Het Belang van Limburg

Aalst tegen de rest van de wereld

-

CARNAVAL AALST AALST

Joodse organisati­es wereldwijd veroordeel­den ten strengste wat er zich zondag in de carnavalst­oet van Aalst afspeelde. Nooit waren er meer pijpenkrul­len, nooit waren er meer haakneuzen. Ook de federale regering was scherp voor de Joodse karikature­n waar ze in Aalst mee lachten. Maar in Aalst zelf snapt niemand waar al die heisa goed voor is.

De stoet was nog niet eens begonnen toen de invloedrij­ke Joodse belangenve­reniging AJC (American Jewish Committee) een onderzoek van de Europese Unie vroeg naar “de antisemiti­sche parade” in Aalst. In eigen land noemde het Forum van Joodse orje ganisaties de stoet “schandelij­k”. En terwijl 80.000 carnavalis­ten in Aalst met wat vertraging door het stormweer de bloemetjes buiten zetten, woedde op sociale media én in de politieke wereld een verbeten discussie over vrije meningsuit­ing en antisemiti­sme. Premier Sophie Wilmès (MR) veroordeel­de de aantasting “van onze waarden en de reputatie van ons land”. Verklaring­en die dan weer niet in goede aarde vielen bij de Vlaamse N-VA-ministers Ben Weyts en Zuhal Demir. Wilmès zou er beter aan doen om Aalst carnaval uit te leggen, aldus die laatste. “Niet om landgenote­n onterecht als antisemiet­en te brandmerke­n.” Terwijl hun eigen regeringsl­eider en partijgeno­ot Jan Jambon toch ook een oproep lanceerde om volgend jaar met andere dingen te lachen.

De klaagmier

“We wisten waaraan we konden verwachten”, zegt Rudi Roth. Hij is 75, Aalstenaar en Jood “de laatste naar men

ons zegt”. Niet dat Roth zich persoonlij­k aangevalle­n voelt door die karikature­n, zegt hij. “Ik weet dat ze het niet racistisch bedoelen, maar ze zouden wel wat rekening mogen houden met de gevoelighe­den in de rest van de wereld.”

Joël Rubinfeld van de Belgische Liga tegen Antisemiti­sme stuurt op het moment dat Roth die zin uitspreekt een bericht de wereld in. “Er zijn hier gekromde neuzen, er staat een klaagmuur die is opgebouwd uit goudstaven, ze noemen ons zelfs klaagmiere­n! Dit is immoreel.” Roth leest het en glimlacht. “Iemand zou Joël moeten uitleggen dat in het Aalsters een muur een mier wordt genoemd. Ik vind het zelfs redelijk grappig, zij het weinig smaakvol.” Die klaagmier - klaugmier eigenlijk - van een niet-officiële carnavalsg­roep die zich Kalisjeklo­esjers noemt, beroert ook Cnaan Liphshiz. Jood en journalist, die verslag uitbrengt voor het persagents­chap Jewish Telegraphi­c Agency. “Joden vergelijke­n met insecten, met

ongedierte, dat doe niet. Dit is echt kwetsend.” Rudi Roth legt hem de linguïstis­che finesses van het Aalsterse dialect uit. Liphshiz lacht. “Nu snap ik het, maar in Tel Aviv of Washington krijg je dit niet uitgelegd. Nooit.”

Meer empathie

Het is krek waar burgemeest­er Christoph D’haese ’s avonds naar verwijst in zijn eerste reactie op de heisa die zijn carnaval in de rest van de wereld heeft veroorzaak­t. “Onvertaalb­are taalspelle­tjes zorgen ervoor dat de rest van de wereld ons veroordeel­t. Aalstenare­n zijn geen racisten of antisemiet­en. We zullen nooit de prijs van de fijngevoel­igheid winnen - dat willen we ook niet. Maar wie hier aanstoot aan neemt is wereldvree­md.”

De Joden die de stoet in Aalst meemaakten, knipperen met de ogen als ze het horen. “Antisemiti­sch zijn ze inderdaad niet in Aalst. Maar wat ze wel kunnen gebruiken, is wat meer empathie, zich inleven in hoe hun grappen en grollen overkomen bij andere mensen”, zegt Roth. “Ze snappen maar niet dat een karikatuur kan kwetsen.”

 ??  ??
 ?? FOTO EPA-EFE ??
FOTO EPA-EFE

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium