Nederland eist klaarheid over tracé
Dat de Vlaamse regering het tracé van de sneltram Hasselt-Maastricht wil veranderen, zorgt voor ongerustheid in Nederland. Wat met de eindhalte aan het station van Hasselt? En wat met de deadline in 2024?
Nederland eist duidelijkheid over het nieuwe tracé van de sneltram in Hasselt. Zij werden maandag voor het eerst ingelicht over het plan om de tram in Hasselt over de kleine ring te laten rijden, waardoor die niet langer rijdt tot aan het station.
Toen bleek dat het treinstation in Maastricht niet de eindhalte was, moest Nederland een schadevergoeding van 6 miljoen betalen aan Vlaanderen. Vraag is of nu ook Vlaanderen een schadevergoeding moet betalen.
Maandagnamiddag kwamen de projectpartners van Spartacuslijn 1 (HasseltMaastricht) voor de eerste keer samen sinds de vorming van de nieuwe Vlaamse regering. Voor mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) was het de eerste officiële kennismaking met de Nederlandse projectpartners, de stad Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg.
Maar erg gemoedelijk verliep die vergadering niet. In Nederland heerst grote ongerustheid over het tramproject. Onrust die veroorzaakt werd nadat in onze krant werd bericht over het politieke akkoord dat de Vlaamse regeringspartijen N-VA, CD&V en Open Vld eind september sloten in de marge van het Vlaamse regeerakkoord.
Dat akkoord moest dienen om het verzet van de Hasseltse burgemeester Steven Vandeput (N-VA) tegen het originele tracé door de Heilig-Hartwijk te ontmijnen. Als oplossing werd gekozen voor een nieuw tracé over de kleine ring, waardoor de tram niet langer tot aan het station van Hasselt rijdt, maar de eindhalte verhuist naar het einde van de Bampslaan, zo’n 300 meter verderop.
Schadevergoeding
Tot nu hadden de Nederlandse partners geen enkel officieel bericht gekregen daarover. Tot onvrede van de stad Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg, die zo snel mogelijk duidelijkheid willen over het nieuwe tracé. De Nederlanders zijn vooral ongerust over het loslaten van de eindhalte aan het station van Hasselt.
Nadat in Maastricht problemen opdoken met de Wilhelminabrug over de Maas, werd het tracé daar ingekort. Niet het treinstation, maar Mosae Forum werd de eindhalte. Die ‘scopewijziging’ leidde tot een herziening van het contract, waarvoor Nederland in 2016-2017 een schadevergoeding van 6 miljoen euro moest betalen aan Vlaanderen. De Nederlanders willen dan ook zo snel mogelijk van minister Peeters weten of het nieuwe tracé in Hasselt ook zo’n ‘scopewijziging’ inhoudt. En zo ja: of het contract dan ook moet worden herzien, met van Vlaamse kant een schadevergoeding. Aan onze redactie zegt Lydia Peeters dat er volgens haar geen sprake is van een scopewijziging en dat de eindhalte aan het station gehandhaafd blijft, ook als de tram stopt aan de Bampslaan. Afwachten of die lezing van de feiten in Nederland dezelfde zal zijn.
Deadline haalbaar?
De stad Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg vragen de garantie dat de deadline in 2024 wordt gehaald. Een deel van de Nederlandse financiering hangt immers vast aan de redelijke termijn van uitvoering. Tegen 2024 zou de eerste tram moeten rijden, maar met de keuze voor een nieuw tracé is het maar de vraag of dat realistisch is.
Zo heerst de grootste onduidelijkheid over de te volgen procedure. Moet voor een nieuw tracé over de kleine ring een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan en nieuw milieueffectrapport worden gemaakt? Of volstaat de oude alternatievenstudie die intussen meer dan tien jaar oud is? In het eerste geval dreigt de hele uitvoering jaren achteruit te worden gezet.
Nieuwe hindernissen
Volgens minister Peeters werden er voorlopig geen toezeggingen gedaan tegenover Nederland. Zij vraagt tijd om grondig uit te zoeken hoe het verder moet. Midden februari volgt er een nieuwe vergadering met de projectpartners.
Een zaak is zeker: het nieuwe tracé, dat aanvankelijk een oplossing leek om het tramproject te deblokkeren, blijkt nu andermaal voor nieuwe hindernissen te zorgen. En dat voor een project dat in het verleden al geteisterd werd door vertragingen. Zo is het nog maar de vraag of het nieuwe traject het hele principe van het knooppuntensysteem niet in de war stuurt. Op het oude tracé via de Heilig-Hartwijk waren de rijtijden in beide richtingen dezelfde, maar met het nieuwe asymmetrische traject via de kleine ring worden de rijtijden in beide richtingen verschillend. Dat zet het hele model van het Spartacusplan onder druk. Intussen dendert het project in zijn oude vorm vreemd genoeg wel voort. De leidraden voor de aanbestedingsdossiers voor het rollend materieel en de infrastructuur passeerden in december de Raad van Bestuur van De Lijn. Die dossiers werden nog in gang gezet door de vorige Vlaamse regering, op het einde van de legislatuur in mei. Dat was voor er sprake was van een wijziging van het tracé in Hasselt. De vraag is hoe nuttig die procedures nu nog zijn, zeker voor de aanleg van de infrastructuur, als het vandaag nog niet duidelijk is waar de tramrails precies moeten liggen.