“Alsof er 1.000 volt door je lijf giert”
Donderdag laatste provinciale wedstrijd van het seizoen in Paal
In tegenstelling tot de bölkesschutters, die wereldbekend zijn van het Oud Limburgs Schuttersfeest, komen de klepschutters weinig of niet in het nieuws. In West- en Midden-Limburg vind je nochtans 36 karabijnschuttersgilden die de sport beoefenen. Zijn de klepschutters een uitstervend ras of komt er alsnog een heropleving?
“Als ik rond me kijk, zie ik enkel oude mensen. En ik ben er daar een van, hé”, lacht klepschutter Guido Baerts. “Vroeger was het nog een familieaangelegenheid bij uitstek. Mijn meest levendige herinnering is een wedstrijd koningschieten van Sint-Hubertus Goeslaer. Enkel mijn zoon Thierry en ikzelf bleven over. Omdat er geen einde aan leek te komen, deed ik mijn horloge uit en timeden we wie het vaakst raak kon schieten in een tijdspanne van twee minuten. Uiteindelijk won ik. Thierry is intussen al vele jaren gestopt.” Animo alom aan de tafel waar de pinten nooit lang vol blijven. Meteen het bewijs dat we te maken hebben met een echte volkssport. “Een groot nadeel van deze schietsport is dat de schutters wettelijk minstens 16 jaar moeten zijn om deel te nemen. Vaak zijn jongeren op die leeftijd al verknocht aan een andere hobby”, vertellen Jan De Wit (Sint-Antonius Geenhout), Hugo Steyls (St-Jozef OudWinterslag), Freddy Broekhoven en Mark Demulder (ELS Gestel).
ENKEL IN LIMBURG
“Het klepschieten bestaat enkel in de provincie Limburg”, klinkt het in koor. “Gilden bestaan al honderden jaren. Maar de manier van schieten is wel streekgebonden. In Zuid-Limburg opteerden gilden voor de boog, in Noord- en OostLimburg wordt er met buksen op kubusvormige bölkes geschoten en in de streek rond Lummen, Beringen, Genk en ook in Bilzen kwam na de Tweede Wereldoorlog het klepschieten op. We hebben ons verenigd in verbonden. Na het verdwijnen van het verbond Genk blijven er met Lummen, Beringen en Zand en Leemstreek drie verbonden over. Samen tellen ze toch een 40-tal gilden.”
WAT IS KLEPSCHIETEN?
Demulder: “Bij klepschieten mikt de schutter op een ronde stalen klep met een oppervlakte van maximaal 30 millimeter. Dat komt overeen met een muntstuk van twee euro. De klep is bevestigd aan een schietboom op een hoogte van 20 meter. Om de veiligheid te garanderen en om te voorkomen dat de loden kogels de natuur vervuilen hangen er schermen, zogenaamde kogelvangers, achter de kleppen.”
De Wit: “Een karabijn kost ongeveer 3.200 euro. Omwille van die kostprijs gebruiken de meeste schutters het clubwapen. Het gebruikte type karabijn bij het klepschieten is een .22 long rifle met kogels van 6 millimeter, waarschijnlijk het meest populaire geweer in de jacht en in de schietsport. In lang vervlogen tijden werden wel eens krachtigere - zogenaamde high velocity - karabijnen gebruikt. Dat is nu niet meer mogelijk, want met te krachtig wapentuig zouden we in geen tijd de schermen aan flarden schieten.”
Steyls: “De schutters mikken met de karabijn vanaf een van de drie pinnen van de aanlegpaal. Als de klep goed geraakt wordt, dan kantelt deze achterover. Met een ophaalmechanisme wordt de klep, die bevestigd is op een scharnier, daarna weer rechtop gezet.”
DE WEDSTRIJDEN
Steyls: “We maken een onderscheid tussen vriendschappelijke-, oefen- en verbondswedstrijden. De verbondswedstrijden zijn uiteraard de belangrijkste. Per verbond bestaan verschillende klassementen met de a-, b- en c-ploegen van de clubs.” Demulder: “Tijdens zo’n wedstrijd schieten zes schutters per ploeg vijf keer op een klep van 30 millimeter. De foutloze ploegen kavelen met de beste schutters vervolgens op kleppen van 25, 20, 16, 12 en 10 millimeter. De kleinste kleppen worden amper gebruikt. Ook de individuele scores van de schutters worden bijgehouden. De beste schutters van het hele seizoen kavelen voor de titel in de categorieën heren, dames en senioren.”
De Wit: “Hoe later op het seizoen, hoe spannender het wordt voor de koplopers. Het is alsof er 1.000 volt doorheen je lijf giert. Niet simpel, want de bibber mag zich geen meester van je maken. Toch slagen de allerbesten erin om het volledige seizoen foutloos te blijven.”