Het geheim van de zetelverdeling
De stemmen die de partijen en hun kandidaten krijgen vertalen in zetels, dat gebeurt bij de federale verkiezingen volgens het systeem D’Hondt. Het verdeelmechanisme dat deze Gentse hoogleraar uitvond, oogt ingewikkeld, maar is dat niet voor iemand die een beetje wiskunde kent (zie grafiek).
STAP 1: Stemcijfer bepalen
Alle geldige stemmen die op een partij zijn uitgebracht, worden bij mekaar geteld. Het gaat om de lijststemmen (de bolletjes die boven de lijst gekleurd zijn) of een of meer naamstemmen (de bolletjes die achter naam van kandidaat gekleurd zijn). De som van al deze stemmen levert voor elke partij het stemcijfer op. In 2014 bedroeg dat stemcijfer voor N-VA 174.030. worden van hoog naar laag gerangschikt. moeten we eerst het verkiesbaarheidscijfer van elke partij berekenen. Dat verkrijgt men door het stemcijfer van elke partij te delen door het aantal behaalde zetels plus één. In 2014 gaf dat voor N-VA: 174.030 (stemcijfer) gedeeld door 6 (5+1 zetels) geeft 29.005. dus een ‘pot’ van 51.539. Voor de verdeling van die ‘pot’ is het belangrijk om bovenaan de lijst te staan want eerst mag de eerste uit de pot graaien als die dat nodig heeft, dan de tweede, vervolgens de derde, enzovoort. In 2014 haalde Karolien Grosemans op plaats twee 25.400 voorkeurstemmen. Zij kreeg dus 3.605 potstemmen zodat zij het verkiesbaarheidscijfer van 29.005 kon halen. Ook Peter Luykx (plaats drie), Veerle Wouters (plaats vier) en Werner Janssen (plaats vijf) raakten verkozen omdat ze uit de pot konden ‘graaien’.
➜ An Baptist haalde op de zesde plaats 15.354 voorkeurstemmen. Ook zij kon aansprak maken op 9.149 potstemmen. Dat geeft een totaal van 24.503. Daardoor haalde het verkiesbaarheidscijfer niet. Bovendien waren de vijf zetels al verdeeld. Ook lijstduwer Frieda Brepoels raakte, ondanks 26.489 voorkeurstemmen, niet verkozen: omdat de vijf zetels al waren verdeeld en omdat ze geen aanspraak kon maken op de pot om zo het verkiesbaarheidscijfer te halen.