Hoeder van de natuur
Wie de nalatenschap van Willy Peumans wilt bekijken, dient zich naar De Maten te reppen. Het is daar, in het natuurgebied tussen Hasselt en Genk, waar de heide, de graslanden en de vijvers met wuivende rietkragen elkaar afwisselen, dat Willy’s werk zich openbaart. “Heel zijn ziel ligt in De Maten.”
Het lijkt wat pompeus om de instandhouding van een natuurgebied van vijfhonderdvijftig hectare toe te schrijven aan slechts één persoon, maar in het geval van Willy Peumans is dat niet eens zo overdreven. ‘Gewezen conservator De Maten Genk’, vermeldt zijn overlijdensbericht, en als we de huidige conservator contacteren, wordt de omvang van Willy’s inzet duidelijk.
“Toen Willy zijn taken aan mij overdroeg, kon ik niet anders dan collega’s erbij halen”, zegt Jaak Luys. “Vandaag vult een team van vier mensen Willy’s rol in. Zijn werk was divers en complex. Hij nam zowel het beheer, de communicatie als het wetenschappelijke werk op zich.” Het landschap bewerken en bewaren, de schapen en later de koeien voederen, bezoekers rondleiden, gidsen opleiden: niets was Willy te veel, zegt zijn dochter Hilde Peumans. “Heel zijn ziel ligt in De Maten. Als papa vroeger thuiskwam van zijn werk, nam hij zijn fiets en was hij weg naar De Maten. Hij bracht er alle weekends door en soms ging hij er ook ’s ochtends voor het werk naartoe.”
Natuur als leidraad
Willy was leerkracht biologie en aardrijkskunde in het Technisch Instituut Sint Lodewijk in Genk. Hij gaf er les aan het eerste, tweede en derde middelbaar. En als de leerstof het toeliet, nam hij zijn leerlingen mee naar De Maten, om te laten zien waar hij het in de les over had. “Soms ging ik dan mee”, zegt Hilde. “Het was fijn om te zien hoe de leerlingen aan papa’s lippen hingen. Hij stond te boek als een strenge leraar, maar zijn leerlingen droegen hem op handen.” Als vader was Willy een man van weinig woorden. Bovendien was hij weinig thuis, waardoor zijn vier kinderen hem vaak moesten missen. “Maar als hij niet tevreden was, dan kregen we het te horen”, lacht Hilde, die pas later vernam hoe fier haar vader was op zijn kinderen. “Tegen zijn vrienden op De Maten zei hij blijkbaar regelmatig dat hij trots was op wat wij bereikt hadden.”
Hilde typeert haar vader als een principiële, rechtvaardige man die goed wilde doen voor andere mensen. “De natuur was daarbij zijn leidraad. Alles wat hij deed, had een link met het groen. Als mensen hem vroegen om in een stedelijk milieu-adviesorgaan te zetelen, dan deed hij dat. Hij heeft ook het Heempark mee opgericht (een milieu- en natuurcentrum dat zich situeert tussen Kattevennen en het centrum van Genk,) en de opleiding voor natuurgids mee vormgegeven.”
Als hij tijd over had, wat zelden het geval was, dan was Willy te vinden in zijn moestuin in zijn geboortedorp Membruggen in Riemst. “Daar heeft hij zelfs enkele van zijn kleinkinderen mee naartoe genomen”, zegt Hilde. “Zijn moestuin was een manier om de band met zijn geboortestreek te onderhouden en trouw te blijven aan de idealen van zijn jeugd.”
Want het is daar, in Haspengouw, dat Willy’s idealisme rijpte. “Willy komt uit een landbouwersfamilie”, weet Jaak Luys. “Dichtbij de natuur en de dieren leven, zat in zijn genen. Toen hij in De Maten een boer leerde kennen die hem erop wees hoe het landschap onderhevig was aan de grillen van de mens, is hij beginnen na te denken over conservatie.”
Tuikabelbrug
Al sinds de jaren zestig, toen de eerste natuurbewegingen vorm kregen, was Willy lid van de Stichting van Belgische Vogel- en Natuurreservaten. Het was alleen maar logisch dat hij aan de slag ging als conservator. “Willy vond het landschap van De Maten zo uniek dat hij het wilde bewaren voor toekomstige generaties”, zegt Luys. “Willy zei altijd dat De Maten een aaneenschakeling is van honderd kleine biotopen: er zijn de vijvers met hun rietkraag, er is bos, heide en grasland, er zijn duinen en venige laagtes.” Willy’s ambitie werd aangewakkerd door het feit dat de overheid steeds meer beslag begon te leggen op de alsmaar schaarser wordende natuur. In dezelfde periode waarin de milieubewegingen ontstonden, kwam immers ook de ruimtelijke ordening op gang. Maar in Genk was dat buiten Willy Peumans gerekend.
“Eind jaren zeventig had de overheid plannen om een expressweg aan te leggen tussen Genk en Hasselt, dwars door De Maten”, zegt Luys. De weg was een onderdeel van de A24, de Noord-Zuidverbinding die Eindhoven via Hasselt en SintTruiden met Hoei moest verbinden. “Willy heeft zich daar met hand en tand tegen verzet. Met succes: het tracé is verlegd naar de Boudewijnweg die Hasselt nu via Diepenbeek met Genk verbindt.”
Hilde herinnert zich het verzet nog goed. “Als kinderen zijn we nog met papa mee gaan betogen tegen de A24 in Brussel.” De nutteloze Tuikabelbrug in Godsheide, die wel gebouwd werd, is een stille getuige van het mislukte project. Het oorspronkelijke traject is overigens nog zichtbaar, aldus Luys. “Ter hoogte van de Kneippstraat zie je waar het parcours gepland was. Laatst waren er plannen om er de sneltram naar Maastricht over te laten rijden, maar ook dat hebben we met succes aangevochten.”
Alzheimer
Willy Peumans overleed aan de gevolgen van een infectie. Hij verbleef in woonzorgcentrum Toermalien, waar hij naartoe verhuisde omdat de situatie thuis niet meer houdbaar was. “Papa had Alzheimer, een ziekte die hem langzaam maar zeker in zichzelf deed keren. Zijn gedrag werd ook steeds meer onvoorspelbaar”, zegt Hilde. “Toen hij nog thuis woonde, liep hij soms ’s nachts weg. Dat was niet meer te doen voor mama.”
De laatste jaren was er geen communicatie meer mogelijk met Willy. Als hij nog iets zei, dan ging het over Membruggen of De Maten - twee woorden die het diepste in zijn brein gegroefd zaten. Want de natuur, die kwam altijd eerst. En laatst.