Karma, het Kinderwoord van 2019
Het zat in de finale van de verkiezing van het Kinderwoord van het jaar 2019, maar geen volwassen mens zou gedacht hebben dat ‘karma’ het ging halen; Vlaamse kinderen, kijkers van Karrewiet op Ketnet? En toch: 46,4 procent van de stemmen ging naar ‘karma’.
Verrassend, zelfs voor Ruud Hendrickx, taaladviseur van de VRT, die er met zijn neus op zit. Hendrickx: “Vreemd omdat het uiteindelijk toch een begrip is uit het boeddhisme en het hindoëisme, dat in de Engelstalige wereld weliswaar al langer bekend is in de omgangstaal.” Het bewijst voor hem dat de invloed van de Engelstalige informele taal op Vlaamse kinderen groot is.
‘Geheel van goede en slechte daden en gedachten tijdens het aardse bestaan, dat iemands latere existentie mede bepaalt’, zegt het woordenboek. Zijn de jongste kijkers daarmee bezig?
In ‘Het Belang van Limburg’ komt het woord in 1978 voor het eerst in zijn volle betekenis tevoorschijn in een gesprek met chansonnier en acteur Ramses Shaffy, de man van ‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder’. Hij werd geboren in Parijs, zijn vader was Frans-Egyptisch, zijn moeder Russisch-Pools: hoe kwam hij in Amsterdam terecht? Shaffy: “Dat kan geen toeval zijn, het moet karma zijn, een bestemming voor mijn ziel.”
Het woord duikt vroeg op in de muziek. Vandaag wordt het almaar vaker gebruikt in de afgeleide betekenis van ‘goede’ en ‘slechte’ karma. Goede karma is dan: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’ en slechte karma: ‘Koekje van eigen deeg’ of ‘Boontje komt om zijn loontje’. We krijgen het in het Nederlands wel gezegd, maar ‘karma’ vat het samen. Efficiënt toch.