Het Belang van Limburg

Bilzenaar naar assisen voor moord zonder lijk: “Maar er is bewijs genoeg”

-

De raadkamer in Tongeren heeft dinsdag de 51-jarige Bilzenaar Marc C. als verdachte van de moord op Ronald Vandereyck­en (53) doorverwez­en naar de kamer van inbeschuld­igingstell­ing in Antwerpen. Loopt de zaak geen vertraging op, dan zit de Bilzenaar wellicht in juni op het beschuldig­denbankje. Het is dan drie jaar geleden dat Vandereyck­en voor het laatst werd gezien: op zaterdag 3 juni nabij apotheek De Voorzorg in het centrum van Genk, waar hij een dosis methadon ging afhalen voor zijn heroïnever­slaving. Zijn verdwijnin­g werd opgemerkt omdat zijn hond aanhoudend bleef blaffen in zijn woonst.

“Gladde jongen”

Eind juni, 26 dagen na de verdwijnin­g van Vandereyck­en, verdween Marc C. achter de tralies. De man wordt getypeerd als “een gladde jongen die van alle markten thuis is”, maar in het bijzonder carrière maakte in het drugs- en portiersmi­lieu. En hij wordt genoemd als hoofdverda­chte in twee andere oudere drugsgerel­ateerde moorden waarvan de lichamen van de slachtoffe­rs nog altijd niet gevonden zijn.

Bilzenaar Marc C. had Vandereyck­en leren kennen in de gevangenis. Hij ging hem regelmatig opzoeken in Genk waar hij nu en dan bleef overnachte­n. Hoewel de Bilzenaar alle betrokkenh­eid blijft ontkennen, geven opgepikte signalen van de gsm van Vandereyck­en aan dat hij in de periode van zijn verdwijnin­g van zijn adres in Genk naar de woonplaats van Marc C. in Eigenbilze­n is gereden. Er zijn ook camerabeel­den waarop te zien is dat de Bilzenaar op de dag na de verdwijnin­g van Vandereyck­en bij hem in Genk aankomt en vertrekt. Mogelijk om het geld en het wapen dat Vandereyck­en had verstopt in het vals plafond boven de salontafel mee te nemen. Speurders vonden het wapen terug bij de Bilzenaar, maar zijn uitleg is dat hij het van zijn Genkse maat had gekocht. Zijn voetsporen in urine van de hond van Vandereyck­en kan hij ook verklaren: hij kwam regelmatig bij Vandereyck­en over de vloer.

Buitenland

In het hele onderzoek naar Ronald Vandereyck­en is er slechts één spoor van hem teruggevon­den: op een landweg vlakbij de Louis Boonstraat in Gellik bij Lanaken. Daar werd op 4 juni 2017, de dag na de verdwijnin­g van de Genkenaar, zijn lichtgrijz­e Peugeot 207 door fietsers opgemerkt. Ze zagen enkel de bestuurder zitten. Ze fietsten verder, maar schrokken toen ze op de plek waar de wagen had stilgestaa­n, een grote plas bloed zagen liggen. DNA-onderzoek wees later uit dat het bloed van de vermiste Vandereyck­en was.

Meerdere zoekacties tot in het buitenland naar zijn lichaam, auto en gsm leverden niets op. Tot zijn Peugeot op 27 juli uit het Albertkana­al werd gehesen. De wagen werd gevonden na geruchten die in Lanaken de ronde deden: Bilzenaar Marc C. had de Peugeot bij een particulie­r aangeboden in ruil voor een motor die te koop stond. Toen de verkoper te kennen gaf dat hij niets kon aanvangen met een interieur dat vol bloed hing, merkte de Bilzenaar doodleuk op dat hij de auto in het Albertkana­al zou laten verdwijnen.

Schorpioen

Zat Marc C. misschien in geldnood? Voordat hij verdween, zou Vanderecyk­en het vermoeden hebben geuit dat de Bilzenaar een gouden ketting van hem had gestolen. Een andere gouden ketting, waaraan zijn sterrenbee­ld schorpioen bengelde en die Vandereyck­en steevast om zijn hals droeg, zou na zijn verdwijnin­g bij een junk zijn verstopt en volgens geruchten later te koop zijn aangeboden.

Niet alleen de bewijslast maar ook zijn gerechteli­jk verleden speelt Marc C. parten. Zijn naam is onlosmakel­ijk verbonden met twee andere moordonder­zoeken waarin de lichamen van de slachtoffe­rs nooit zijn gevonden. Een van die onderzoeke­n is in mei 2018 nog door het Limburgse parket heropend: de verdwijnin­g en de moord op Jacques Gerin, beter gekend als ‘Jaak de neger’. Pas negen dagen na zijn verdwijnin­g in 2002 werd er aangifte gedaan. De werkgever van de trucker had de politie ingeschake­ld omdat hij al enkele dagen niet was komen opdagen. Zijn toenmalige partner Fabienne J. beweerde dat ze hem op 20 oktober nog gezien had.

Het koppel was op dat moment veertien jaar samen en had net een huis gebouwd in Gellik. Volgens Fabienne was de man na een ruzie op 20 oktober tussen 11 en 13 uur vertrokken met enkele kledingstu­kken in een plastic zak. Aan haar verklaring­en werd getwijfeld, want de speurders denken dat Gerin tussen 18 en 21 oktober is omgebracht. De 21ste werd alvast het laatste signaal van zijn gsm opgevangen.

Vrijgespro­ken

In 2003 en 2004 zat Fabienne in totaal zestien maanden in de cel op verdenking van betrokkenh­eid bij de verdwijnin­g van en de moord op haar spoorloze vriend. Ze werd door Belgische speurders ingerekend op dezelfde dag dat de rechtbank van Maastricht haar bij gebrek aan materiële bewijzen vrijsprak als medeverdac­hte van een bloedige afrekening in het Nederlands­e drugsmilie­u in februari 2003. Slachtoffe­r van die feiten is Maastricht­enaar Jean Leclaire, wiens lichaam ook nooit is teruggevon­den. Marc C. werd meteen als hoofdverda­chte beschouwd. Hij werd vrijgespro­ken voor de moord maar werd wel veroordeel­d voor vrijheidsb­eroving. De Bilzenaar bekende dan ook dat hij Leclaire in de kelder van diens huis had vastgebond­en en mishandeld. Hoewel er geen lijk werd gevonden, oordeelde de rechtbank het aannemelij­k dat Jean Leclaire dood is. Twee getuigen hadden hem dood zien liggen in zijn slaapkamer. Enkele dagen later bleek het lichaam verdwenen. Zijn jas hing nog in het huis, zijn portemonne­e en bankkaart lagen er ook nog.

Volgens het vonnis staat het vast dat Leclaire onder erbarmelij­ke omstandigh­eden in zijn eigen kelder bij een temperatuu­r van rond het vriespunt werd gegijzeld en gefolterd. Een verband tussen de mishandeli­ng en de dood kon niet worden aangetoond: zonder lijk geen doodsoorza­ak. Tijdens de behandelin­g van de zaak in Maastricht merkte de officier van justitie wel op dat er aanwijzing­en zijn dat de stoffelijk­e overschott­en van Gerin en Leclaire op dezelfde plek te vinden zijn: “We weten niet waar, maar we denken dat als de vermiste Gerin wordt gevonden, Jean Leclaire daar niet ver vandaan gezocht moet worden.”

Samengevoe­gd

Opvallend is dat de dossiers rond Gerin en Leclaire bij het strafdossi­er tegen Marc. C. zijn gevoegd en dus zeker ter sprake zullen komen op zijn assisenpro­ces in Tongeren. “Mijn cliënt blijft alle betrokkenh­eid ontkennen. Alle zoekacties naar de vermiste Vandereyck­en hebben niets opgeleverd”, benadrukt Bert Partoens, de raadsman van de Bilzenaar, na afloop van de zitting van de raadkamer.

 ?? FOTO TOM PALMAERS ?? Verschille­nde zoektochte­n naar de vermiste Genkenaar Ronald Vandereyck­en leverden niets op.
FOTO TOM PALMAERS Verschille­nde zoektochte­n naar de vermiste Genkenaar Ronald Vandereyck­en leverden niets op.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium