Scholen nemen vlotte start
De gedeeltelijke heropstart van de scholen is vrijdag vlot verlopen. Zo’n 93 procent van de Limburgse leerlingen die opnieuw moesten starten in het lager onderwijs, zat ook effectief op de schoolbanken. Dat blijkt uit een rondvraag bij 27 lagere scholen.
In het lager onderwijs mochten vrijdag het eerste, tweede en zesde leerjaar starten. Volgens Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts opende 95 procent van de scholen opnieuw de deuren. De afgelopen dagen stelden scholen alles in het werk om de heropstart veilig te kunnen laten verlopen. Hier en daar klonken er echter ook stemmen van bezorgde ouders die hun kroost liever nog wat thuishouden. Uit een steekproef van het katholiek onderwijs bleek echter dat een grote meerderheid van de uitgenodigde leerlingen
Impact
vrijdag ook effectief aanwezig was. Een eigen rondvraag bij 27 Limburgse lagere scholen leert dat ook in onze provincie het merendeel van de leerlingen kwam opdagen. Van de 1.091 uitgenodigde leerlingen in die scholen, waren er 1.016 aanwezig, oftewel zo’n 93 procent.
Volgens scholenkoepels en vakbonden is de heropstart van de scholen relatief zonder problemen verlopen. Ook bij leerkrachten overheerst het gevoel dat de ‘testdag’ geslaagd is. Toch wordt gewaarschuwd voor de impact op de leerlingen. “Er was een 1 september-gevoel, maar dit was duidelijk niet 1 september”, aldus Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs. “De kinderen konden elkaar niet vastpakken, ze konden niet vrij ravotten op de speelplaats. We mogen niet onderschatten hoe dat het onderwijs beïnvloedt. We stoppen kinderen in een bepaald regime dat haaks staat op het normale schoolleven.”
De komende dagen zal worden nagegaan hoeveel leerlingen exact afwezig bleven.“Het klopt dat er verhoudingsgewijs meer kinderen afwezig waren dan op een normale schooldag”, zegt Boeve, die benadrukt dat het totale aantal afwezigheden beperkt bleef. “Hopelijk toont de opstart van vandaag dat het wel veilig kan en tanken ouders vertrouwen om hun kind wel te sturen.” Want dat blijft belangrijk. “Onze grootste zorg is dat we kwetsbare kinderen de komende weken voldoende kunnen bereiken”, zegt Patrick Delbare van de onderwijsvereniging van steden en gemeenten. “Als dat onvoldoende het geval is, zullen we samen met onderwijsminister Ben Weyts moeten bekijken welke stappen we moeten ondernemen.”