Uit liefde voor de letter
Hasselt, Rik Geelen, 1944-2020 Als voormalig drukker en ondernemer met een printbedrijf was Rik Geelen gek op letters en grafische machines. “Wat voor anderen drie ton staal was, was voor hem pure verwondering.”
Geen hoofdletters, geen komma’s, geen punten, strak en sober: het overlijdensbericht van Rik Geelen valt op door het afwijkende lettertype en de vormgeving. Precies zoals hij het graag zag, zegt Riks zoon Kris Geelen. “Vaders lievelingslettertype was Century Gothic, het schreefloze lettertype waarin het overlijdensbericht is opgesteld.” Al heeft Geelen bij de publicatie ervan tranen gelaten, geeft hij toe. “Er waren een paar details die niet klopten. Mijn hart bloedde omdat het niet helemaal was zoals het moest.” Huilen om een letter: het lijkt overdreven, maar voor Rik Geelen was het zijn wereld. Zijn hele professionele leven draaide rond grafisch werk. Met evenveel enthousiasme droeg hij in Kuringen bij tot het sociale leven, waar hij de parochiale feesten mee vormgaf en aan de wieg stond van de vernieuwde jaarlijkse paardenmarkt. “Hij bracht graag dingen in beweging.”
Visie
Rik Geelen begon zijn carrière bij het Het Belang van Limburg, als opsteller van overlijdensberichten. Ook bij zijn thuis verzorgde hij drukwerk. “In onze veranda stond een plompe machine waarachter hij zich ‘s avonds installeerde”, zegt Kris Geelen. Het getik van de hamers van de typemachine, het geratel van een degelpers, letters zetten in hout en lood: voor Rik was dat niet werken, maar genieten.
De aanschaf van een eigen drukmachine mondde voor Rik uit in een verzameling oude grafische machines. “Dan stond er weer een vrachtwagen voor de deur omdat vader ergens op een zolder een machine had zien staan die hij op de kop wist te tikken”, aldus Geelen. “Wat voor anderen drie ton staal was, soms zelfs brol, dat was voor vader pure verwondering.”
Rik leerde het vak in de drukkerijschool in Tessenderlo, waar hij als tiener naartoe trok. De appel viel niet ver van de boom. Toen Rik drie jaar was, overleed zijn vader. Zijn moeder leerde een nieuwe partner kennen die drukker was bij Het Belang van Limburg. Het gezin verhuisde van Bree naar Kuringen en toen Rik moest beslissen wat hij met zijn leven wilde, koos hij voor drukker. Maar hij bleek voor meer in de wieg te zijn gelegd. Na zijn ontslag als technisch directeur bij Het Belang Van Limburg begon Rik zijn eigen bedrijf: eerst Fotosetting Geelen, dan Gecom en later G3, twee bedrijven die hij met zijn zoon Kris leidde. “Vader verzorgde het drukwerk voor winkelketens. Daarvoor zocht hij drukkerijen in het buitenland. Waar nu niemand nog van opkijkt, outsourcing in het buitenland, daar was vader al langer mee bezig.”
Vader en zoon die een bedrijf leiden: dat ging best, aldus Geelen. “Vader had de visie, ik zette die om in de praktijk. We kenden elkaars kwaliteiten en beperkingen, maar de som daarvan was altijd positief. Vader had de gave om vooruit te kijken. Begin jaren 2000 dacht hij al na over een depot aan de rand van de stad van waaruit elektrische auto’s het centrum zouden bevoorraden – wat nu CityDepot is.”
Verbinden
Rik stond met twee voeten in het sociale leven van Kuringen. Jong en oud verbinden rond de kerktoren, daar dacht hij graag over na. Toen de parochiale feesten slabakten, stelde hij voor om op het dorpsplein een tent te zetten en een auto te verloten. “Ongezien”, zegt Geelen. “Het hele dorp praatte erover.” Toen de paardenmarkt, een traditie in Kuringen die teruggaat tot 1276, was afgekalfd tot een parade met een paard en ezel, zette Rik mee zijn schouders onder een vernieuwingsproject. Met resultaat: het waren de jaren dat de jaarmarkt 10.000 bezoekers trok.
“Vader zag het groots. Hij was geen paardenkenner, maar hij zag de waarde van traditie. Vanuit nostalgie kon hij dingen in beweging brengen”, weet Geelen. “Mensen vertrouwden hem ook. Ze voelden dat hij het niet voor zichzelf deed, maar voor de gemeenschap. Toen hij met een bevriende priester op bezoek was in Rwanda en hij in een dorp aan het Kivu-meer de nood zag voor een plek waar mensen konden samenkomen, stelde hij voor om op de opbrengst van de parochiale feesten in Kuringen te gebruiken voor de bouw van een parochiaal centrum in Rwanda.”
Rik baatte ook kortstondig twee cafés uit, In ‘t Dorp in Kuringen en De Grote Draeck in Hasselt, hij was lid van een beleggingsclub die bijeenkwam in het stationsbuffet en was elke dinsdag te vinden in het volkscafé Cambrinus in Hasselt, voor grappen en grollen met zijn vrienden Jan Kerkstoel en schrijver Louis Verbeeck. Verhalen vertellen, over sport discussiëren, de politiek op de korrel nemen: soms was er niets belangrijkers dan dat.
Tweede nationale
Sport speelde trouwens meer dan een bijrol in het leven van Rik. Als twintiger voetbalde hij nog voor Sporting Hasselt en Sparta Kuringen. Hij schopte het tot tweede nationale en wekte de interesse van Racing White Molenbeek. Maar op zijn 23ste besliste Rik van de ene dag op de andere om te stoppen met voetballen. De interesse bleef: met zijn kinderen en kleinkinderen mocht Rik graag uren naar het voetbal en de koers kijken.
Rik leed aan dementie. Hij wist zijn ziekte een tijdje te verdoezelen, maar eind februari was hij verzwakt en moest hij worden opgenomen in het ziekenhuis, waar hij overleed. Het boek was gedrukt, het verhaal uit.