“Durf erover praten”
BRANDWEERMAN WIM ONTSNAPTE VIER JAAR GELEDEN AAN VUURZEE
Heel het gezinsleven van Wim en zijn partner Rebecca Mundy (41) uit Waltwilder (Bilzen) stond 12 jaar lang in het teken van de brandweer. “Ik help graag mensen. En ook het heroïsche, het stoere van de brandweer sprak me enorm aan en dus meldde ik me aan als vrijwilliger.
Het is echt een passie waar je voor leeft. De vakanties werden gepland in functie van de brandweer. Na een tijd woonde ik zelfs boven de kazerne als conciërge. Ik nam de telefoon op als er een brand werd gemeld.” “Ik herinner me nog mijn eerste opdracht als stagiair. Er was een vrachtwagen met melkpoeder gekanteld en wij moesten die leeg scheppen. Heel stoer”, glimlacht Wim. “Maar je rolt er langzaam verder in en dan kwam mijn eerste interventie bij een brand in Riemst. Het gevoel toen we die heuvel opreden en de gloed al vanuit de verte zagen... Dat was machtig. De eerste keer dat je binnen mag gaan bij een brand is geweldig. Daar doe je het voor. Het gevoel dat je persoonlijk een brand hebt bedwongen, is onbeschrijflijk.”
Vlammentongen
Maar op 20 november 2015 gaat het mis. Het brandweerteam van Bilzen wordt opgeroepen voor een hevige brand in Munsterbilzen. “Die brand breidde zich snel uit en dus ging ik met drie andere collega’s het gebouw binnen. De hitte werd steeds heviger door onverbrande gassen. We zagen al vlammentongen. Ik had mijn collega’s al toegeroepen dat ze best konden vertrekken, maar net voor ik naar buiten wilde gaan, dacht ik, “waar is onze vierde man?”. Ik ben hem dan gaan zoeken, maar kon hem niet vinden. Ik ben op mijn hurken op de tast naar buiten gekropen richting de blauwe zwaailichten, maar ik vond de weg niet meer. Je denkt op dat moment nog maar aan twee dingen: “Ik wil hier uit” en “ik wil overleven.” Het vuur was al zo ver opgerukt dat ik niet meer weg kon. Ik heb mijn handschoen uitgetrokken om de intercom ingedrukt te kunnen houden zodat ze wisten dat ik vastzat. En zo raakte ik zwaar verbrand aan mijn hand.”
Wim vond uiteindelijk een raam en klopte het in, maar het venster had dubbele beglazing. “Wat er toen gebeurd is, weet ik niet meer, maar mijn collega’s hebben mij eruit getrokken. Daar ben ik ze ongelooflijk dankbaar voor. Ze hebben me hardhandig onder de koude kraan vastgehouden om te koelen want ik wilde meteen weer naar binnen om mijn vierde man te gaan zoeken.”
“Ik dacht: ‘een paar weekjes ziekenhuis en dan kunnen we weer beginnen’.” Ik moest revalideren met mijn hand. Nu nog laat mijn hand het op de meest onmogelijke ogenblikken afweten. Dat heeft hier al hopen servies gekost. (lacht) Maar de brand ging ook in mijn hoofd spelen. Toen ik uit het ziekenhuis kwam, kon ik zelfs niet meer voorbij de kazerne rijden waar ik jarenlang had gewoond.”
Pint
Voor de overlevenden van het drama in Beringen heeft Wim maar één goede raad. “Spreek erover met je collega’s, spreek erover met je partner, spreek erover met een professionele hulpverlener of psycholoog. Denk niet zoals elke brandweerman; ‘ik ben een stoere veger. Ik heb dat niet nodig’ want dan blijf je ermee zitten en dan gaat het mis. De brandweer heeft een stressteam en dat is top, maar brandweermannen moeten er wel zelf over durven te praten. Als je niks zegt, kunnen ze je niet helpen. Vroeger was er de kantine. Dan kwamen we in het putteke van de nacht terug van een interventie en babbelden we over een interventie tijdens een goei pint. In je hoofd doet dat zoveel. Maar dat gebeurt minder en minder; na interventies wil iedereen nu zo vlug mogelijk naar huis.”
Ondanks zijn ongeval heeft Wim geen spijt van zijn tijd als brandweerman. “Het blijft een passie die ik iedereen kan aanraden. Ik heb ook nog altijd goede moed dat ik terug kan. Maar ik kijk er nu met open geest naar; lukt het dan is dat prima. Lukt het niet dan zal ik mij daarbij moeten neerleggen.”
Ik durfde zelfs niet meer voorbij de brandweerkazerne te rijden
Wim LIEBENS vrijwilliger bij de brandweer