“Thuis veel meer kans om besmette persoon te ontmoeten”
Ruim 150 dagen per jaar brengen Nicole (60) en Hubert (56) normaal gezien in hun stacaravan in de Ardennen door. “Het is er een pak veiliger dan hier in Wellen, maar toch blijft onze caravan voorlopig verboden terrein.”
Al negen jaar mag Nicole Gauthier zich trotse eigenaar noemen van een stacaravannetje op camping Grand-Bru in de Ardennen, vlakbij Durbuy. “Niet de grote luxe, maar wel ons eigen stukje paradijs”, vertelt de Wellense moeder van drie pleegkinderen. “Wij hebben niet de middelen om elke zomer verre reizen naar het buitenland te maken, maar hier in de Ardennen komen wij tot rust. Die caravan is ons heiligdom. (lacht) We zitten hier haast elk weekend. En sowieso tijdens de schoolvakanties.”
Hoewel Nicole dit jaar al 2.000 euro aan standgeld en taksen betaalde, blijft een bezoek aan haar heiligdom voorlopig verboden. “Naar de logica achter die regel is het ver zoeken. Hier in Wellen zitten we in een van de zwaarst getroffen gebieden en heb ik veel meer contact met mogelijk besmette mensen dan in de Ardennen. De kinderen snakken naar een uitlaatklep. Op de camping hebben we een zee van ruimte en kunnen we de afstandsregels makkelijk respecteren.”
Nicole overweegt om zich aan te sluiten bij de groepsklacht die tweedeverblijvers willen aanspannen. “Er bestaat toch nog zoiets als eigendomsrecht? De maatregelen worden week na week versoepeld, maar tweedeverblijvers worden compleet over het hoofd gezien. We mogen naar de Ikea, Bokrijk opent weer de deuren… maar even ontspannen in onze caravan is blijkbaar een te groot risico? De campingeigenaars zelf zien ons nochtans graag komen. Want als dit nog veel langer blijft duren, moeten ze straks definitief de deuren sluiten.”