Daniëls en Gorissen winnen Sinterklaasveldloop
Op het bochtrijke parcours, op en rond de Boneput in Bree, hebben Wout Daniëls en Mieke Gorissen de 56ste Sinterklaasveldloop op een overtuigende manier naar hun hand gezet.
Achtentwintig bochten, waarvan minstens de helft haaks, telde de grote omloop. Het was dus opdracht om zo goed mogelijk de bochten aan te snijden om geen snelheidsverlies te lijden. Wout Daniëls beheerste die bochtentechniek het best en won overtuigend zijn tweede LCCcross van het seizoen. Toch maakte de AVT’er het verschil in de … enkele rechte stukken die het parcours rijk was. “Het was een beetje vervelend om als tweede een bocht te pakken en daardoor opnieuw enkele meters goed te maken. In de tweede ronde vond ik het welletjes en heb ik een stevige prik uitgedeeld. Omdat ik me heel goed voelde, ben ik tot het einde blijven doorgaan. Mijn techniek? Heb ik niet echt, het is puur op het gevoel om de snelheid zo lang mogelijk aan te houden.” De voorsprong aan de meet bedroeg uiteindelijk een goede 100 meter op Bram Eeckhout (ADD), de man die Daniëls het langst het vuur aan de schenen legde door regelmatig net iets eerder een bocht aan te snijden. “Het is een groot voordeel om als eerste door een bocht te gaan en zo enkele metertjes voorsprong te kunnen nemen. Als voetbalscheidsrechter dacht ik aan het kort draaien en keren voordeel te kunnen uithalen, maar tegen Wout was niks te beginnen.” Hendrik Vandenberk vervolledigde het podium. “Dit is absoluut geen parcours voor mij. In de laatste ronde had ik nog gehoopt dat Bram zou terugvallen, maar voor mij zat er niet meer in. Ik liep met een minder goed gevoel dan vorige week.”
Bij de vrouwen moest Mieke Gorissen na een abominabel slechte start even alle zeilen bijzetten, maar uiteindelijk haalde de ADD-atlete het eenvoudig. “Ik heb mezelf vorige week op televisie in actie gezien bij de start van de Cross Cup in Roeselare. Het was niet om aan te zien. Ik wilde vandaag beter doen, maar het lukte niet. Ik moet op dat onderdeel veel beter presteren, want ik verlies te veel energie in de achtervolging. In paniek ben ik nooit geraakt. De tegenstand was niet erg ver weg en eenmaal in mijn ritme, ging het vlot.”