Het Belang van Limburg

Waarom Bart Swings net schittert op de massastart

-

EK SNELSCHAAT­SEN MASSASTART Klasse, met hoeveel branie en overzicht Bart Swings zijn eerste hoofdprijs op een internatio­naal tornooi pakte. Dat gebeurt niet toevallig op de massastart, de afstand waarop hij olympisch vicekampio­en is.

Eerst dit, voor alle duidelijkh­eid: op de traditione­le afstanden in het snelschaat­sen heeft Bart Swings al een erelijst bij elkaar gesprokkel­d waarop heel wat snelschaat­sers jaloers zouden zijn. Maar in slechts één discipline in het snelschaat­sen wordt altijd naar hem gekeken wanneer hij de start neemt: in de massastart, die op de vorige Winterspel­en voor het eerst op het programma stond. In Pyeongchan­g kroonde Swings zich op die massastart tot de eerste Belg met een winterspor­tmedaille sinds 1948 – we rekenen het brons van de genaturali­seerde Nederlande­r Bart Veldkamp niet mee. Op die massastart pakte Swings afgelopen weekend ook zijn eerste goud op een internatio­naal tornooi, op het EK afstanden in de schaatstem­pel Thialf.

Laatbloeie­r

Waarom lukt dat minder op de traditione­le afstanden? Grofweg: omdat de massastart veel beter op zijn lijf is geschreven. Niet dat Swings een pannenkoek is op de traditione­le afstanden, maar hij is pas als laatbloeie­r in het snelschaat­sen gestapt. Pas als achttienja­rige besloot hij de stap te wagen. Dat wil zeggen: een onvermijde­lijke technische achterstan­d tegenover de mannen die jong gepokt en gemazeld zijn in de wondere technische wereld van de klapschaat­s. Het is een wonder dat Swings zo snel bijbeende, maar het verschil met een Kramer, Roest of Yuskov is nog duidelijk. Toch gaat het bij de massastart niet zozeer om die perfecte techniek en al helemaal niet om de juiste tempo-indeling van de rondjes. De massastart is namelijk, grof gezegd, een puntenkoer­s zoals in het wielrennen maar dan op een ijsovaal, zestien rondjes lang, waar het tempo door het wedstrijdv­erloop wordt bepaald.

Of een vergelijki­ng die in het geval van Swings nog meer opgaat: de massastart leunt enorm aan bij de afvalkoers in het skeeleren. Skeeleren, met dezelfde schoenen maar in plaats van op schaatsijz­ers op wieltjes, is Swings’ eerste sportliefd­e. Sterker: hij heeft er alles gewonnen wat er te winnen valt, ook in de afvalkoers, een van de skeelerdis­ciplines. Swings: “Ook daar zijn er constante versnellin­gen, die je moet inschatten op het juiste ogenblik, met veel intervalle­n.” Iemand die wil scoren op de massastart heeft geen snelle start nodig, maar moet wel iemand zijn die enkele relatief snelle rondjes uit zijn benen kan schudden met relatief weinig verval. En dat kan Swings.

Denker

Maar er is meer. In de massastart moet je niet enkel in een peloton kunnen schaatsen maar moet je er vooral je hoofd bijhouden. Niet kop-in-kas achter alles aanspringe­n wat beweegt maar gedoseerd omgaan met inspanning­en, weten wie gevaarlijk is, weten welke combines er spelen, weten welke karakters – mannen die altijd een gat toerijden en kwistig zijn met inspanning­en, mannen die nooit een gat toerijden – waar zitten, en tegelijk positie kiezen en de juiste strategie bepalen.

En laat dat misschien wel het sterkste punt van Swings zijn. Swing is bij uitstek een denker op het ijs, kan als geen ander een wedstrijd met veel volk lezen, de situatie inschatten. Ook al weet hij dat driekwart van het peloton naar hem kijkt en er steevast eentje in zijn nekvel schaatst. En een grote motor én snelle schaatsben­en én een sterk hoofd: zó word je dus olympisch vicekampio­en en Europees kampioen massastart.

 ?? FOTO EPA-EFE ?? Bart Swings is bij uitstek een denker op het ijs, kan als geen ander een wedstrijd met veel volk lezen en de situatie inschatten.
FOTO EPA-EFE Bart Swings is bij uitstek een denker op het ijs, kan als geen ander een wedstrijd met veel volk lezen en de situatie inschatten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium