Vanaf 1 december moeten Belgische handelaars bij cashbetalingen tot op een veelvoud van vijf cent afronden.
De reden? We potten onze koperen muntjes massaal op, en dat kost de staat handenvol geld.
NATIONALE BANK HASSELT
Honderdvijftig Zoveel 1 of 2 eurocenten liggen er gemiddeld bij elke Belg stof te happen in een vergeten schuif of rospot. “We weten al langer dat heel wat mensen die vervelende centjes thuis oppotten in plaats van ze uit te geven”, zegt woordvoerder Geert Sciot van de Nationale Bank van België, verantwoordelijk voor de distributie van euromunten. Zo verdeelde de Nationale Bank in 2017 nog 32,5 miljoen fonkelnieuwe 1 eurocenten, maar werden er slecht 10,7 miljoen stuks weer ingeleverd. Die negatieve balans leidt al jaren tot een schaarste bij handelaars, die wel 1 of 2 centjes als wisselgeld uitgeven, maar er nauwelijks binnenkrijgen. “Niemand staat graag met die koperen muntjes aan de kassa te klungelen. Daardoor moest de Schatkist constant centjes bijslaan, wat de staat flink wat geld kost. De productiekosten van 1 en 2 eurocenten liggen immers hoger dan hun nominale waarde.”
Niet duurder
De FOD Economie laat handelaars al sinds 2014 toe om cashbetalingen af te ronden, maar heel wat zelfstandigen wagen die stap niet uit angst om klanten te verliezen. “Nochtans blijkt uit een bevraging dat acht op de tien detailhandelaars en zeven op de tien consumenten voorstander zijn”, klinkt het bij de FOD Economie. Vorig jaar besliste toenmalig minister van Economie Kris Peeters (CD&V) daarom om de afronding bij cashbetalingen te verplichten. België volgt daarmee het voorbeeld van Finland, Ierland en Nederland. Vanaf zondag 1 december is de nieuwe wet van kracht. “Aan de prijzen in de winkel verandert in principe niets”, benadrukt de FOD Economie. “Handelaars mogen nog altijd producten tegen bijvoorbeeld 0,99 euro aanbieden. Enkel het opgetelde eindtotaal op het kassaticket wordt bij cashbetalingen verplicht afgerond.”
Een bedrag dat eindigt op 1, 2 ,6 of 7 cent wordt naar beneden afgerond. Bij 3, 4, 8 of 9 cent gebeurt dat naar boven. Als een klant met de kaart betaalt, kan de handelaar kiezen of hij afrondt als dat duidelijk wordt geafficheerd.
65 miljard muntjes
Momenteel zijn er in ons land 831,2 miljoen munten van 1 cent en 798,7 miljoen munten van 2 cent in omloop. Voor heel Europa gaat het om net geen 65 miljard centjes. “Dat blijven geldige betaalmiddelen die elke handelaar moet aanvaarden”, onderstreept Sciot. Ook consumenten mogen de muntjes niet weigeren als wisselgeld.
Door de nieuwe regel zullen er op termijn steeds minder Belgische 1 en 2 centjes in omloop zijn. “Of de muntjes ooit volledig zullen verdwijnen, is bijzonder moeilijk in te schatten”, zegt woordvoerder Francis Adyns van de FOD Financiën. “In Nederland, dat al in 2004 startte met de vrijwillige afronding, is nog altijd maar een op de drie muntjes teruggekeerd uit circulatie.”
Wie thuis een pot koperen muntjes heeft staan, kan die gratis binnenbrengen bij de Nationale Bank in Brussel. “Elke Belg mag maandelijks vijf kilo inwisselen, wat neerkomt op 2.173 munten van 1 cent of 1.633 munten van 2 cent.” Tot 13 december kunt u ook bij KBC gratis uw rosse muntjes binnenbrengen. De opbrengst gaat dan wel naar Kom op tegen Kanker.