Experts kritisch voor trambussen
Het plan van minister Peeters om trambussen in te zetten tussen Hasselt, Genk en Maasmechelen lokt kritiek uit. Te traag, oordelen mobiliteitsexperts. “En van een sneltram dreigt niets meer in huis te komen.”
SPARTACUSPLAN HASSELT
Vrijdag maakte Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) bekend dat ze trambussen wil laten rijden tussen Hasselt, Genk en Maasmechelen. Dat moet ervoor zorgen dat lijn 2 van het Spartacusplan al van start kan gaan, ondanks de problemen met het geplande tramtracé in de binnenstad van Hasselt. Later zou er dan alsnog een sneltram moeten rijden.
Maar mobiliteitsexperts zijn sceptisch over de trambussen. “Volgens ons is dit niet het juiste vervoersmiddel op deze lijn”, zegt Yves Molenbruch van reizigersorganisatie TreinTramBus. “Een trambus is ontworpen voor stadsverkeer, het is niet meer dan een dubbelgelede bus. De sneltram zou snelheden tot 100 km/u kunnen halen, een trambus maar 70 km/u. Daardoor zou je op de E314 of de Boudewijnlaan voorbijgestoken worden door auto’s die veel hogere snelheden halen. Dat is niet alleen slecht voor het imago, je kan nog moeilijk spreken van hoogwaardig openbaar vervoer. De vraag is zelfs of het een verbetering is ten opzichte van de huidige streekbussen, die sneller zijn en ook meer capaciteit hebben dan de 51 zitplaatsen op een trambus. Bovendien komt op deze manier het hele knooppuntenmodel van het Spartacusplan in het gedrang. De trambussen zullen later aankomen in Maasmechelen of aan het andere uiteinde in Hasselt, waardoor de aansluitingsmogelijkheden verloren gaan en de hele samenhang van het Spartacusplan in duigen valt.” TreinTramBus heeft daarom een onderhoud gevraagd met minister Peeters. “Wij zijn niet tegen doorstromingsmaatregelen, het is goed dat er vrije busbanen zouden komen. Maar volgens ons zou het beter zijn om daar frequentere sneldiensten op te laten rijden, eventueel met touringcars.”
Zal er nog geld zijn?
Ook mobiliteitsjournalist Herman Welter heeft zijn twijfels bij trambussen op deze lijn. “Beter zou zijn om de bestaande streeklijn (lijn 45, nvdr.) te verbeteren, met aantrekkelijkere haltes, betere toegang voor rolstoelgebruikers,... Als je toch voor een trambus kiest, moet je bereid zijn geld te investeren in eigen infrastructuur. Als je naar de Brusselse Rand kijkt, waar De Lijn drie jaar geleden trambussen heeft gekocht om in te zetten op het ringtracé, dan is er van die eigen infrastructuur nog altijd geen sprake. Als je het goed wil doen, moet je investeren alsof je een tram aanlegt: een hoogwaardige eigen bedding, tunnels, bruggen, beïnvloeding van groene lichten. Later kan je dan op hetzelfde tracé sporen leggen. In Utrecht is dat gebeurd met de Uithoflijn. Maar als je weet voor welke financiële uitdaging De Lijn de komende jaren staat, voor welke projecten zal er dan nog geld zijn? Straks eindig je met een trambus die vast staat in het verkeer. Dat zou sneu zijn voor Limburg.”
Ook TreinTramBus is pessimistisch. “Eenmaal er trambussen rijden, vrezen we dat van een sneltram niets meer in huis komt”, zegt Molenbruch. “Dan blijf je achter met een tragere oplossing. Daarom roepen wij op om toch een oplossing te vinden voor het tramtracé in Hasselt. Dat is een politiek probleem. Probeer tot een akkoord te komen. Dat zou zowel goed zijn voor lijn 1 als lijn 2.”
Trambus naar Zonhoven?
Opvallend: ook de Hasseltse mobiliteitsschepen Marc Schepers (sp.a) heeft zijn twijfels bij een trambus tot Maasmechelen. Schepers pleit ervoor om voorlopig alleen een trambus te laten rijden tussen Hasselt en Genk en de resterende middelen in te zetten voor een tweede trambus tussen Hasselt, de Corda Campus en Zonhoven.”
“Ik denk dat daar zeker potentieel is”, oordeelt Molenbruch. “Maar dit is eigenlijk onderdeel van lijn 3 van het Spartacusplan naar Noord-Limburg, net zoals lijn 2 veel meer is dan een verbinding Hasselt-Genk. Lijn 2 moet dienen om het hele Maasland te ontsluiten. Om in Maasmechelen snelbussen uit Dilsen en Maaseik te laten aansluiten op een snel vervoersmiddel naar Hasselt. Die mogelijkheid verlies je weer als je lijn 2 gaat splitsen, waardoor mensen andermaal in Genk moeten overstappen.”