Tongenaar kreeg laatste doodstraf in België
Tongenaar kreeg laatste doodstraf in België
Lang voor de parachutemoord Limburg (en het halve Vlaamse land) verdeelde in believers en non-believers zorgde een goudsmid uit Tongeren voor al even grote breuklijnen. Dat delen ze ook, die twee grote moordzaken in Limburg: een juwelierswinkel en dodelijke passie. “Veel mensen waren overtuigd dat Stephan Peigneux het niet gedaan kon hebben. Het was toch een goed koppel, zo’n mooi echtpaar? We hebben alle mogelijke pistes uitgespit. Tot echt vaststond dat hij het wel moest gedaan hebben”, beschrijft erecommissaris Nico Cilissen.
Mist
Het was een mistige winteravond toen bij de Tongerse politie op 10 februari 1993 het stil alarm afging van de juwelierszaak in winkelgalerij De Gouden Schaar in Tongeren. De uitgerukte patrouille hoorde gebonk in de zaak en werkte zich een weg naar binnen. Cilissen: “Daar vonden ze de geknevelde zaakvoerder. Hij bleef maar vragen naar zijn vrouw. Zijn verhaal: het was ergens tussen 21 en 22 uur geweest toen er aangebeld werd in de echtelijke woning aan de Sint-Truidersteenweg. Zijn vrouw Brigitte was op dat moment bezig met de afwas, hij had opengedaan omdat hij een pakje van Taxipost verwachtte. Want dat hoorden we achteraf: Peigneux was zeer achterdochtig, niet zo onlogisch voor een juwelier. Hij zou voor niemand zomaar de deur opendoen.”
Het pakje bleken twee drieste overvallers. Hij moest mee met de ene naar de juwelierszaak in het centrum van de stad, zij werd door de andere gegijzeld. “Een paar maanden voordien was er een gelijkaardige overval geweest in Ans. Een homejacking, waarbij de eigenaar ook gedwongen was om mee te rijden met de overvallers. De patrouille die naar huize Peigneux-Bex reed, vond daar zijn dode echtgenote. Heel Tongeren stond de dagen nadien op z’n kop.” Naam en faam had de zaak in de oudste stad van België (en hun tweede juwelierswinkel in Luik). Iedereen had het koppel ook gezien als ideaal. Tot twee, drie dagen na de moord het geruchtencircuit in Tongeren op dreef kwam. “We hoorden dat er meer aan de hand was. Dat het toch niet zomaar de perfecte liefde was. Dat Stephan wel eens homoseksueel kon zijn”, zegt Cillissen, toen coördinator moordzaken.
Homoseksueel
Heel belangrijk in dat verhaal is de tijdgeest. Het mag dan 1993 geweest zijn, homoseksuele relaties waren nog heel erg taboe. Nog meer in het milieu van de Getuigen van Jehova, waarvan de Tongerse juwelier deel uitmaakte. “Volgens zijn eigen uitleg had Peigneux die gevoelens voor het eerst echt onder ogen gezien tijdens een reis met Brigitte naar Thailand. Hij had daar een jongen ontmoet waarvan hij dacht dat het de liefde van zijn leven was.” Zij had niets geweten, hij was met veel hoofdbrekens naar huis gekomen.
In de ogen van de speurders is zijn scenario toen al stilaan beginnen groeien. Scheiden zag Peigneux niet zitten. Omwille van de schande. En de financiële gevolgen. Maar zijn Thaise minnaar zou het hem ‘makkelijk’ maken: diens liefde bekoelde zowat ogenblikkelijk na de terugkeer naar België. Het moet het hart van de juwelier gebroken hebben, volgens ingewijden. Een skireisje in Frankrijk in januari 1993 zou Stephan nieuwe kriebels geven. Hij ontmoette er de Franse jongeman Michel Virolan, een leeftijdsgenoot en exotisch danser. Een maand later zou zijn echtgenote moeten sterven.
Taxipost
“Volgens het scenario van Peigneux had hij die namiddag een pakje opgestuurd voor herstelling en zou dat ’s avonds bij hem thuis weer bezorgd worden via
“Ik ben beschaamd om de gruwel van de feiten die ik gepleegd heb. Brigitte zal in mijn herinnering voortleven als een fantastische vrouw”, klonk Stephan Peigneux, voor het Tongerse assisenhof.
FOTO
BELGAIMAGE Vrijdag: Tien Limburgers in de cel voor Genkse martelmoord
Taxipost. Maar uit onderzoek bij Taxipost bleek dat het nooit die avond nog bij hem zou kunnen geleverd worden. Ten vroegste de dag nadien. Het buurtonderzoek was ook heel belangrijk: ze gaven allemaal aan dat Peigneux niemand zomaar zou binnenlaten.”
Maar de speurders bleven met open geest zoeken naar mogelijke daders, alle pistes lagen open. Wat Peigneux helemaal in het vizier bracht, waren de vier levensverzekeringen: hij had - zonder haar medeweten, bleek achteraf - zeer hoge bedragen op hun huwelijk gezet. “Zelfs vlak voor haar dood had de goudsmid juwelen van Brigitte voor een behoorlijk bedrag laten verzekeren.”
Anonieme tip
Een anonieme tip zorgde voor een stroomversnelling: Peigneux zou vaak zijn gaan bellen in twee telefooncellen aan de Markt. Terwijl er uiteraard in zijn eigen winkel aan diezelfde Markt een telefoon was. “Eén cel lag op honderd meter van zijn zaak, een tweede in de Maastrichterstraat. Ook na de dood van Brigitte ging hij daar bellen. Een telefoongesprek afluisteren mocht in die tijd niet zomaar, maar we konden wel de belgegevens van de telefooncellen opvragen. Zo’n 33 keer was naar Frankrijk gebeld, naar het kapsalon waar Virolan werkte, het boekhouderskantoor waar de zwarte Fransman hielp, zijn eigen flat.”
Niet zo lang voor de moord zou het jonge koppel Virolan-Peigneux nog een romantisch weekendje doorbrengen in Etretat, aan de Normandische kust. De Tongerse juwelier zou nog lang een relatie ontkennen. Foto’s van het uitje zouden de speurders ook niet vinden, maar wel de negatieven die Virolan had bijgehouden. Cilissen: “Toch heeft ook zijn vriend niet makkelijk toegegeven dat er een relatie was. Pas na ons tweede bezoek aan Parijs kwam het eruit dat ze elkaar kenden...”
Op begrafenis
Nochtans was Michel Virolan één van de aanwezigen geweest op de begrafenis van Brigitte Bex. De donkere Parijzenaar was meer dan opgevallen in het Tongerse gezelschap. Een fijne vriend, zou Peigneux het zelf omschrijven. Zijn aanwezigheid zou, nadat alles uitkwam, heel zwaar zijn voor de ouders van het slachtoffer. Dertien dagen na de moord werd haar echtgenoot opgepakt. “Peigneux heeft lang volgehouden dat hij absoluut niets te maken had met de dood van zijn echtgenote. Wat we hem ook voorlegden. Wij vergisten ons, we zagen het verkeerd… Tot hij uiteindelijk niet meer kon liegen. Na het laatste gesprek met Virolan in Parijs belden we onderweg onze collega’s in Tongeren, dat er echt wel een relatie was. Tijdens die ondervraging heeft Peigneux toegegeven. Maar we waren intussen wel dertien weken verder.”
Halter
Het waren geen overvallers geweest, bekende de goudsmid. Hij had zelf zijn jonge vrouw overvallen terwijl ze de vaat deed. Met een halter om te fitnessen had hij haar gedood. Haar juwelen en sieraden uit de zaak waren weggemaakt om de theorie van een overval geloofwaardig te maken. “Het was werkelijk ingenieus hoe Peigneux zichzelf gekneveld had in de juwelierszaak. Daardoor leek het allemaal echt. Ik heb het zelf, tijdens het onderzoek, herhaaldelijk geprobeerd. Met veel moeite. Ik kon niet begrijpen hoe hij daarin geslaagd was. Maar de man had blijkbaar een bankschroef gebruikt. Het was zeer geraffineerd.”
Zwarte minnaar
Peigneux zou nog een zelfmoordpoging ondernemen voor hij helemaal overstag ging. Voor het Tongerse assisenhof, twee jaar later, bleef de man bij zijn bekentenis. De komst - of afwezigheid - van zijn minnaar hield de stad op dat moment dagen in de ban. “Op de dag dat de man moest komen getuigen, zag het Vrijthof zwart van het volk. Er waren zelfs weddenschappen afgesloten: komt hij of komt hij niet? En ja, daar arriveerde hij in een grote zwarte wagen. Een grote, gespierde man in een lange jas met zwarte handschoenen. Een adonis zoals in de film”, beschrijft zittingsdeurwaarder Cyriel Lambrix, zelf een instituut op het Limburgse assisenhof. “Voor mij was dat het moeilijkste proces, want we kenden dader en slachtoffer. Toen ik op de zitting die halter van drie kilo moest vastnemen...” Voor assisen werd aangevoerd dat Peigneux compleet het noorden was kwijtgeraakt door zijn homoseksuele gevoelens (en de heersende moraal tegen dat soort relaties). Overige getuigen hingen een heel ander verhaal op, over een goudsmid die nogal op zijn centjes zat. Voor de begrafenis van Brigitte had hij geen bloemen gevraagd, maar geld. “Volgens hemzelf om een fonds op te richten voor verstoten homoseksuele jongens in Thailand”, klonk het.
Doodstraf
Veel tijd had de jury niet nodig om de Tongerse juwelier schuldig te verklaren aan moord, al evenmin om daar de doodstraf op te plakken. Stephan Peigneux zou daarmee de geschiedenis ingaan als de laatste Belg die ooit de doodstraf heeft gekregen (ook al werd die toen al sowieso omgezet in levenslange opsluiting). Na het proces werd de strafwet aangepast en was er wettelijk geen doodstraf meer in ons land.
Vrij is de (intussen) zestiger vandaag nog steeds niet. Of toch niet meer. Peigneux mocht na jaren in de cel in 2012 op penitentiair verlof maar besloot om op de loop te gaan. Als ‘Jef Mertens’ probeerde de Tongenaar in Brazilië een nieuw leven op te bouwen. Na ruim 2,5 jaar werd hij gevat en uitgeleverd aan ons land. Niet zonder slag of stoot, want de Tongerse juwelier probeerde nog te trouwen met een Braziliaanse vrouw om in Zuid-Amerika te kunnen blijven. Het plan mislukte, sindsdien zit Peigneux opnieuw in de Belgische cel. Van zijn ‘grote Parijse liefde’ is nooit meer iets gehoord.