Hoe doorstaan onze raceteams de coronastorm?
In de autosport worden momenteel mokerslagen uitgedeeld. Zonder races valt de sport immers zonder inkomsten, terwijl de vaak torenhoge kosten doorlopen. Teams en kampioenschappen staan op instorten.
WRT is met 85 personeelsleden het grootste autosportteam van het land. Het overleeft de crisis met snelle reacties en veel creativiteit, legt de Hasseltse CEO Kathleen Schurmans uit. Zo zijn de mecaniciens uitgeleend aan het logistieke bedrijf WSC, waar ze nu met vorkliften door het magazijn racen.
In autosportmiddens gonst het van de verhalen over teams die het water aan de lippen staat, of zelfs ver daarboven. Ook zonder corona is de racerij een moeilijke business. Om bij te blijven moet je constant investeren in nieuwe wagens die je op heel korte tijd moet afschrijven, want voor je het weet zijn ze verouderd. Voor je inkomsten ben je totaal afhankelijk van sponsors en betalende piloten die hun zitje huren. Alleen: als je niet kan racen, betalen die ook niet. Het dode winterseizoen is vaak al moeilijk te overbruggen, maar daar volgt nu deze coronacrisis op. Geen wonder dat het op veel plaatsen begint te nijpen.
WRT is wereldwijd vermaard als bevoorrechte partner van Audi. Het heeft afgelopen winter vijf R8’s gekocht. Het wil vier auto’s inzetten in de GT Sprint, vier in de GT Endurance en drie in de DTM. Al die bolides staan nu werkloos te blinken in de ateliers in Baudour, nabij Bergen. De vrouw die het team doorheen de crisis loodst, is een Hasseltse. Kathleen Schurmans is co-CEO naast stichter en oud-piloot Vincent Vosse.
“Wij gaan het redden omdat we heel snel gereageerd hebben”, vertelt Schurmans. “Toen de crisis begon, hebben we meteen alle beschikbare procedures ingeschakeld: leningen en leasingcontracten zijn onmiddellijk uitgesteld. Aanvankelijk dachten we dat we dit jaar helemaal niet meer zouden racen en hebben we voor dat scenario een cashplan opgesteld. Later gingen we ervan uit dat 50 procent van de races zou doorgaan, momenteel geloven we dat 80 procent gereden zal worden. Eind deze maand gaan we weer opstarten, half juni zullen we full speed draaien.”
Zijn jullie volledig dicht geweest?
“Nooit. Je moet weten dat wij jaren geleden AMP hebben overgenomen, een producent van rolkooien en chassis. Wij bouwen per maand twee GT4’s, een R5, twee Fun Cups en twee à drie TCR’s. Dat is handwerk en maatwerk, meestal in opdracht van grote automerken in Duitsland. Die afdeling is met 25 man goed voor 14 procent van onze omzet en heeft nooit stilgelegen. Het management en de ingenieurs zijn altijd blijven doorwerken. Eigenlijk zijn alleen onze Spaanse, Italiaanse en Engelse medewerkers zonder werk gevallen, omdat ze vast zaten in hun land.”
Voor een deel van de Belgische personeelsleden hebben jullie een originele oplossing gevonden: ze zijn uitgeleend.
“Ook dat was een kwestie van snel schakelen. Ik ben sinds januari ook CEO van WSC - Weerts Supply Chain - dat net als WRT een onderdeel is van de Weerts Group. Ik zag daar dat er mensen thuis bleven, bijvoorbeeld omdat ze op de kinderen moesten passen. Wij hebben personeel van WRT kunnen overhevelen naar de magazijnen van WSC. Dat was niet zo evident, want we hebben die mensen moeten opleiden. Mekaniekers en truckies moesten leren om met een vorklift te rijden, met een vracht van een ton op twaalf meter boven hun hoofd. Dat boezemt in het begin wat angst in. Maar nu gaat het goed. De logo’s van WRT en WSC werken daar nu door elkaar.”
Hoe reageerden die mensen op jullie oplossing?
“Ze zijn er ons heel dankbaar voor. WSC ligt in Luik, ver van Bergen. We hebben dus onderdak moeten regelen, terwijl de hotels dicht waren. Gelukkig zijn die mensen vanuit de autosport gewoon om lang weg en lang onderweg te zijn. Zelfs onze ingenieurs hebben zich aangemeld om daar met een clark te gaan rijden. Drie weken later deden ze voorstellen om dat magazijn efficiënter te organiseren.”
Kunnen we eens even naar inkomsten en uitgaven van een raceteam kijken?
“Wij hebben drie bronnen van inkomsten. Eén: de piloten, die WRT gebruiken als springplank om een professionele carrière uit te bouwen. Laurens en Dries Vanthoor en Robin Frijns zijn goede voorbeelden. Twee: sponsors. En drie: onze samenwerking met Audi. Als wij contracten tekenen, wordt een eerste schijf meteen betaald. In het eerste kwartaal is er dus nog gefactureerd, maar in april en mei zijn de inkomsten opgedroogd. Wat de kosten betreft: het zwaarst wegen de lonen van het personeel, maar dat hebben we dus opgelost.”
Wat als jullie eerste scenario – geen enkele race in 2020 – was doorgegaan?
“Ook dat hadden we overleefd. We hadden dan wel moeten aankloppen bij ons moederbedrijf, maar Weerts is een groep met een omzet van 95 miljoen. Dat helpt als je met de bank gaat praten. We zouden schulden opgebouwd hebben, maar we hadden het overleefd. Als je de hand van zo’n groep niet boven je hoofd hebt, komt deze crisis echt keihard aan. Maar zelfs dan hadden wij het gered. Vincent Vosse is te creatief en te positief ingesteld om zich te laten nekken. Maar ik begrijp dat andere teams in moeilijkheden komen. Wij horen die echo’s ook. Ik hoop dat zij het redden, want wij hebben goede concurrenten nodig.”
“We gaan ervan uit dat 80 procent van de races nog gereden wordt. Maar nul procent hadden we ook overleefd”
Kathleen Schurmans
CEO WRT
Midden in deze crisis kregen jullie te horen dat Audi uit de DTM stapt. Nog een uppercut?
“We voelden die beslissing aankomen, maar de timing heeft ons verrast. We maken er het beste van. We hebben vorig jaar zwaar geïnvesteerd in onze intrede in de DTM met twee Audi’s. We hadden daarvoor vijftien man aangeworven. Dit jaar zetten we een derde wagen in, waarvoor we er nog eens vijf hebben aangenomen. Maar we hebben al een nieuwe uitdaging voor onze DTM-mensen op het oog: de LMDh, de nieuwe topklasse Le Mans en het WK uithouding. Een logische volgende stap voor WRT. Le Mans is heilig, hé.”