Zicht op miserie
Eindelijk, de kogel is door het buitenverblijf. Eigenaars van een tweede verblijf mogen weer naar hun plekje met zicht op zee, bos of beek. Ook al slaagde de Veiligheidsraad er weer in om de communicatie volledig in de soep te laten lopen, is dit goed nieuws voor de betrokkenen. Toch één bedenking: hoe zouden de gezinnen die zich door de coronacrisis worstelen in een krap appartementje, met amper mogelijkheden tot ontspanning, met jengelende kinderen op schoot en zonder uitzicht op een beetje vakantie, zich voelen bij zoveel gedoe? Nu de problematiek van de tweede verblijven van de baan is, kunnen we ons weer buigen over andere problemen. De regeringsvorming bijvoorbeeld. Volgende week is het precies een jaar geleden dat wij naar de stembus trokken. Als we beginnen tellen vanaf het moment dat Charles Michel of Bart De Wever, naargelang het standpunt, de regering deed vallen, komt er nog een half jaar bij. Het is inmiddels van december 2017 geleden dat het parlement nog eens mocht stemmen over een federale begroting. Om plaatsvervangend beschaamd van te worden.
Terwijl de eigenaars van een optrekje aan de kust weer genieten van zicht op zee, bood de Nationale Bank ons de voorbije weken vooral zicht op miserie. De wachtrijen bij de faillissementsrechter zijn de komende maanden allicht langer dan de rijen voor de winkels van Action. Ruim 180.000 jobs staan op de tocht, voor 70.000 zelfstandigen dreigt het faillissement. De wekelijkse enquête van Voka bij de ondernemingen belooft weinig goeds. De toenemende armoede is een beschaafd land onwaardig. Terwijl de economen aanvankelijk nog hoopten op een hevige maar korte crisis, gevolgd door een krachtig herstel, houden ze hoe langer hoe meer rekening met een langdurige revalidatie. De minderheidsregering van Sophie Wilmès heeft ons land met wisselend succes door de coronacrisis gesleurd, maar ze heeft haar beste tijd gehad. Van de droom om naadloos over te gaan naar een volwaardige regering blijft niet veel over, Vivaldi is na de vaudeville rond Zakia Khattabi dood en begraven.
Om de economische crisis aan te pakken en een relancebeleid te voeren is een volwaardige, krachtige en ambitieuze regering nodig, met voldoende democratisch draagvlak in alle deelstaten. Een ‘naoorlogs’ kabinet met de grootste partij aan elke kant van de taalgrens, getrokken door de sterkste figuren. Paul Magnette en Bart De Wever zullen daartoe boven zichzelf en hun partij moeten uitstijgen. Misschien maakt de coronacrisis dat nu wel mogelijk. Anders zijn nieuwe verkiezingen onvermijdelijk. Of blijven we aanmodderen tot 2024?