Op O.b.a.m.a wordt niet gestraft, maar ook niet beloond
Ja, ik heb sympathie voor Barack Obama, maar ook niet meer dan dat”, lacht Quinten Martens, oprichter en directeur van de nieuwe methodeschool O.b.a.m.a. die in september opent in Beringen. “Ik heb de naam gekozen omdat het een krachtige naam is. Elke letter betekent iets, met de ‘a’ van authenticiteit in het midden. Onze kernwaarde. Baas zijn over jezelf, zonder egoïstisch te zijn.”
Een primeur voor het Vlaamse onderwijslandschap: O.b.a.m.a. zet preventief in op mentale gezondheid. “Gezondheid neemt
een evenwaardige plaats in, naast de traditionele vakken”, zegt Quinten Martens. “Er wordt een erkend psycholoog ingeschakeld op school, naar Scandinavisch model. Dat is uniek in Vlaanderen. Elke school werkt natuurlijk wel samen met psychologen. Loopt er iets mis, dan wordt er via het CLB een psycholoog bijgehaald. Bij ons staat die psycholoog aan het begin van de ketting. We geven lessen gezondheid en er wordt ingezet op veerkracht. De kinderen krijgen mindfulness en ademhalingstechnieken. We geven breineducatie over hoe de hersenen werken en we besteden aandacht aan het ontwikkelen van hun intern kompas. We doen ook aan individuele coaching op basis van de drie G’s: gevoelens, gedachten en gedrag. Als een kind in de klas iets fout doet, is het belangrijk om na te gaan waarom een kind dat doet. Alleen dan kan je gedrag veranderen. Ieder kind wordt individueel gecoacht om zelf zijn of haar leerdoelen te formuleren en daarmee aan de slag te gaan.”
Tot rust in het bos
Ook de natuur speelt een belangrijke rol binnen O.b.a.m.a. “We trekken regelmatig het bos in: zowel voor vrij spel als bijvoorbeeld voor een les WO over planten”, legt Martens uit. “Het bos is dé plek om tot rust te komen. Door in contact te komen met de natuur kom je met jezelf in contact. Het heeft positieve effecten op korte en lange termijn. Ook op dat vlak laten wij ons inspireren door Scandinavië, door de Forest Schools. In Vlaanderen zijn er een aantal projecten die dit doen met kleuters. Wij zijn de eerste lagere school die de stap waagt. Ook dat is werken aan die positieve gezondheid.”
Ontwikkelingsvoorsprong
O.b.a.m.a is ook gespecialiseerd in leerlingen met ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafd potentieel. “We bieden meer uitdaging aan kinderen die daar nood aan hebben”, legt Martens uit. “Onze school heeft de nodige expertise in huis voor kinderen van deze doelgroep, maar we richten ons niet alleen op hen. We willen geen labels gebruiken. Ik wil ook zeker niet de focus op het IQ leggen. Ik ben zelf niet altijd voorstander van een test. Als er twijfel is, kan een IQ-test wel een meerwaarde bieden. Maar het gaat over zoveel meer. We moedigen niet alleen talent aan, maar ook passie. We stellen de vraag wat kinderen passio
neert en waar ze zich verder in willen ontwikkelen. Een intakegesprek met de ouders dient om zo veel mogelijk informatie over het kind in te winnen. De context is heel belangrijk. De kinderen hebben cognitief uitdagingen nodig, maar ook de mentale gezondheid is heel belangrijk. Daarom zetten wij daar preventief op in. Nog te vaak hoor je: Aha, hij is hoogbegaafd, wat is dan
het probleem? Maar het is effectief een zorggroep, aan de andere kant van het spectrum. Kinderen die hoogbegaafd zijn, zijn gevoelig. Ze zoeken naar alternatieve oplossingsstrategieën en leren op hun eigen manier. Ze ervaren de wereld om zich heen op hun eigen manier. Ze hebben ander voer nodig, een andere aanpak. Hier willen we een mooi evenwicht creëren tussen het presteren en het welbevinden. Dat moet hand in hand gaan, net omdat ze zich zo bewust van de wereld zijn. Bovendien hebben deze kinderen nood aan erkenning en herkenning. Ze lopen immers het risico op sociaal isolement. Het helpt als ze in de klas zitten met meerdere kinderen met dezelfde cognitieve mogelijkheden, die op zoek zijn naar hetzelfde voer.”
De ‘m’ in O.b.a.m.a. staat voor motivatie. “We zetten in op motivatie in plaats van ‘moetivatie’. Het kan niet altijd plezant zijn, maar als het kind de meerwaarde van iets leert inzien, dan is het veel sneller mee”, legt Martens uit. “Daarom zijn we in onze school bijvoorbeeld tegen het systeem van straffen en belonen. Motivatie hangt af van de mate waarin drie aangeboren, psychologische basisbehoeften gevoed worden: autonomie, competentie en relationele verbondenheid. Het is belangrijk dat kinderen echte keuzes kunnen maken. Onze leerkrachten proberen zich zo veel mogelijk in het perspectief van de kinderen te verplaatsen. Dat betekent dat kinderen inspraak krijgen, onder meer in de manier waarop doelen bereikt worden. Je competent voelen betekent dat je het gevoel hebt dat je je omgeving kan begrijpen en beheersen. Ook daar is een belangrijke taak voor de leerkracht weggelegd. Hij of zij moet krachtige instructies geven die aansluiten bij het niveau van het kind. Het allerbelangrijkste is misschien nog wel de band tussen leerkracht en leerling. We hebben allemaal de wens om positieve relaties op te bouwen en om liefde en verzorging te voelen en te bieden. De leerkracht is een rolmodel en een veilige haven. Het belang van informele contacten is daarbij niet te onderschatten. In onze school nemen we allemaal samen pauze en lunchen we samen. Het leerkrachtenteam en de kinderen, maar ook de directie en het onderhoudspersoneel. Er is geen toezicht in de refter, maar leerkrachten die daar zin in hebben eten gewoon tussen de kinderen. Dat zijn gouden kansen om te investeren in een warme relatie.”
Kleuters
In de nieuwe school kunnen kinderen vanaf 2,5 tot 12 jaar terecht. “We starten met de kleuterklas omdat ook kleuters al zoveel kunnen leren”, zegt Martens. “Op 28 mei beginnen de inschrijvingen, maar tot nu toe zijn de leeftijden van de kinderen die interesse tonen vrij gespreid. Er zijn zelfs al een aantal kinderen van het vijfde of zesde leerjaar die nog voor één of twee jaar de overstap willen maken. In het begin zijn we genoodzaakt om met graadklassen te werken. Het voordeel van graadklassen is dat de kinderen van verschillende leeftijden van en met elkaar leren. Toch willen we daar op termijn vanaf, onder meer omdat het de vrijheid van de leerkrachten beperkt.”
Hoewel een schooldag bij O.b.a.m.a. niet langer duurt dan een gemiddelde dag in een andere school, maakt de directie zich sterk dat de onderwijsdoelstellingen gehaald zullen worden. Ondanks de extra tijd die in mentale gezondheid wordt gestoken en de speelmomenten in het bos. Of net dankzij. “Rekenen en taal worden afgewisseld met beweging en ontspanning. Die momenten zorgen net dat het brein optimaal functioneert”, besluit Martens. “Wij zien het als een investering. Een kind dat zich goed in zijn vel voelt en dat krachtig is, zal de leerstof veel sneller verwerken. Soms lijkt het wel of het onderwijs moet kiezen tussen het mentale en het cognitieve. Wij zetten in op beide: welbevinden en presteren zijn voorwaarden voor elkaar. Kinderen kunnen pas goed presteren als ze zich goed voelen. Anderzijds moeten ze ook voldoende uitgedaagd worden opdat ze zich goed in hun vel zouden voelen.”
“We trekken regelmatig het bos in. Door in contact te
komen met de natuur kom je met jezelf in contact”
‘Moetivatie’ Quinten Martens Directeur Obama
Beweging