Het Belang van Limburg

Scholieren verbeteren hun talenkenni­s én – zeer belangrijk – hun kennis van het Nederlands lijdt er niet onder.

-

In Vlaanderen kan je in 125 scholen een vak zoals biologie, geschieden­is of aardrijksk­unde volgen in het Engels, Frans of Duits. Content and Language Integrated Learning (CLIL) heet dat. “En elk jaar komen er zo’n twintig scholen bij”, zegt Liesbeth Martens, docent lerarenopl­eiding aan de hogeschool UCLeuven-Limburg en onderzoeke­r van de expertisec­el Art of teaching.

CLIL loopt in Vlaanderen sinds het schooljaar 2014-2015. “We zijn in 2015-2016 met ons onderzoek gestart”, zegt Martens. De afgelopen jaren hebben de onderzoeke­rs 1.590 leerlingen uit het eerste en tweede middelbaar bevraagd. “Die leerlingen kregen ook een luistertes­t, en we toetsten hun kennis via individuel­e interviews.”

De dreiging van het Engels

Maar onderwijs in een vreemde taal ontlokt – zeker wat het hoger onderwijs betreft – ook kritiek. Niet alle docenten en proffen zijn enthousias­t over de “verengelsi­ng”. In een opiniestuk in De

Standaard waarschuwe­n Bruno De Wever, Bart Maddens en Hendrik Vos – historici en politicolo­gen van de UGent, KULeuven en VUB – daar toevallig vandaag voor. In het hoger onderwijs zou Engelstali­g onderwijs kunnen evolueren van 18 procent naar 50 procent, zo blijkt uit een voorontwer­p van decreet dat al voor advies naar de Raad van State is gestuurd, maar dat Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) nog wil corrigeren. “Maar CLIL gaat over secundair onderwijs en daar is het aantal uren beperkt tot maximaal vijf ”, verduideli­jkt Martens. “En uit ons onderzoek blijkt net dat de kennis van het Nederlands er niet onder lijdt.”

Wie geen punten krijgt, durft

Dat merkt ook Touria Gandoul. Zij geeft geschieden­is aan derde- en vierdejaar­s in het Atheneum in Hasselt. Haar cursus, lessen, examens... alles is in het Engels. “Tijdens mijn lessen worden leerlingen niet beoordeeld op hun Engels, maar ze krijgen wel feedback. Het gaat niet om punten”, zegt Gandoul. “Daardoor durven ze ook meer spreken.” Ook essays schrijven ze in het Engels. “In dat geval geef ik wel punten op hun taal, want dan gaat het om een talige opdracht.” De taalvaardi­gheid van de leerlingen neemt fors toe. “Bij de start in het derde jaar hebben ze al wel woordensch­at, maar niet de juiste. Je ziet hen daarin groeien en dat is mooi.”

Bij de start van CLIL was Frans de taal die het meest gedoceerd werd, maar intussen is dat Engels. “De verhouding is bijna 60 procent Engels, 40 procent Frans en een beetje Duits”, zegt Martens.

Een leerkracht die wil doceren in een vreemde taal, moet die taal ook zeer goed beheersen. “Die heeft een C1-attest nodig, wat betekent dat die hetzelfde niveau heeft als een professor aan de universite­it.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium