Ook dit berekende Blocken
Het motor-effect
Bert Blocken en zijn team onderzochten de windluwte achter een motor met behulp van twee methoden die onafhankelijk van elkaar dezelfde resultaten laten zien: computersimulaties en metingen in de windtunnel van de TU Eindhoven. Conclusie: een wielrenner die op ongeveer 2,5 meter afstand van een motorrijder rijdt, ervaart tot 48 % minder luchtweerstand (zie cijfertabel). Als een renner zonder motor in de buurt 54 km/u rijdt, rijdt die met motor op 2,5 meter afstand ongeveer 67 km/u. Dit geeft een tijdswinst van 14.1 seconde per minuut. Dit voordeel wordt kleiner naarmate de afstand tussen renner en motor groter wordt, maar op 50 meter is de reductie nog steeds 7%.
Beste positie in peloton
Tijdens live-uitzendingen hoor je geregeld: “In de buik van het peloton hoef je nauwelijks te trappen”. Blocken becijferde of die stelling klopt en liet daarbij weinig aan het toeval over. Een supercomputer met 13.000 afzonderlijke processoren draaide vierenvijftig uur om uit te rekenen hoe de wind zich verplaatst over bijna drie miljard afzonderlijke punten in een nagebootst peloton. Een test met keramische renners in de windtunnel bevestigde nadien de resultaten.
In het midden van het peloton en achterin is de luchtweerstand maar vijf tot zeven procent van die van de individuele renner. Dat is het equivalent van een renner die 12 tot 15 km/u rijdt in een peloton dat 54 km/u haalt.”
Volgens Blocken positioneren klassementsrenners of sprinters zich het best op rij zes, zeven, of acht. “Dan ben je voldoende beschermd door de renners rond je en blijf je dicht genoeg om te reageren op aanvallen”, aldus de hoogleraar.
Het volgwagen-effect
Blocken onderzocht ook het effect van het kielzog achter de renner, een zone met minder lucht, en dus met een lagere luchtdruk. Die lagedrukzone zuigt aan en vertraagt de renner. Als de zone kleiner wordt gemaakt, bijvoorbeeld doordat ze opgevuld wordt door de volgende renner of een volgwagen, dan heeft de koptrekker er minder last van. Blocken mat het effect in 2012, en kwam uit op 2,5 procent voordeel. Om helemaal geen effect meer te hebben, zou de auto op dertig meter moeten blijven. Niet onbelangrijk, vooral tijdens een individuele tijdrit.