Eén op de vijf Limburgse kmo’s werd al gehackt
Eén op de vijf kmo’s in Limburg is al het slachtoffer geweest van cybercriminaliteit. Nog eens twee op de vijf heeft al cyberinbrekers voor de deur gehad. Maar bij hen was de aanval niet gelukt.
In totaal hebben dus bijna drie op de vijf kmo’s (58 procent) al te maken gehad met hackers. Dat blijkt uit een enquête die ondernemersorganisatie Unioffer zo Limburg heeft uitgevoerd bij 240 Limburgse kmo’s. De rondvraag werd georganiseerd naar aanleiding van een aantal recente aanvallen, zoals bij Picanol, Universiteit Maastricht, Atlas College Genk en het dienstenbedrijf ISS. “Dit bewijst dat cyberveiligheid niet enkel een zaak is van grote internationale bedrijven of organisaties”, zegt CEO Bart Lodewyckx van Unizo Limburg, dat recent ook kortstondig het slacht
is geweest van een cyberaanval. Bert Bleukx, specialist in cyberveiligheid, is niet verwonderd. “Hackers vormen professioneel gerunde organisaties die handelen met een bepaald businessplan voor ogen. Het beeld van de verveelde student of computerfreak die vanop zijn laptop wat zit aan te modderen, klopt hoegenaamd niet.”
Het carnaval van Aalst was al wereldberoemd in eigen land. Zondag leek de Ajuinenstad even het centrum van de wereld te zijn. Tientallen buitenlandse tv-ploegen vergaapten zich aan de lokale folklore. Het slechte weer kregen ze er gratis bij. De aanleiding is u bekend. Vorig jaar werden er praalwagens meegevoerd waarop de spot gedreven werd met de Joden. Grote hoeden, pijpenkrullen en haakneuzen vormden daartoe het beeld, onder het motto: er moet met alles en iedereen kunnen gelachen worden. Zeker in Aalst, waar tijdens carnaval alles en iedereen de revue passeert en de wereld op een zotte manier op zijn kop wordt gezet. Die beelden schoten bij de Joodse gemeenschap in het verkeerde keelgat. De jongste dagen werd de druk op Aalsterse carnavalisten nog opgevoerd. Hoewel Aalst carnaval in de Israëlische media tot nog toe nauwelijks een item bleek te zijn, mengde zelfs de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Katz zich in de discussie. Hij riep via Twitter de Belgische overheid op om het carnaval in Aalst te veroordelen en te verbieden.
Er zijn al voldoende moraalridders, die met het geheven vingertje hun mening over wat kan en wat niet kan de wereld insturen. Meningen zijn vrij. De grens tot waar we met humor en spot kunnen gaan, is nu eenmaal een grijze zone. Toch moeten we, met behulp van wederzijds respect en een goede dosis gezond verstand, een lijn kunnen trekken. Een lijn die wellicht altijd voor discussie vatbaar zal zijn, en dankzij voortschrijdend inzicht en bijkomende argumenten regelmatig wat van plaats zal veranderen. Een beetje zoals in het voetbal, daar wordt ook regelmatig aan de reglementen en de VAR gesleuteld. Misschien kan dit een aanzet zijn: we trekken een lijn vanaf het moment dat het pijn doet. Een Israëlische minister die oproept om het carnaval in Aalst te verbieden, dat is een slag in het gezicht van de vele carnavalisten die zich ieder jaar weer uit de naad werken om er een succes van te maken. Dat is pijnlijk. Dat is erover. Het uitdelen van badges met een jodenster, ook al zijn ze ingenieus in elkaar gestoken in de kleuren en het logo van de stad Aalst, dat is pijnlijk. Dat is er ver over. Joodse karikaturen met pijpenkrullen? Dat moet in deze optiek kunnen. Als u een karikatuur van een Chinees zou willen maken, is dat moeilijk om dat zonder de ‘samengeknepen’ ogen te doen. Het belangrijkste is wel dat we regelmatig in elkaars schoenen gaan staan en met elkaar blijven praten, zeker over wat ‘pijn’ doet.