Tussen de regels lezen bijIneos
Thomas minimaliseert tijdverlies op ploegmaat Bernal en blijft bij kopmanschap
Wie is kopman bij Team Ineos en wie is knecht? Op de rustdag sloegen Geraint Thomas en Egan Bernal de discussie platter dan een vijg: “Zolang we maar goed communiceren.” Gelukkig is alles wat niet gezegd wordt in de Tour net zo belangrijk als alles wat wel gezegd wordt. Een poging om tussen de regels te lezen bij de drie grote thema’s rond
Team Ineos. Wie is nu de kopman, Bernal of Thomas?
Daarover hoorde je op de rustdag alleen de dingen die we al de hele Tour horen. Bernal: “Het belangrijkste is dat we goed communiceren.” Thomas: “We mogen zeker niet tegen elkaar rijden.” Iedereen bleef dus ontzettend op de vlakte, maar het viel op dat – om de metafoor van de apenrots te gebruiken – vooral Thomas zich presenteerde als een gorilla die zo hard mogelijk op zijn eigen borst klopte.
Voor de buitenwereld heeft Bernal ploegmaat Thomas in de Pyreneeën heel erg overvleugeld, maar zelf minimaliseerde de uittredende Tourwinnaar dat. Het is meer een verschil in stijl dan een verschil in prestatie, insinueerde Thomas: “Ik ben gewoon heel zuinig met mijn energie omgegaan. Een inzinking heb ik nog niet gehad, Hoogstens een klein dipje misschien.” Hij voegde er ook nog subtiel aan toe: “Ik weet hoe je de Tour wint.” Dat weet Bernal tot nader order natuurlijk niet. Iemand in de zaal suggereerde ook nog dat Bernal als altitude native, geboren op 2.700 meter hoogte, misschien een voordeel heeft bij de zes cols boven de 2.000 meter die nog volgen. Thomas gaf geen duimbreed toe: “Mijn verval in watts is op hoogte veel lager dan bij andere mensen. Ik kijk net uit naar die hoge bergen.” De meest expliciete zin over de strijd voor het kopmanschap gaf Thomas in een interview met ITV. De vraag was of hij – gezien zijn gunstigere plaats in het klassement – zou vragen aan Bernal om voor hem te rijden mocht dat nodig zijn. Het antwoord van Thomas: “Ik zou niet aarzelen.”
Waarom is Ineos minder dominant dan Sky de voorbije jaren?
De dominante klimtrein waarmee Team Sky jaar na jaar uitpakte, zien we niet in deze Tour. Een Britse verslaggever maakte een analogie met een voetbalwedstrijd: normaal streeft Team Sky/Ineos naar 60 procent balbezit. Deze Tour doen ze het met hoogstens 20 procent. Hoe komt dat? Het officiële partijstandpunt was gisteren dat het dit jaar niet nodig is om dominant te rijden. Dat andere teams dat voor hen doen “als ploegmaats die toevallig een ander truitje dragen”. Brailsford vroeg zich af waarom Team Ineos aan kop van het peloton zou rijden als bij Deceuninck-Quick Step zelfs “Elia Viviani meewerkt in een Pyreneeënrit”. Ploegleider Nicolas Portal had het over de rit van afgelopen zaterdag, waar Team Movistar zich spontaan aan kop zette. “Dan hoeven wij niet meer zelf te rijden.”
Bij de tegenstanders van Team Ineos hoor je evenwel heel andere geluiden. Volgens bijvoorbeeld Steven Kruijswijk heeft het passievere koersgedrag van Ineos niks te maken met tactiek of met het gulle werk van andere ploegen. “Ze moeten gewoon snel passen wanneer het echt hard gaat”, stelde hij onomwonden. Hij gaf aan dat Jumbo-Visma zondag ook maar achter Landa aan ging rijden omdat Ineos het zelf niet deed.
Heeft Team Ineos einde deze week een groot Alpen-offensief gepland?
Zou het kunnen dat Team Ineos de voorbije weken zand in de ogen heeft gestrooid? Dat ze dit jaar doen wat ze vorig jaar deden in de Giro: de koers in de laatste beslis
sende ritten compleet naar hun hand zetten? Dave Brailsford zei gisteren heel duidelijk: “Het echte verschil zal in deze Tour in de derde week gemaakt worden.”
In de beste Tours van Froome liet Team Sky de knechten dag na dag afwisselen, om hen zo fris mogelijk te houden. Een populaire hypothese in deze Tour is dat bijvoorbeeld Kwiatkowski bewust vrijaf kreeg in de Pyreneeën om zich te sparen voor de Alpen. Zoals Brailsford ook Wout Poels “een typische renner voor de derde week” noemt.
Zeker is dat de Alpencols in de laatste week veel meer Ineos-territorium zijn dan de Pyreneeën. Ploegleider Portal gaf aan: “boven de 2.000 meter kan je je geen pieken in wattages permitteren, daar betaal je meteen een prijs voor.” Ook Thomas zat op die lijn: “In de Alpen gaat het om een lange, volgehouden inspanning, niet om zo vaak mogelijk in het rood gaan.” Dat is natuurlijk dé expertise van Ineos.
Is het straks in de Alpen toch weer al Ineos wat de klok slaat? Uit het persmoment kon je gisteren alleen concluderen dat het geloof in een goede afloop nog steeds ontzettend groot is. Geraint Thomas verwoordde het zo: “Ik kijk enorm uit naar de Alpen. Bring it on.”