordt verbouwd?
“We doen er alles aan opdat de spelers zich optimaal kunnen concentreren aan tafel. Daarom maken we afscheidingen, waarachter mensen richting toog of toiletten kunnen stappen. We proberen ook plaatsen voor toeschouwers te voorzien, zonder dat zij de spelers storen. Zelfs de parking wordt heraangelegd, opdat iedereen droog kan parkeren.”
Wat zijn de eerste reacties van de deelnemers?
“Ik begrijp dat de meeste spelers het BK liever in een speciaal ingerichte sportzaal zien plaatsvinden. Maar ze moeten beseffen dat het dit of niets zou zijn geweest. We kregen daarom ook al veel positieve reacties van spelers, die onze inspanningen waarderen.”
Hoeveel werkuren steken er inmiddels in de praktische organisatie?
(grijnst) “Ik tel die niet. Ik ben heel blij met het enthousiasme en helpende handen binnen de club. Ik ben hier zelf enkele weken van ’s ochtends tot ’s avonds bezig geweest. Ik kreeg zelfs de vraag of ik hier ook een bed heb staan. (lacht) Gelukkig herkent mijn vrouw me nog. Ze steunt me volledig in dit verhaal, Monique weet dat snooker mijn passie is. Dit is mijn manier om van mijn pensioen te genieten.”