“Hopelijk zijn de kinderen binnen tien jaar wél het huis uit”
De warmste dag van zomer 2009 versus een sombere zomerdag in 2019. Misschien is dat wel het grootste contrast met tien jaar geleden. Hoewel heel wat collega’s bot vingen bij hun gastgezin van toen - omwille van scheiding, verhuizing of overlijden - werden wij bij happy family Witters-Mennen opnieuw met open armen ontvangen. Nu ja: om eerlijk te zijn waren we een uur te vroeg (foutje in mijn agenda) en was zoon Wesley nog niet thuis, moest papa Erik zich nog scheren en mama Sonja “nog even iets anders aandoen.” Maar wanneer we een half uur later opnieuw aanbellen, wordt de fles cava meteen bovengehaald. De ontvangst is even hartelijk als tien jaar geleden, toen het gezin de volgende ochtend op vakantie naar de Provence ging vertrekken. “Naar de Provence zeg je?”, vraagt Sonja. “Dat wist ik niet meer. Ik weet wel nog dat jij toen naar je mama hebt gebeld om haar gerust te stellen dat je op een goede plaats terechtgekomen was.” (lacht)
Kat en hond
Op de achtergrond blaft een hond. “Tuurke?”, gok ik. “Oh, hadden we Tuurke toen ook al?”, reageert Sonja, terwijl de Jack Russell gedag komt zeggen. Even later trappelt poes Balou voorbij in de tuin. Ook kat en hond zijn er dus nog steeds. ‘Een cabrio als Valentijnscadeau voor mijn vrouw’ was destijds de titel van het artikel. “Ook onze Audi TT staat hier nog in de garage”, lacht Erik. “We gaan er nog elk jaar mee op vakantie.” “Naar Oostenrijk”, knikt Sonja. “Erik vindt dat fijn om met de cabrio door die bergpassen te rijden. Hij heeft ons wel al een paar keer in de steek gelaten. Thuis hebben we nooit problemen. Zijn we op vakantie, dan is het altijd iets. In augustus gaan we opnieuw naar Oostenrijk. Niet met de cabrio dit keer, want Chloë gaat misschien mee.”
Drie jobs
Zowel Chloé als broer Wes wonen nog thuis. “Dat komt en gaat. Ik geef hints, maar hotel mama is blijkbaar nog altijd het beste”, lacht Sonja. “Ik ben op mijn eenentwintigste gaan samenwonen: toen waren Erik en ik al zes jaar samen. Ik had dus hoop, maar ze blijven plakken. Als jullie binnen tien jaar nog eens langskomen, zijn ze hopelijk het huis uit.” (lacht)
“Jullie mogen zelf ook vertrekken hoor”, lacht Chloé. “Maar laat het huis wel hier.”
“Ach, het heeft ook zijn voordelen”, zegt Sonja. “Ik combineer intussen niet twee, maar drie jobs: ik ben leerkracht, zelfstandig thuisverpleegster en ik ben auteur van schoolboeken voor Uitgeverij Plantyn. Erik werkt nog altijd als kredietspecialist bij KBC. Sinds kort in shiften, om de klanten ook ’s avonds via telefoon of videogesprek te helpen. Maar eigenlijk is er niet veel veranderd. Ook als zijn shift om vier uur erop zit, blijft hij tot ’s avonds werken. Tja, ik kan niets zeggen. Ik werk ook veel. Dan is het wel fijn als Chloé of Wes eens kookt. Of als ze eens de was doen. Enkele maanden geleden hebben we onze wasweek ingevoerd.”
“De berg was werd te groot”, legt Erik uit. “Iedereen is om de beurt een week lang verantwoordelijk voor de was: wassen, drogen en plooien. Zo doen we alle vier ons deel.”
Nog geen ongelukjes? Sonja kijkt naar Wesley terwijl Erik haar voor is. “Sonja heeft vorige week een dekentje vol hondenhaar bij de rest van de was gemoffeld”, pikt hij in. “Terwijl het mijn week was hé. Alles hing vol hondenhaar. Ik kon opnieuw beginnen.”
Sauna
Zoon Wesley was als tiener een fervent skater, surfer en snowboarder. Intussen trekt hij bijna elke dag naar de CrossFit (een combinatie van gymnastiek, gewichtheffen en atletiek, red.) en werkt hij in een chemisch bedrijf in Lommel. “Met sauna”, zegt Erik. “Sommige collega’s werken met speciale gassen die in de huid trekken. Ze kunnen stinken als ze gaan zweten en daarom is er een sauna”, legt Wesley uit. “Zo kunnen ze die stoffen meteen uitzweten. Er zijn twee sauna’s en iedereen mag er gebruik van maken.” Chloé is in tien jaar tijd geëvolueerd van een verlegen tienermeisje naar een knappe rechtenstudente. Niét op kot in Leuven. “Ze had een supermooi kot, een studio op
de Bontgenotenlaan, terwijl ik in Hasselt in mijn klein kamertje zat”, zegt Wesley. “Hoe lang heb je daar gezeten? Een week of vier?”, vraagt Erik. “Minder”, bekent Chloé. “Ik krijg rillingen als ik eraan denk. De eerste week ben ik woensdag al naar huis gekomen. Na drie weken heb ik beslist dat ik niet meer op kot wilde. Ik ben liever thuis. We hebben sowieso veel videolessen. Voor de overige lesuren hebben we een afspraak met een groep studenten. Iedereen gaat om de beurt een uurtje les volgen en neemt alles op. Dat uur moet je volledig uittikken, inclusief kuchjes en grapjes van de prof. En op die manier wisselen we alles uit. Het werkt, want ik heb maar één herexamen.” Ook Chloé sport regelmatig. “Ik ga traplopen”, vertelt ze. “Dat is geen officiële sport hoor
(lacht). Ik ga met mijn nicht naar B-Mine en daar lopen we de trappen op en af. Heel goed voor de billen.”
Compostella
Het ene na het andere verhaal volgt. Over de reismicrobe van zoon Wesley, die ervan droomt om ooit in Amerika te gaan wonen. “Eindelijk het huis uit”, grapt Sonja. Tot Erik die in 2016 in zijn eentje naar Compostella is gewandeld en elke week een postpakketje met ballast naar huis stuurde. “Mijn dikke wandelschoenen waren te warm en mijn iPad had ik niet nodig“, legt hij uit. “Mijn bedje heb ik daar ergens achtergelaten, maar die dure spullen kon ik toch niet zomaar weggeven? Uiteindelijk is mijn zak met mijn pas gewassen kleren nog gepikt. Het enige wat ik nog had bij aankomst, waren de kleren die ik aan had. Normaal is het traditie om je kleren daar te verbranden om de last daar te laten. Maar ik kon moeilijk in mijn onderbroek terugvliegen.” Afsluiten doen we met een foto. Net als tien jaar geleden: in de tuin met de woning op de achtergrond. “De trampoline is opgeruimd, maar staat nog in de garage”, zegt Erik. Zelfs die is er dus nog.