Ziekenhuizen stappen mee in internationale medicijnproeven
Binnenkort kunnen gehospitaliseerde Belgische coronapatiënten opteren voor een experimentele behandeling. Ze krijgen kandidaat-medicijnen tegen de longziekte toegediend, waarvan nog niet is bewezen dat ze werken.
Een malariamedicijn, een geflopte ebolaremmer en twee aidsremmers. Kan een van deze medicijnen patiënten met COVID-19 beter maken? Dat gaat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vanaf nu uitzoeken in een studie bij duizenden gehospitaliseerde patiënten met de longziekte, ook in ons land.
De vier medicijnen die zullen worden getest zijn chloroquine, remdesivir, ritonavir en lopinavir. Ze worden ook nu al her en der door intensieve-zorgartsen aan zwaar zieke patiënten toegediend – als ze de hand kunnen leggen op voldoende medicijndosissen. Dat gebeurt vooralsnog op theoretische basis, zonder dat al bewezen is dat de medicijnen werken bij mensen. De studie moet de bewijzen leveren dat ze dat doen – of niet, zegt Emmanuel Bottieau van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen, die meeschreef aan de voorlopige behandelrichtlijn voor coronapatiënten in België. En ze moet ervoor zorgen dat de aanvoer van de medicijnen naar de ziekenhuizen wordt vlotgetrokken.
De Europese studie maakt deel uit van een wereldwijde proef met duizenden patiënten die de WHO heeft opgezet. Het Europese luik, waaraan 3.200 COVID-patiënten kunnen deelnemen, wordt bekostigd met Europees geld. Het betreft patiënten uit België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Spanje en Zweden. In ons land stappen de universitaire ziekenhuizen van Antwerpen, Gent en Luik in de studie, net als het SintPietersziekenhuis
in Brussel. De Antwerpse microbioloog Herman Goossens (UZA) coördineert het Belgische luik.
Ambitieuze studie
“Het is een ambitieuze studie”, zegt Emmanuel Bottieau, die zelf als consulent infectieziekten verbonden is aan het UZ Antwerpen en mee de kar trekt. “We hopen honderden Belgische patiënten te kunnen inschrijven.” Wanneer de studie in ons land precies van start gaat, is nog onzeker. De ethische comités van de ziekenhuizen moeten hun toestemming nog geven en vele administratieve plichtplegingen moeten worden afgewerkt. “We starten niet deze week, wel heel binnenkort”, schat Bottieau. “We willen niet talmen, want je weet vooraf nooit hoe een epidemie verloopt. Nu hebben we nog veel patiënten, wat nodig is voor een statistisch onderbouwde analyse, maar als de epidemie straks inzakt, misschien niet meer.”
Risico’s
Enkel gehospitaliseerde patiënten die kortademig zijn en extra zuurstof of beademing nodig hebben, komen in aanmerking voor deelname. “Het gaat niet alleen om patiënten op intensieve, ook om patiënten op zaal.” Gehospitaliseerde patiënten zijn niet verplicht tot deelname aan de studie, die immers ook risico’s kan inhouden. Wie niet meedoet, krijgt de standaardbehandeling (koortswering, pijnstilling, extra zuurstof of beademing).
De studie zal alles bij elkaar drie jaar duren, maar er komen geregeld tussentijdse analyses, zegt Bottieau. “We kunnen het studieprotocol onderweg ook bijsturen. Mocht blijken dat één medicijn erboven uitsteekt, dan kunnen we beslissen om het als standaardbehandeling te gaan geven, lang voor alle studieresultaten finaal verwerkt zijn.”
Vreest Bottieau niet dat de administratieve last, die bij elke medicijnstudie hoort, de toch al overbevraagde intensieve-zorgartsen nog meer in het rood zal duwen? “Het is een deel van ons wer”’, zegt hij nuchter. “Alle deelnemende ziekenhuizen hebben ervaring met dit soort studies. En we moeten dit gewoon doen, anders weten we nooit welk medicijn werkt, en welk niet.” Medicijnen die het sars-CoV-2-virus, dat de longziekte COVID-19 veroorzaakt, remmen of doden, zijn niet enkel voor patiënten van levensbelang. Ze kunnen ook ter preventie aan gezondheidswerkers en aan mensen met een verhoogd risico op een slechte infectie-afloop worden gegeven, zoals hartpatiënten en longpatiënten. En ze kunnen verhinderen dat patiënten zo ziek worden dat ze intensieve zorg nodig hebben, of ervoor zorgen dat ze minder lang ziek zijn zodat hun bed vrijkomt voor een volgende patiënt.