“Een van de grote vier, met Senna, Prost en Fangio”
Niki Lauda is niet meer, maar in Monaco is hij in elk gesprek aanwezig. Thierry Boutsen, de laatste Belgische F1-winnaar en woonachtig in Monaco, racete nog tegen hem, maar de twee deelden ook dezelfde passie voor vliegtuigen. “Lauda is in alles geslaagd: als rijder, als zakenman en als teammanager.”
LAUDA, HET VOORBEELD
Toen de jonge Thierry Boutsen (nu 61) aan de weg naar de F1 timmerde, was Niki Lauda al een eerste keer wereldkampioen geworden. Hij was een van de voorbeelden voor jong talent van die tijd.
Boutsen: “Lauda begon tien jaar vroeger dan ik. In 1976, het jaar waarin hij met James Hunt vocht en zo zwaar crashte op de Nürburgring, zat ik nog op de raceschool van André Pilette in Zolder. Hij was toen al een held aan het worden. Voor mij hoort hij bij de vier piloten die we ons altijd zullen herinneren, samen met Juan Manuel Fangio, Ayrton Senna en Alain Prost. Michael Schumacher en Lewis Hamilton? Dat zijn natuurlijk ook heel goede rijders, maar zij zijn ‘anders’. Minder held. Ze zijn niet buitenaards, zoals die vier. De heroïek ontbreekt.”
LAUDA, DE TEGENSTANDER
De carrières van Lauda en Boutsen overlapten gedurende drie seizoenen. Boutsen debuteerde in 1983 in Spa. Lauda zwaaide af in 1985 in Adelaide. “Een echte concurrent was hij niet, want we reden niet in dezelfde categorie: hij bij McLaren, ik bij het kleine Arrows. Maar we hadden wel contact. Hij was iemand die respect had voor iedereen, ook voor de kleine garnalen. Hij was een leider, een patron, en zeker ook een ambassadeur van de veiligheid. Hij heeft de F1 veel veiliger gemaakt.”
De film ‘Rush’ schildert de tegenstelling tussen Hunt en Lauda. Hunt was de playboy, roker en drinker. Lauda was compleet het tegenovergestelde. “Dat klopt. Hij had lak aan de glamour en de glitter van de F1. Hij wou altijd alleen maar winnen en daar deed hij alles voor. Ik bewonderde hem voor zijn manier van werken, zijn focus, zijn motivatie, zijn voorbereiding. Hij was anders dan de anderen en bracht nieuwe standaarden naar de F1. To the point, no nonsense en efficiënt.”
LAUDA, DE VLIEGENIER
Na hun carrières kwamen Boutsen en Lauda elkaar enkele keren per jaar tegen in de luchtvaartsector.
“We
deelden
een
passie
voor vliegtuigen. Al in de F1 vloog hij zelf met vliegtuigjes en mijn passie was ook heel jong begonnen. Ik vlieg al sinds mijn 21ste. Ik koop en verkoop vliegtuigen, hij had zijn eigen luchtvaartmaatschappijen. Zakendoen was net zozeer een passie voor hem als het vliegen zelf. Drie jaar geleden vroeg hij me nog zijn vliegtuigen te verkopen. Het is niet dat we elkaar veel zagen. Daarvoor had hij het te druk. Maar als we elkaar ontmoetten, was dat intens en efficiënt. Hij beheerste zijn metier in de luchtvaart. Hij is geslaagd in alles wat hij ondernam: als piloot, als zakenman en als teamleider bij Mercedes.”
LAUDA, DE OVERLEVER
Lauda’s biografie is er niet uitsluitend een van successen. De Oostenrijker moest ook veel tegenslagen overwinnen. Dat bijna-fatale ongeluk op de Nürburgring natuurlijk, maar ook die vliegtuigcrash in Thailand. Zondag is het 28 jaar geleden dat een Boeing 767 van Lauda Air neerstortte tussen Bangkok en Wenen. 223 mensen inzittenden lieten het leven.
“Het succes kwam niet zonder tegenslagen voor hem. Maar wie niets riskeert, blijft ook met niets achter. Het leven kan soms brutaal zijn, maar je moet dat overwinnen. Ik heb ook mijn dosis ongelukken gehad (van de crash in Le Mans die zijn carrière beëindigde, moest Boutsen jaren revalideren, nvdr) en ik ben ook terugkomen. Dat vergt motivatie en werkkracht.” Lauda overleefde twee niertransplantaties, maar na zijn longtransplantatie van vorig jaar is hij nooit meer helemaal hersteld. Hij herviel door een griep en ging langzaam achteruit. Dit keer ontsnapte hij niet meer. “Ik wist dat het al een jaar of twee niet meer zo goed met hem ging. Jammer. Niki Lauda was echt een grote meneer.”