Architect Mertens heeft zondag zijn 150ste marathon gepland
“Als ik vast zat in mijn job als architect, trok ik de loopschoenen aan en tijdens het lopen vond ik dan vaak wel een oplossing”
Clem Mertens is een echte marathonman. Met zijn wilde haren en ruige baard zou je hem, zeker in deze coronatijden, nochtans niet meteen associëren met het beeld van een afgetrainde atleet, maar zijn cijfers bewijzen het tegendeel. Terwijl velen al tevreden zouden zijn met één marathon op hun bucketlist, loopt de bijna 70-jarige architect uit Balen er gemiddeld... vijf per jaar. Zondag is Mertens aan zijn 150ste marathon toe. Normaal zou hij dan in Denver, in de Verenigde Staten, aan de start staan, maar omdat corona roet in het eten gooide, organiseert hij nu zijn eigen marathon op de Most in Balen, zijn vertrouwde trainingsgebied. Daar loopt hij elke zondagmorgen rondjes met zijn vaste trainingsmaten.
“Ons clubje, Zomolomo of Zondag Morgen
Lopers Most, is zelfs officieel erkend door de gemeente”, zegt Clem trots. “Het is dan ook leuk om deze mijlpaal in eigen gemeente te kunnen bereiken. Ik wou mijn 150ste marathon lopen in het jaar dat ik zeventig jaar word. Omwille van corona heb ik zelf mijn 149ste marathon al moeten organiseren en nu doen wij dat dus opnieuw. Mijn zoon Jan zal de volledige wedstrijd meelopen en daarnaast zijn er nog vier hazen, die elk een rondje van ongeveer 10 kilometer meelopen. Ik respecteer de coronaregel van vier. En voor de tijdsregristratie doen we beroep op Strava. Die applicatie wordt officieel erkend.”
Je teller staat nu op 149 marathons. En toch ben je pas op je 36ste gestart met lopen. Waarom toen pas?
Mertens: “Heel eenvoudig: omwille van gezondheid. Vooral mijn vrouw begon zich toch vragen te stellen bij onze levenswijze. Ik was beroepshalve druk bezig als architect en leraar, voor een sportieve hobby ontbrak de tijd en eerlijk gezegd ook de goesting. We rookten allebei, namen steeds de auto, bewogen amper en aten stevige Vlaamse kost. Hoog tijd om het over een andere boeg te gooien en zo ben ik gestart met korte afstanden in mijn achtertuin, afwisselend lopen en wandelen, zeg maar
Start to Run avant la lettre. Mijn eerste wedstrijd was een jogging van 4 km op de Keiheuvel en nadien is het nooit meer gestopt.”
Je eerste buitenlandse marathon liep je in Athene, symbolischer kan bijna niet. Maar ook met Brussel heb je een bijzondere band?
“Inderdaad.Ik heb er gestudeerd en mijn vrouw leren kennen. Na onze studies zijn we nog enkele jaren blijven plakken in de hoofdstad. Onze oudste zoon is er zelfs geboren. Ik heb intussen al twintig keer in Brussel gelopen. In oktober loop ik normaal de marathon van Brussel, die dit jaar geldt als BK. Hoe raar ook, maar dit is pas mijn eerste Belgisch kampioenschap. Mijn zoon Jan stimuleert mij om mijn grenzen te verleggen. Vanaf juli mag ik trouwens deelnemen bij de 70-jarigen en zo stijgen mijn podiumkansen, want met de jaren zie ik steeds meer concurrenten verdwijnen wegens hun leeftijd. Op dat vlak is het wellicht een voordeel dat ik pas op latere leeftijd ben gestart. Mijn
zuurstoftank, die iedereen bij wijze van spreken bij zijn geboorte meekrijgt, is nog niet leeg. Ik heb er dan ook geen spijt van dat ik niet vroeger ben begonnen, want dan was ik al misschien gestopt geweest. Zolang mijn lichaam het toelaat, blijf ik doorgaan.”
Over je lichaam gesproken: je bleef al die jaren gespaard van blessures. Wat is je
geheim?
“Ik beschik gewoon over goede genen, een andere verklaring heb ik niet. Bij de voorbereiding op een marathon haken er in mijn club doorgaans vijftien van de vijftig af wegens blessures. Ik heb tot hiertoe nog maar één keer moeten opgeven. Ik had toen niet mogen starten, want ik had griep.” “Uiteraard let ik wel op mijn voeding. Ik zal bijvoorbeeld nooit vertrekken zonder mijn vast onbijt: honey pops gemengd met sojapudding. En onderweg drink ik water en zuig ik permanent op dextronetabletten. Je mag mij gerust een selfmade atleet noemen. Vroeger trainde ik tot 120 kilometer per week en nu nog altijd 50 km. Ik heb alles met vallen en opstaan - zelf onder de knie gekregen. Pas later heb ik mij aangesloten bij VABCO in Mol. Nu kan je op internet heel veel terugvinden, maar met al die wetenschappelijke analyses en technische
snufjes ben ik nooit fanatiek bezig geweest.”
Ben je ook niet bezig met je tijden?
“Jawel. Die zijn, net als voor elke atleet, zelfs heel belangrijk. Mijn recordtijd staat op 2 uur, 56 minuten en 25 seconden. Onder die magische grens van drie uur duiken, blijft iets speciaals. Nu doe ik er gemiddeld een uur langer over. Maar ik wil - in mijn leeftijdscategorie welteverstaan - wel nog altijd het podium halen. Ik ben zelfs nog zo ambitieus, dat ik vooraf ook de deelnemerslijst bekijk om mijn kansen in te schatten. Onderweg bekijk ik regelmatig mijn tussentijden en op basis daarvan kan ik een goede inschatting maken van mijn eindtijd. Zo lang ik die berekening kan maken, ben ik goed bezig. In tegenstelling tot andere atleten heb ik onderweg ook alles gezien en kan ik genieten van de omgeving. Mijn vrouw gaat ook telkens mee als begeleider. We proberen van elke marathon een citytrip te maken. Vakanties zonder marathon zijn zeldzaam.”
Intussen zit je al aan 100.000 kilometer...
“Ik heb inderdaad al meer dan twee keer rond de wereld gelopen. Ik hou alles netjes bij, ook mijn trainingen, in een zelf ontworpen jaarlogboek, dat ook door anderen wordt gebruikt. Mijn computeropleiding helpt mij daarbij. Van iedere marathon maak ik een verslag, want schrijven is nog een andere hobby. Toen ik vijf jaar geleden out was door een blessure, heb ik mijn avonturen gebundeld in een boek.”
Heb je daarin ook een genoteerd hoeveel paar loopschoenen je in al die jaren versleten hebt?
“Neen, maar dat moeten er tussen de vijftig en zestig zijn. Ik kies steeds voor hetzelfde merk. De gebruikte schoenen stuurde ik een paar jaar geleden op naar Tanzanië. Tijdens een marathon daar leerde ik een atleet kennen, die zich ook bezig hield met de begeleiding van jonge atleten. Zo kregen mijn oude loopschoenen daar nog een tweede leven.”
Tot slot: waaraan denk je tijdens het lopen?
“Ik heb mijn hobby, die veel uren vergt, altijd perfect gecombineerd met mijn beroep. Als architect was ik voornamelijk bezig met het ontwerpen van huizen voor particulieren, maar ook een school staat op mijn cv. Lopen heeft mij geholpen bij het ontwikkelen van mijn ideeën. Als ik vast zit of het lukt niet meer, dan doe ik mijn loopschoenen aan en tijdens het lopen vind ik wel een oplossing voor mijn probleem. Op 1 juli stop ik als architect. Het is genoeg geweest en daarna heb ik nog meer tijd om te… lopen. Laat ons hopen.”
“Vakanties zonder marathon zijn zeldzaam. Mijn vrouw gaat telkens mee als begeleider
en dan maken we er een citytrip van”
Clem Mertens